Bescherm privacy van kinderen beter op het internet
Kinderen zijn volop actief op sociale media. Ze doen TikTok-dansjes met hun klasgenoten, appen met hun vrienden en bekijken filmpjes op YouTube. Logisch, want het is simpel, toegankelijk én gratis. Maar er zit ook een keerzijde aan. Als iets gratis is op digitale platforms, dan is vaak de gebruiker het product. Bedrijven verzamelen dan ook allerlei gegevens en informatie van kinderen en gebruiken die data om er geld aan te verdienen. Daar maak ik me zorgen over. Met de opkomst van nieuwe technologische ontwikkelingen is het belangrijk dat de Tweede Kamer duidelijk maakt wat we willen toestaan, maar vooral ook wat we vooral niet willen. Daarom zet ik mij als Kamerlid de komende periode in voor betere bescherming van de gegevens van kinderen.
Als je een platform zoals Instagram of YouTube gebruikt, komt het bedrijf van alles te weten: welke content vind je leuk (bijvoorbeeld: naar welke filmpjes kijk je graag)? Hoe oud ben je? Wat is je locatie? Waar kijk je verder op het internet naar, enzovoort, enzovoort. Deze data verzamelen ze, om daarmee een profiel op te bouwen van wie jij bent en wat je leuk vindt. Dat profiel kunnen ze dan vervolgens gebruiken om je heel gericht advertenties laten zien. Zo’n profiel maken ze dus van jou als volwassen gebruiker, maar ook van gebruikers onder de achttien. Kinderen die vaak minder goed dan jij kunnen overzien wat er gebeurt als ze toestemming geven voor het gebruiken van hun gegevens.
Misschien vraag je je af: is hier niet al wetgeving voor? En inderdaad, sinds een paar jaar hebben we de wet Algemene verordening persoonsgegevens, oftewel AVG. In die wet staat dat internetplatforms zoals Facebook en Google ‘specifieke bescherming’ moeten bieden aan kinderen. Maar, zoals bijvoorbeeld de Consumentenbond eerder al constateerde: dat blijft in de praktijk heel vaag. Toestemming van ouders is bijvoorbeeld verplicht, maar het is niet goed te controleren of ouders daadwerkelijk toestemming hebben gegeven. Bedrijven komen van alles over kinderen te weten, zonder dat kinderen en hun ouders dat overzien of in de gaten hebben. Betere bescherming van hun privacy is daarom hard nodig.
Die betere bescherming kunnen we niet alleen aan sociale mediaplatforms en ontwikkelaars zelf overlaten. Er is immers een belang om daar zoveel mogelijk aan te verdienen. En daarom is de politiek aan zet.
Het is dan ook goed dat we deze week in de Tweede Kamer over dit onderwerp spraken. In het debat maakte ik duidelijk wat onze inzet is:
- Wat de ChristenUnie betreft moet het delen en verhandelen van data van kinderen stoppen.
- Ook vinden wij dat bedrijven geen marketingprofielen van kinderen mogen bijhouden, of gepersonaliseerde advertenties aan hen mogen tonen.
- Bovendien moeten kinderen zelf kunnen kiezen wat voor content ze willen zien, in plaats van dat de content wordt getoond op basis van automatische analyse van data.
Hier wil ik mij de komende tijd voor inzetten. Want kinderen moeten zich veilig en in vrijheid kunnen ontplooien, ook op het internet.
