Veelgestelde vragen over de stikstofplannen en de toekomst van de landbouw

Laatste update: 18 juli 2022 

Er leven veel vragen over de stikstofplannen van het kabinet en over de toekomst van de landbouw. Op deze pagina geven we op een flink aantal vragen een antwoord. Als u uw vraag hier niet tussen ziet staan, bent u uiteraard welkom om ons te mailen op christenunie@tweedekamer.nl.

Ons Kamerlid Pieter Grinwis publiceert daarnaast geregeld blogs over dit onderwerp, op onze website. Klik hier voor de laatste blog

Waarom is de stikstofuitstoot een probleem?

Door industrie, landbouw en verkeer komen veel stikstof en stikstofverbindingen vrij. Deze stoffen komen in de natuur terecht. Hierdoor gaan sommige planten, zoals brandnetels en bramenstruiken, hard groeien, die andere planten overwoekeren. Dit bedreigt die betreffende planten en uiteindelijk ook de dieren die juist die planten nodig hebben. Ook kan de bodem verzuren, waardoor planten verdwijnen en deze minder kalk bevat. Dat is schadelijk voor vogelsoorten die die kalk nodig hebben. De hoge uitstoot van stikstof brengt de biodiversiteit dus in gevaar.

De rechter floot in 2019 de overheid daarom terug op het beleid dat ze toen voerde. Nederland hield zich niet aan de internationale afspraken om de biodiversiteit te beschermen. Er moeten dus maatregelen genomen worden om de stikstofuitstoot terug te dringen. Zo kan de natuur herstellen.

Stikstof is niet het enige probleem voor onze leefomgeving: ook de waterkwaliteit staat onder druk en we moeten doen wat we kunnen om klimaatverandering te stoppen. Deze opgaven komen allemaal op hetzelfde neer: we zullen in Nederland op minder grote voet moeten leven.

Waarom maak je niet andere internationale afspraken?

We zijn te lang over ecologische grenzen heengegaan. En doordat Nederland decennia niet heeft doorgepakt, moeten we ondanks vooruitgang die wel is geboekt, aangespoord door uitspraken van de rechter, veel sneller en rigoureuzer omschakelen dan ons lief is. 

Zo werkt de rechtsstaat. Het is de taak van rechters om die overheid vervolgens te houden aan de wetten en de internationale afspraken die we hebben gemaakt. Daarvoor is soms ook correctie nodig. 

Als ChristenUnie vinden we wél dat bepaalde onderdelen van die afspraken achteraf gezien realistischer hadden moeten zijn. Het Nederlandse kabinet Is hierover in gesprek met de Europese Commissie, maar krijgt tot nu toe geen ruimte. We hebben te lang te weinig gedaan om onze natuur te beschermen, en moeten voor de Europese Commissie eerst ons best doen om de afspraken na te komen.

Dit doet echter niets af aan het feit dat het verminderen van de stikstofuitstoot hard nodig is. De biodiversiteit is in gevaar. Bovendien zijn maatregelen óók belangrijk voor de drinkwatervoorziening en de inzet tegen klimaatverandering. We kunnen gewoonweg niet doorgaan op de huidige voet. Dat is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Sectoren met veel uitstoot (verkeer, industrie en landbouw) moeten een omslag gaan doormaken, voor klimaat, water en biodiversiteit.

Wat vinden jullie van de gepresenteerde stikstofkaart?

We staan achter de opgave om beter voor onze leefomgeving te zorgen. De stikstofkaart die minister Van Der Wal heeft gepresenteerd was een echter valse start. Veel te gedetailleerd stond ingetekend waar alleen de veehouderij moest inleveren. De industrie, die ook ammoniak uitstoot, ontbrak op die kaart. En Natura2000-gebieden plus dikke zones daaromheen, ook zonder of met maar een klein stikstof- en waterprobleem, zouden 95 en 70% terug moeten in reductie. Niet realistisch en niet rechtvaardig. Gelukkig is de motie, mede ingediend door Pieter Grinwis, aangenomen die vraagt om andere kaarten met betere beleidsuitgangspunten, gebiedsindelingen en ook de ammoniakuitstoot van de industrie ingetekend. Dat geldt ook voor de motie om actuele gegevens te gebruiken.

