Waarom doe ik dit in vredesnaam? (column ND)
Zoals een wielrenner bij de dag leeft en na een zware bergetappe het cliché bezigt dat 'Parijs nog ver weg is', zo heb ik al wekenlang mijn dagelijkse loopje tussen fractiekamer en de Stadhouderskamer.
Er zijn ochtenden dat ik wakker word met een groot verlangen om me nog een paar keer om te draaien. Maar ik weet dan direct ook dat er echt nog even stevig doorgewerkt moet worden. En ik ben – geloof ik – nog nooit zo blij geweest met de rust van de zondag.Tegelijk realiseer ik me ook hoe bijzonder het is dat wij als partij-met-de-bijbel dagelijks aanschuiven bij de tafel waar macht en moraal elkaar ontmoeten en waar cruciale beslissingen vallen die soms de levens van miljoenen mensen raken. Ik besef regelmatig hoe geweldig het is dat we in de positie zijn om het allemaal iets rechtvaardiger, iets beter te maken. Maar juist omdat de weg naar Parijs lang en zwaar is, vraag ik - ik geef toe, ik ben een mens - mezelf ook weleens af: waarom doe ik dit in vredesnaam?
De ChristenUnie had het ook niet hoeven doen. We hadden kunnen doen wat de SP deed: weigeren aan te schuiven. Met GroenLinks lukte het na twee pogingen niet, dat had ons ook kunnen overkomen. Ik heb de afgelopen weken veel bemoedigende mail gekregen, maar ook weleens mails waarin mensen mij met klem opriepen niet (verder) te onderhandelen. Want ik zit aan de tafel van botsende idealen en ik nip aan de wijn waar een scheutje water bij is gedaan. Als mailers mij vertellen dat ik moeilijke compromissen zal moeten sluiten, dan kan ik ze alleen maar gelijk geven. En het sluiten van compromissen kan mooi zijn als je ziet dat een ogenschijnlijk onhaalbaar ideaal toch iets dichter bij is gekomen, maar een compromis is soms ook gewoon pijnlijk. Akkoord gaan - tijdelijk, maar toch - met iets wat het bij lange na niet haalt bij je diepste overtuigingen, zorgt soms letterlijk voor slapeloze nachten. Momenten waarop ik het mezelf ook afvraag: waarom doe ik dit in vredesnaam?
Een voorproefje van de gevolgen van een compromis smaakte ik bij de besluitvorming over het eigen risico. Zeker voor mensen die chronisch ziek zijn of alleen kunnen leven op dure medicijnen is dat eigen risico een zware en niet te vermijden belasting. Als het aan het huidige, demissionaire kabinet had gelegen, was het van 385 naar 400 euro gestegen. Als ChristenUnie wilde wij het verlagen en via spoedwetgeving hebben we het voor volgend jaar kunnen bevriezen op het huidige niveau van 385 euro. Minder goed dan ons eigen voorstel, maar toch echt ook beter dan wanneer we niets hadden gedaan. Als je dan tegenover een voltallige oppositie staat - inclusief de PvdA die zelf nog voor verhoging van het eigen risico heeft getekend - weet je wat ons te wachten staat. En dat hoort erbij.
En toch. Toch schuif ik ook vandaag weer aan in de Stadhouderskamer. Met m'n volle verstand, met overtuiging en zelfs in naam van maatschappelijke vrede. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat liberalen en confessionelen vrede sloten met de Pacificatie van 1917. De christelijk-sociale beweging kreeg eindelijk zijn felbegeerde onderwijsvrijheid in ruil voor algemeen kiesrecht. Er zijn weleens slechtere compromissen gesloten.. Maar het was ook de beslechting van een bittere maatschappelijke strijd tussen voor- en tegenstanders van onderwijsvrijheid, tussen confessioneel en seculier, tussen ‘kleine luyden’ en de toenmalige elite. Voor mij zijn deze coalitieonderhandelingen en het aanstaande kabinet van liberalen en confessionelen de viering van een eeuw pacificatie.
Meer nog. Via deze onderhandelingen wil ik me inzetten voor de maatschappelijke vrede in ònze tijd. We zien dat tegenstellingen toenemen, de kloven groter worden. In de discussies over pensioenen en arbeidsmarkt dreigt de scheidslijn tussen jong en oud en tussen mensen met een vaste baan en met een flexibele baan groter te worden. Cultureel krijgt de tegenstelling tussen links en rechts, tussen kosmopolieten en bezorgde burgers soms een rauw randje. Hoe bitter die strijd kan worden, zien we aan de botsingen in de VS. Zo erg is het hier gelukkig nog niet, maar ik wil doen wat ik kan om dat te voorkomen en beter te krijgen. Ik schuif aan en praat mee, in vredesnaam.
(Deze column verscheen vandaag ook in het Nederlands Dagblad. Foto: Robin Utrecht/HH)