Blind voor mens en recht
Reactie op parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening
Blind voor mens en recht. Een stelsel dat bedoeld is om mensen te helpen, heeft het tegenovergestelde bereikt, mensen in de vernieling geholpen. Dat is de harde, en onverteerbare conclusie van het rapport van de parlementaire enquete fraudebeleid en dienstverlening. De overheid heeft keihard gefaald, dat is pijnlijk. De overheid, de politiek de rechtspraak zijn tekort geschoten in het bieden van bescherming, het bieden van recht. Blind voor mens en recht. Als macht geen oog meer heeft voor mens en recht dan wordt het vermorzelend.
Mensen zijn het slachtoffer van een stelsel dat van goedwillende burgers fraudeurs maakte. Deze mensen werden ook veelal niet willekeurig geselecteerd voor controle; maar op basis van nationaliteit, wijk of inkomen. Hiermee zijn grondrechten geschonden. Door harde bezuinigingen en genadeloze wetgeving zijn de uitvoeringsorganisaties machines geworden die burgers behandelen als nummer. In plaats van als mens. De menselijkheid verdween, met desastreuze gevolgen voor zoveel kinderen, ouders en gezinnen in ons land.
Op alle staatsmachten, de wetgevende en dus de Kamer voorop, rust nu de dure plicht om dit om te draaien. Laten we, zoals een gedupeerde het treffend zei: ‘weer verantwoordelijkheid nemen voor elkaar’. Dat is de taak van de samenleving en van de overheid.
Dit rapport vraagt om een zorgvuldig vervolg, dat verdienen alle mensen die slachtoffer zijn, van wie het bestaan letterlijk de vernieling in is gejaagd. Het begint met wetgeving die doet waar het voor is bedoeld: het ondersteunen en versterken van mensen door toeslagen en sociale zekerheid. Wetgeving moet eenvoudiger zodat op burgers minder verantwoordelijkheid rust om fouten te maken. Als je een klein foutje maakt ben je niet gelijk een fraudeur. De uitvoering moet ruimte krijgen om weer een echt gezicht te worden voor mensen die dat nodig hebben. Dat is niet gratis en vraagt om te investeren in de uitvoeringsorganisaties, in plaats van te bezuinigingen. Doe het niet.
En het eindigt met de rechtspraak en rechtsbescherming: mensen moeten eenvoudig en laagdrempelig hun recht kunnen halen.
We staan voor een enorme opgave. Na het toeslagenschandaal is het opnieuw ontzettend confronterend hoe onze rechtsstaat er voor staat. Ik dank de commissie voor het vele werk dat zij heeft verricht, en hoe ze - pijnlijk maar waar - in beeld heeft gebracht hoe mensen het slachtoffer werden van het falen van de overheid. Met de aanbevelingen die de commissie doet is er een belangrijke stap. Nu komt het er op aan om geen moment te verslappen. Juist nu is het aan de politiek samen met rechtspraak en uitvoerende organisaties om werk te maken van die dienstbare overheid die bereikbaar en benaderbaar is voor mensen. Die gerechtigheid - recht doen aan mensen - voorop zet.
Dat is de grote opdracht voor de komende jaren. Om slachtoffers te helpen én om het vertrouwen te herstellen.”