Euro
De euro heeft veel dingen makkelijker gemaakt voor inwoners en ondernemers. Het is makkelijker om in Europa op vakantie te gaan en het is eenvoudiger handel te drijven op ons continent. Maar daarmee is niet alles gezegd, er zijn ook zorgen. De euro is voor het noorden te goedkoop, maar voor Zuid-Europa te duur. Waar de export van het noorden door de euro de laatste tijd floreerde, kwam die van het zuiden juist op achterstand te staan.
Dat dit tot grote problemen en politieke spanning over begrotingsbeleid en omgang met schulden kan leiden, is gebleken uit de crises van de afgelopen jaren. En dat is begrijpelijk: hoe een oudedagsvoorziening of sociaal vangnet moet worden vormgegeven moeten landen zelf beslissen, met oog voor de eigen culturele en sociale context. Maar kan dat wel, als dit leidt tot verslechterende overheidsfinanciën, wat – doordat sprake is van een muntunie – een financieel risico voor álle lidstaten vormt?
De muntunie is dus niet noodzakelijkerwijs stabiel of te allen tijde houdbaar. Eenduidige begrotingsregels en de daadwerkelijke handhaving daarvan en afstemming van het macro-economisch beleid moet de stabiliteit zo veel als mogelijk waarborgen, maar wel in het besef dat het intact blijven van de eurozone niet ten koste van alles kan en mag gaan.
- Gedwongen exit-optie én schuldkwijtschelding. Wij zijn er voorstander van dat een land dat stelselmatig niet voldoet aan de criteria voor de gemeenschappelijke munt uit de eurozone kan worden gezet. Dat is ook in het belang van het betreffende land zelf omdat er dan een meer sociaal aanpassingsproces kan worden gevolgd dan bij eurozone-deelname. Daarbij blijven we een helpende hand reiken, in de vorm van een economisch herstelprogramma, inclusief schuldverlichting én blijvend lidmaatschap van de EU. Ook krijgt het land desgewenst uitzicht op hernieuwde toetreding tot de eurozone in de toekomst, mits duurzaam aan de criteria kan worden voldaan. Institutioneel moet dit alles goed worden ingebed om domino-effecten bij uittreding te beperken.
- Solidair, maar geen eurobonds. In tijden van nood willen we bij uitstek solidair zijn binnen de Europese Unie. Toch mag dit geen aanleiding zijn om de door sommigen lang gekoesterde wens voor eurobonds te vervullen en daarmee een volgende stap richting federalisering te zetten.
- Niet verplicht de euro. De ChristenUnie wil dat de automatische koppeling tussen de Europese Monetaire Unie en de EU wordt losgelaten.
- Van bankenunie naar kapitaalmarktunie. De komst van het Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM) en toezicht op Europees niveau helpen voorkomen dat banken en nationale overheden elkaar meetrekken in een neerwaartse spiraal, zoals tijdens de kredietcrisis gebeurde. Het resolutiemechanisme helpt daarnaast te voorkomen dat banken, als het mis gaat, moeten worden gered met belastinggeld. Het is nu zaak de bankenunie af te ronden en werk te maken van de kapitaalmarktunie, die overheden bijvoorbeeld kan helpen om geld op te halen voor de transitie naar een duurzame economie, met green bonds.
- Stop met het opkopen van schulden en negatieve rentes. Het opkopen van schulden door de Europese Centrale Bank (ECB) is de laatste jaren van een crisisinstrument verworden tot een regulier monetair instrument. Inmiddels voert de ECB een verkrappend monetair beleid om de inflatie te temperen. Wij willen dat de ECB niet terugkeert naar het beleid van de laatste jaren, maar zich richt op zijn kerntaak: het bewaken van de prijsstabiliteit. Daarbij moet niet koste wat kost de inflatie ‘net onder, maar dichtbij’ de 2% worden gehouden. Dat heeft geleid tot onverantwoorde kunstgrepen als negatieve rentes. Beter is om voortaan met een bandbreedte te werken van bijvoorbeeld 1 à 2% op middellange termijn.
- Geen digitale euro als nut en noodzaak voor burger niet aantoonbaar is. In het huidige voorstel is de digitale euro een oplossing op zoek naar een probleem. Dit terwijl onwenselijke eigenschappen als programmeerbaarheid niet categorisch uit te sluiten zijn.