Het is nu aan provincies, boeren en natuurbeheerders om gezamenlijk van onderop met oplossingen te komen. Niet met een van bovenaf door het Rijk opgelegd dictaat. De uitkomst kan en mag niet zijn dat het platteland rond de Peel en in de Gelderse Vallei sociaal, cultureel en economisch verschraald. Het kan niet zo zijn dat op de Waddeneilanden en langs de kust de weinige, vaak al extensieve veehouderijen moeten verdwijnen. Juist in de gebiedsprocessen van de provincies moet er ruimte zijn voor andere oplossingen, van innovaties tot de oplossing op Schiermonnikoog waar melkveehouders hun veestapel terugbrachten en nieuwe verdienvermogen creëerden .

Is het enkel de landbouw die de uitstoot moet verminderen?

Nee, zeker niet. Het kabinet kiest voor om nu naar de landbouw te kijken en de doelen die díe sector moet halen, waarbij de doelen voor andere sectoren volgen uit de klimaataanpak van komend najaar. De ChristenUnie vindt echter dat die doelen zo snel mogelijk duidelijk moeten worden. Per sector moeten deze worden geformuleerd en worden vastgelegd. Zo is voor iedereen duidelijk welke opdracht er ligt om de uitstoot te verminderen. We kunnen niet over de hele oplossing praten zolang we niet weten wat de industrie, de luchtvaart (die echt moet gaan krimpen) en de bouw gaan bijdragen.

In het debat over de stikstofplannen heeft ons Kamerlid Pieter Grinwis benadrukt dat het echt rechtvaardiger moet. Stikstof, water- en luchtkwaliteit en klimaatverandering, dat is een probleem van en voor ons allemaal, niet alleen voor de landbouw en de boeren maar ook voor industrie, verkeer, lucht- en scheepvaart en zeker ook voor ons als consument. Het is goed om te weten dat de Kamer een mede door Pieter Grinwis ingediende motie heeft omarmd die oproept dat ook andere sectoren naar rato moeten bijdragen aan het oplossen van deze crisis. Bovendien wil de ChristenUnie een gelijke behandeling van industrie en agrarische sector; industriële bedrijven hebben te vaak geen of onvolledige natuurvergunningen waar onvoldoende op wordt gehandhaafd, terwijl de agrarische sector de vergunningen tot de laatste koe of kip wél op orde hebben.

Wat betekenen deze plannen nu precies voor de landbouw?

In de afgelopen jaren heeft de landbouw flinke stappen gezet om de stikstofuitstoot terug te dringen. Er is echter in de natuur óók van die jaren en daarvoor een flinke opstapeling geweest van de stikstof. We moeten dus van ver komen en zijn er nog niet. We moeten harder werken om de stikstofuitstoot terug te dringen.

Elke sector moet een bijdrage leveren. Een aanzienlijk deel van de stikstofuitstoot komt door vee. Bovendien komt de ammoniak dichterbij de plek van uitstoot neer dan NOx, wat vooral door verkeer en industrie wordt uitgestoten. Als boerderijen dicht bij natuurgebieden liggen, komt veel van die ammoniak dus in die gebieden neer.  Het is onvermijdelijk dat, naast andere grote uitstoters, ook de landbouw een omslag moet maken.  

Daarbij is iedere regio anders en kent eigen uitdagingen. Daarom is per gebied maatwerk nodig. Het kabinet maakt afspraken met provincies om te bepalen welke stappen bij hun gebied passen.

Het toekomstperspectief verschilt hierbij per boer, afhankelijk van waar hij of zij onderneemt. Per gebied wordt een proces in gang gezet waarbij alle betrokken partijen deelnemen. De boeren hebben gegarandeerd een plek aan tafel. Zo moet duidelijk worden wat wel en wat niet kan. Afhankelijk van het gebied waarin de boer onderneemt en de staat van de natuur, zal de overheid met de boeren het gesprek aangaan om te verduurzamen, te verplaatsen of te beëindigen.

Via de grondbank worden jonge boeren geholpen met het opzetten van een bedrijf en worden bestaande boeren ondersteund om over te schakelen naar kringlooplandbouw. Door middel van zaken als het verminderen van het aantal dieren per hectare grond, het overstappen naar biologische landbouw, technologische innovatie en/of het aanbieden van extra diensten zoals een zorgboerderij of een camping kan ingezet worden op verduurzaming.

