Schuldhulpverlening
Slechts een klein deel van de mensen met problematische schulden wordt uiteindelijk geholpen in een schuldhulpverleningstraject. Voor veel mensen is de drempel naar de gemeente te hoog. Voor veel mensen met schulden is de drempel naar vrijwilligersorganisaties, zoals SchuldHulpMaatje, kleiner. Alleen al om die reden zijn deze organisaties goud waard. We willen naar een situatie waarin het hebben van problematische schulden geen eindvonnis is zonder perspectief, maar een situatie waarin mensen een tweede kans hebben.
- Geen voorkeurspositie voor de overheid. Overheidsorganisaties, waaronder de Belastingdienst, zijn de grootste schuldeisers en ook vaak zelf een sta-in-de-weg bij het oplossen van schulden. Door normalisering van hun positie is een schuldenregeling eerder mogelijk.
- Schuldhulpmaatjes zijn cruciaal. Schuldhulpmaatjes worden vaker ingezet om naast iemand met schulden te staan en deze persoon gedurende het hele traject te begeleiden. De rol van vrijwilligers moet beter worden verankerd in het schuldhulpverleningsbeleid. Samenwerken is goed, maar het mag geen wegschuiven worden naar de vrijwilliger. De rolverdeling moet vast komen te liggen binnen een plan van aanpak zodat iedereen weet wat hij kan verwachten en de professional verantwoordelijk blijft.
- Vaker saneringskredieten. Saneringskredieten bieden schuldenaren rust en perspectief. Alle schuldeisers worden in één keer afgelost en het incasso-circus valt stil. Het instrument van saneringskredieten moet vaker worden ingezet.
- Garandeer het Vrij te laten bedrag (VTLB). Gemeenten mogen geen schuldenregeling aanbieden die onder het VTLB uitkomt. Wanneer schuldenaren daardoor geen afloscapaciteit hebben, kunnen mensen rechtstreeks een beroep doen op de Wet schuldsanering natuurlijke personen.
- Kwaliteit schuldhulpverlening omhoog. De verschillen tussen gemeenten zijn groot, in sommige gevallen te groot. Er komt daarom een kwaliteitskader waarin minimumeisen worden vastgelegd.
- Verkort de maximale termijn om tot minnelijke regeling te komen. De aflosperiode is recent verkort naar 18 maanden. Maar het duurt nog te lang voordat iemand in een schuldenregeling zit. Deze fase zou niet langer mogen duren dan 6 maanden.
- Nazorg na schuldhulpverleningstraject. Om te voorkomen dat iemand opnieuw terugvalt in een problematische financiële situatie is nazorg van belang. Zeker nu de aflosperiodes in de minnelijke en wettelijke schuldsanering verkort zijn, is dit extra belangrijk. Een nazorgtoets kan helpen om in te schatten wat voor nazorg iemand nodig heeft. Nazorg krijgt een betere wettelijke verankering in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.