“Het is tijd voor een herwaardering van ons voedsel en voor diegenen die ons voedsel maken”
De grote tractor op het Plein in Den Haag is het schitterende decor voor de presentatie van mijn initiatiefnota ‘Verbinding boer(in)-Burger, voedsel dichtbij’ aan een aantal enthousiaste boeren.
Boeren, die ieder op hun eigen manier in hun bedrijf de band tussen boeren en burgers proberen te versterken. Ik heb groot respect voor de producenten van ons dagelijks voedsel. Elke keer als ik de supermarkt in loop, zie ik hun dagelijkse werk voor me uitgestald liggen. Verse groenten en fruit, brood, kaas, zuivel, vlees, alles is door hun handen gegaan. Zij zijn degenen die elke ochtend in alle vroegte uit hun bed stappen, zodat ik mijn dagelijkse boodschappen kan halen.
Jammer genoeg zie ik nog veel te vaak verre herkomstlanden op de etiketten staan; boontjes uit Marokko, appels uit Nieuw-Zeeland, terwijl dezelfde producten hier ook om de hoek groeien.
Wat zou het mooi zijn wanneer er in de supermarkt veel meer ruimte is voor de producten uit de regio. Zodat je ziét en wéét waar je kaas vandaan komt en bij wie de koeien van jouw rundergehakt in de wei hebben gestaan.
Daarom pleit ik in mijn initiatiefnota voor meer ruimte voor regioproducten. Ik vraag de minister of ze hierover afspraken wil maken met supermarkten en de levensmiddelenindustrie.
Verbinding tussen boeren en burgers is nodig, want:
- burgers hebben een heel duidelijke mening over voedsel, maar weten vaak niet meer waar hun voedsel vandaan komt;
- en boeren en tuinders zijn vaak druk met wat zich op en rond het erf afspeelt, waarbij maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd even goed in beeld zijn en ze het dominante verdienmodel niet kunnen en/of willen loslaten.
Verbinding tussen boeren en burgers is nodig, want:
- burgers hebben een heel duidelijke mening over voedsel, maar weten vaak niet meer waar hun voedsel vandaan komt;
- en boeren en tuinders zijn vaak druk met wat zich op en rond het erf afspeelt, waarbij maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd even goed in beeld zijn en ze het dominante verdienmodel niet kunnen en/of willen loslaten.
Verbinding is nodig om elkaar beter te leren begrijpen, zodat we met elkaar toegroeien naar een landbouwsysteem voor de 21e eeuw. Een maatschappelijk voedselsysteem dat volhoudbaar is. Dat goed en veilig voedsel produceert, dat het milieu ontlast én leidt dit verbeteringen van de biodiversiteit van het boerenland. Een systeem waardoor de boer een goede prijs voor zijn producten krijgt en er toekomst blijft voor agrarische gezinsbedrijven in Nederland.
Die verbinding hebben we dit voorjaar heel letterlijk gezocht op het evenement GroenGelovig, waar boeren, consumenten en natuurbeschermers met elkaar in gesprek gingen over de productie van ons voedsel. De ideeën van dat evenement heb ik meegenomen in de nota. Ik hoop dat de voorstellen in deze nota de band tussen boeren en burgers versterkt en inspiratie biedt om de dialoog voort te zetten, zowel hier in Den Haag als daarbuiten.