Daarnaast wordt er een zo aantrekkelijk mogelijke stoppersregeling in het leven geroepen om te stimuleren om boeren die al overwegen om te stoppen dat snel te doen.

Het feit dat het onvermijdelijk is dat niet alles overal meer kan en de veehouderij dus in gebieden moet inkrimpen is een heel moeilijke, verdrietige boodschap. Daarom is het belangrijk dat boeren en hun gezinnen er niet alleen voor staan.  In het coalitieakkoord is afgesproken dat het kabinet een transitiefonds van ruim 24 miljard euro in het leven heeft geroepen zodat we met de boeren die omslag kunnen maken. Met de eerdergenoemde maatregelen willen we op een rechtvaardige manier werken aan de overgang naar kringlooplandbouw en verwachten we een niet-vrijblijvende bijdrage van ketenpartijen.

Om toe te kunnen werken naar kringlooplandbouw moeten de randvoorwaarden voor boeren wel kloppen. Dat betekent bijvoorbeeld gunstigere pachtvoorwaarden, een vergoeding voor natuur- en landschapsbeheer en een betere prijs voor producten vanuit de keten. Zo gaan we toe naar een landbouwsector die duurzaam, klimaatbestendig en volhoudbaar is. Voor boer, dier en natuur.

Wat doen anderen? Welke rol spelen andere partijen in de verduurzaming van de landbouw?

De overheid wil de transitie naar kringlooplandbouw, die past binnen grenzen van natuur en klimaat, niet op het bordje van de boer alleen leggen. De overheid zal hierin ondersteunen waar mogelijk en nodig. Of een boer nu kiest voor verdere verduurzaming (technische innovatie, landschappelijke innovatie, omschakelen), verplaatsing of het vrijwillig beëindigen van zijn of haar bedrijf, hij of zij staat er niet alleen voor en mag ondersteuning verwachten van het ministerie van LNV, financieel of anderszins.

Ook de hele keten (financiers, handel, verwerkers, banken, supermarkten tot en met de consument) moet zich committeren aan deze transitie. En hiermee de primaire agrarische producent en -ook in hun verdienvermogen- ondersteunen. Minister Staghouwer zal hiervoor dan ook stevige afspraken gaan maken, die niet vrijblijvend zijn, en waar nodig wettelijk vastgelegd.

Hoe wil de ChristenUnie bijdragen aan een duurzame toekomst voor de landbouw?

Terecht gaven boeren aan dat door steeds veranderende regels vanuit de overheid het ondernemen steeds moeilijker werd gemaakt. Dat komt omdat de overheid steeds maar bijstuurde op basis van de verschillende richtlijnen. In de marge werden regels bedacht om er maar voor te zorgen dat de ene keer de nitraatrichtlijn en de andere keer weer de fosfaatrichtlijn niet werd overschreden. Dat is echter onhoudbaar, niet in de laatste plaats voor de boeren die gewoon willen ondernemen.

We vinden het dus goed dat het kabinet nu een aantal stappen terugzet. Zo creëren ze ademruimte en maken ze wetgeving die op al de verschillende milieuterreinen houdbaar is. De problemen voor de Nederlandse natuur en landbouw op het gebied van bodem, stikstof, klimaat, nitraat en biodiversiteit worden gezamenlijk aangepakt. Er komt meer duidelijkheid en één aanpak in plaats van het huidige woud aan regels. Hierdoor ontstaat er perspectief en helderheid voor boeren.

De landbouw heeft immers wel degelijk toekomst in ons land. Niet alleen omdat wij hier een goed klimaat en vruchtbare bodems hebben, maar ook boeren met veel kennis en kennisrijke bedrijven, die met zaden, pootaardappelen en zuivelproducten Europees en vaak wereldwijd van grote waarde zijn. Dit kunnen we alleen maar volhouden, als we onze hoogwaardige landbouw hier koesteren. Zeker dit jaar, met de oorlog in Oekraïne en de gevolgen in met name Afrika, weten we weer dat voedsel en voedselzekerheid niet vanzelfsprekend zijn. Wij zetten ons in voor een volhoudbare landbouw voor boer en natuur. Het kabinet heeft ruim 24 miljard ter beschikking gesteld, niet alleen voor het oplossen van stikstof-, water- en klimaatproblemen, maar ook voor perspectief voor de boer. Wij hebben minister Staghouwer op het hart gedrukt om snel, kort na het zomerreces, te komen met concrete maatregelen die toekomstperspectief bieden aan boeren. Een groter deel van de prijs moet op het boerenerf landen. Weidevogelbeheer moet niet worden afgedaan met een fooi. Agrarisch natuurbeheer moet langjarig goed beloond worden. Laat heel helder zijn: een land zonder eigen voedselvoorziening en een platteland zonder boeren is voor de ChristenUnie ondenkbaar. 

