Abortus
Ieder mens is door God geschapen en is vanaf het meest prille begin door Hem geliefd. Ongeboren leven kan niet voor zichzelf spreken, dat moeten wij doen. De ChristenUnie hoopt op een samenleving waarin abortus niet als uitweg geldt voor onbedoelde zwangerschappen. Daarom maken wij werk van een zorgzame samenleving waar ruimte, veiligheid en alternatieven volop geboden wordt.
De ChristenUnie heeft zich altijd verzet tegen de Nederlandse abortuspraktijk, die indruist tegen één van onze meest elementaire waarden: de beschermwaardigheid van het menselijk leven. Het is hartverscheurend dat er in Nederland nog altijd meer dan 30.000 abortussen per jaar plaatsvinden.
De ChristenUnie is tegen de versoepelingen van de abortuswetgeving in de afgelopen jaren, en vindt dit een zorgelijke trend die niet verder mag gaan. Deze versoepelingen maken dat de bescherming van het ongeboren leven steeds minder gewicht heeft en dat in de noodsituatie van de vrouw, waarin zij een intens en overweldigend dilemma afweegt, er te weinig mogelijkheden in beeld komen voor een alternatief voor abortus. Wij willen dat de beschermwaardigheid van het ongeboren leven centraal staat. Dit betekent in deze tijd dat de abortuspraktijk zoals die nu is, niet op deze wijze kan worden voortgezet. Daarom werken we aan concrete maatregelen waarmee het aantal abortussen in Nederland significant daalt. Hiervoor kijken we zowel naar wijziging van wetgeving en beleid als naar maatregelen in de praktijk, zoals een sterke verbetering van preventie en de begeleiding en onafhankelijke counseling van ongewenst zwangere vrouwen.
- Voorkom onbedoelde zwangerschappen. De komende periode maken we verder werk van het voorkomen van onbedoelde en ongewenste zwangerschappen. De afgelopen periode is er een succesvolle aanpak ontwikkeld en is ingezet op het uitbreiden van programma’s als ‘Nu niet zwanger’. Een belangrijk onderdeel hiervan is voorlichting via scholen, huisartsen, verenigingen en (culturele) gespreksgroepen.
- Beschermwaardigheid van het leven weer centraal. De Nederlandse abortuspraktijk is te laagdrempelig, onder meer doordat het wettelijke criterium ‘noodsituatie’ in de praktijk ruim wordt ingevuld. De bestaande praktijk schiet daardoor tekort in de bescherming van het ongeboren leven. We willen dat het ongeboren leven centraal staat in de Nederlandse abortuswetgeving.
- De ChristenUnie wil praktische belemmeringen voor vrouwen wegnemen bij het opvoeden van hun kind. Tienermoeders en vrouwen met sociaaleconomische problematiek krijgen hulp bij huisvesting, financiën, het voortzetten van de opleiding en het opvoeden van hun kind.
- Keuzehulpverlening moet worden verbeterd. Er moet aandacht zijn voor de situatie die de zwangerschap ongewenst maakt, zodat ook alternatieven kunnen worden besproken.
- Zorg voor begeleiding en verwijzing door de huisarts.De beste manier om begeleiding, counseling en de nazorg voor onbedoeld zwangere vrouwen (en betrokken vader) te borgen, is via de huisarts.
- Alle vormen van anticonceptie die bijdragen aan een afname van het aantal ongewenste zwangerschappen en abortussen worden opgenomen in het basispakket. Dit is één van de meest effectieve maatregelen om het aantal abortussen omlaag te brengen en ongewenste zwangerschappen te voorkomen.
- De zwangerschapsafbreking wordt niet uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. Dit is allereerst een bescherming van het ongeboren leven. Daarnaast beschermt het de vrouw tegen een gedwongen abortus. Abortus is geen mensenrecht. De Nederlandse abortuspraktijk, bijvoorbeeld de beschikbaarheid van abortuspillen, wordt niet naar het buitenland geëxporteerd.
- Een realistische beraadtermijn blijft van belang. De noodsituatie van de vrouw, waarvan volgens de wet sprake moet zijn, dient invoelbaar te zijn voor de arts.
- Wekengrens terugdringen. In de huidige wetgeving is abortus niet toegestaan als er medisch-technologisch gezien sprake is van een levensvatbaar kind. Recente voorstellen om de wekengrens vast te leggen op 24 weken laten deze koppeling los en leggen de grens te hoog. Wij wijzen die voorstellen af. Door medische en wetenschappelijke ontwikkelingen zijn ongeboren kinderen al vóór de 24 weken levensvatbaar. Bij de totstandkoming van de Wet afbreking zwangerschap is er rekening gehouden dat dergelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot verschuiving van de wekengrens. We zetten ons er voor in dat levensvatbaarheid uitgangspunt is bij de bepaling van de wekengrens. Als er een wettelijke maximumgrens komt, pleiten wij voor een lagere wekengrens.
- Bij het afbreken van zwangerschap moeten zorgvuldigheidseisen uit de wet zeer nauw genomen worden.