Waarom ik niet aan het medisch beroepsgeheim wil morrelen om fraude op te sporen
Natuurlijk moet je fraude bestrijden. Ook in de zorg. En tja, als een zorgverzekeraar dan een keer twijfelt over jouw extra bezoekje aan de huisarts, dan is het voor die verzekeraar natuurlijk héél handig om jouw medische dossier eens in te zien, om te checken of het allemaal wel klopt. Dat vinden de verzekeraars, maar ook de regering én een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar het is slecht nieuws voor patiënten, artsen en jouw privacy. De ChristenUnie stemde deze week daarom tégen het wetsvoorstel. Ik vertel graag waarom.
Omdat hier een principe op het spel staat: het medisch beroepsgeheim. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat alles wat zij met hun arts of zorgverlener delen niet bij anderen bekend wordt. Ook niet bij zorgverzekeraars, die ook jouw premies en polisvoorwaarden bepalen. Artsen zweren daarom de eed van Hippocrates, waarin ze beloven geheim te houden wat hen verteld wordt. Daar mogen ze alleen in noodgevallen van afwijken. Artsen beloven dat, zodat patiënten altijd terecht kunnen bij een dokter met hun verhaal. De ChristenUnie vindt dat een belangrijk principe dat we willen beschermen. Wat jij bespreekt met je arts en wat je misschien mankeert, is iets tussen jou en hem of haar.
Zorgverzekeraars verzamelen nu al heel wat informatie. In veel gevallen betalen zorgverzekeraars rekeningen immers direct aan je zorgverlener. Dan kunnen ze die rekeningen al inzien. Soms kan je zorgverzekeraar twijfels hebben bij een rekening. Een vermoeden van fraude. In die gevallen volgt ook nu al een detailcontrole, waarbij een zorgverzekeraar informatie uit jouw medische dossier kan inzien. De regering wil dit nu uitbreiden, zodat een medisch adviseur van de verzekeraar nog meer medische dossiers kan inzien.
Nee, natuurlijk niet! De ChristenUnie heeft tegen de wetswijziging gestemd, omdat het inzien van medische dossiers door medisch adviseurs van zorgverzekeraars niet nodig is en niet opweegt tegen het belang van fraudebestrijding in de zorg. Vorig jaar ging het om 0,015% van het totale zorgbudget. Dat is nog steeds een hoop geld: 11 miljoen euro. Er zijn goede alternatieven om die fraude op te sporen. Daar willen we dan ook op inzetten.
Zorgverzekeraars kunnen een mogelijk fraudegeval melden bij de politie of Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD). Dan kan het in het uiterste geval voorkomen dat in zo’n proces alsnog een medisch dossier moet worden ingezien, maar dan gebeurt dat ten minste nadat een rechter bepaald heeft dat het in dit geval zó belangrijk is, dat het medisch beroepsgeheim van ondergeschikt belang is. Een medisch adviseur van de zorgverzekeraar kan die afweging niet goed maken; hij is immers niet onafhankelijk.
Het voorstel gaat nu naar de Eerste Kamer. Het is nog spannend of het voorstel daar een meerderheid haalt. Voor de ChristenUnie blijft gelden: niet rommelen met zorggeld. Maar ook niet met het medisch beroepsgeheim.