Kunnen we het probleem niet oplossen met innovatie van de landbouw?

De ChristenUnie is trots op onze innovatieve landbouwsector. We zien ook dat er dankzij innovatie jarenlang goede stappen zijn gezet op het gebied van verduurzaming. Met innovatie kunnen we ook stappen zetten met het stikstofdossier, zeker in gebieden waar de stikstofproblemen kleiner zijn. Er is dan ook 4,9 miljoen euro beschikbaar gesteld voor innovatie in de landbouw.

Innovatie kan echter niet de ecologische problemen helemaal oplossen.  Ook de waterkwaliteit in Nederland moet écht beter. We hebben ook op dit gebied doelen gesteld die we zoals het nu lijkt lang niet gaan halen. En de klimaatverandering staat ook niet stil. Zonder goed drinkwater en met grote klimaatverandering staat de leefbaarheid op het spel. Bovendien zijn innovaties vaak te duur voor kleine bedrijven, waardoor een verplichting op innovatie voor schaalvergroting zorgt.

De onvermijdelijke conclusie is dat we te lang op de pof hebben geleefd. We hebben niet goed genoeg voor onze natuur gezorgd en we hebben te veel vee dat er in dit land past. Om echt in balans te komen met onze leefomgeving, moeten we de band tussen grond en vee herstellen en toe werken naar grondgebondenheid. Op die manier houden we in Nederland net zoveel vee als de grond aan mest nodig heeft en kunnen we toewerken naar het sluiten van de mineralenkringloop.

Met de richting die het kabinet nu inslaat, pakken we al die problemen aan, niet alleen het stikstofprobleem. We pakken het in één keer aan, en zo goed mogelijk.

Zijn de modellen wel betrouwbaar en realistisch?

Aan de hand van modellen wordt op dit moment berekent wat de depositie van een bepaalde activiteit is op een bepaald natuurgebied is (hoeveelheid stikstof die in dat gebied terechtkomt). De modellen zijn in grove lijnen betrouwbaar. Vergelijk het met het weerbericht. Deze geeft een goede verwachting weer van wanneer en hoe hevig het gaat regenen. Een weerbericht is echter niet geschikt om te berekenen hoeveel millimeter er op jouw stoeptegel voor het huis gaat vallen. De modellen zijn wat de ChristenUnie betreft niet ideaal om een individuele vergunning goed of af te keuren. Wij zouden liever een systeem zien waar gestuurd wordt op emissie (uitstoot) van bedrijven, in plaats van depositie. Daarvan kan je een betere inschatting doen. Op dit moment biedt de rechter daar nog geen ruimte voor, omdat we als overheid eerst moeten laten zien dat we écht onze stikstofuitstoot gaan verminderen.

De brief van de minister voor natuur en stikstof geeft een eerste inschatting hoeveel minder de stikstofuitstoot in bepaalde gebieden moet zijn. Een ecologische autoriteit gaat daarom per gebied controleren of die uitstoot inderdaad klopt. Dan kan het voor bepaalde gebieden zijn dat de reductie in werkelijkheid wat minder is, voor sommigen juist wat meer. De lijn is echter duidelijk en betrouwbaar.

Een veelgehoord tegenargument is dat, zelfs als we in Nederland niets zouden uitstoten, veel van de stikstof uit het buitenland komt. Dat klopt. Sommige doelen zijn niet realistisch. Als ChristenUnie willen we bij die natuurgebieden kritisch kijken of de juridisch bindende doelen wel haalbaar zijn en in gesprek met de Commissie kijken of er een realistischer doel gesteld kan worden. Dat zijn echter de uitzonderingen. We zitten, als je naar het algemene beeld kijkt, vér boven de limiet. Daar betaalt de natuur, en via de natuur ook onze en volgende generaties, de prijs van. Hoe je het wendt of keert, we moeten echt een omslag maken.