Volkshuisvestingsbeleid
Het aantal betaalbare woningen nam het afgelopen decennium in ijltempo af. Met grote maatschappelijke gevolgen. Zo groeide het aantal daklozen de afgelopen tien jaar schrikbarend. Maar er zijn ook minder zichtbare gevolgen, zoals het leiden van een ‘uitgesteld leven’, waarin jongeren vanwege het ontbreken van een betaalbaar en zeker thuis, noodgedwongen levensbelangrijke keuzes uitstellen, zoals het krijgen van kinderen. Dit moet anders.
Betaalbaar starten. Starters moeten hun wooncarrière kunnen beginnen. We moedigen gemeenten aan om de schaarste eerlijk te verdelen en een deel van de te bouwen en vrijkomende sociale huurwoningen te reserveren voor starters, die op hun beurt doorstromen zodra hun inkomensniveau dat toelaat. Het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen wordt vergroot, op voorwaarde van het ‘revolverende’ effect en het voorkomen van prijsopdrijving.
Huren weer betaalbaar. De betaalbaarheid van huren staat onder druk door forse huurverhogingen. De maximale huurstijging moet onder de inflatie of CAO-loonstijging liggen, zodat de woonquote van huurders verbetert.
Bescherm de middenhuur en de huurder. De Wet betaalbare huur wordt ingevoerd, waardoor het puntenstelsel voor sociale huurwoningen ook gaat gelden voor woningen tot een huur van circa 187 punten/€1.100 per maand. Daarmee wordt de huurprijsbescherming uitgebreid naar huurhuizen voor middeninkomens voor leraren, onderwijzers en verpleegkundigen. Ook de inkomensgrenzen worden verruimd. De voor middenhuur bedoelde woningen blijven daarmee ook op lange termijn middenhuur. We stimuleren gemeenten om huurteams in te stellen, waar huurders terecht kunnen met vragen en vermoedens dat ze te veel huur betalen.
Van huurtoeslag naar huursubsidie. We schaffen de toeslagen af. De huurtoeslag wordt omgevormd naar een huursubsidie, gebaseerd op het vastgestelde inkomen van twee jaar terug (inclusief vangnetbepaling om schrijnende gevallen te voorkomen). Hiermee voorkomen we terugbetalingsproblematiek, zoals die er nu in grote mate is in het toeslagenstelsel. Om armoede en een armoedeval te voorkomen verhogen we de huursubsidie en maken we de afbouw meer geleidelijk.
Schaf de hypotheekrenteaftrek geleidelijk af. De ingezette beperking van de hypotheekrenteaftrek wordt verder doorgezet. Met de opbrengst wordt de inkomstenbelasting voor iedereen verlaagd. Voor huizen met een gemiddelde woningwaarde betaal je voortaan geen eigenwoningforfait meer. De leenruimte van tweeverdieners wordt niet verruimd, omdat alleenstaanden en alleenverdieners daardoor nog verder op achterstand komen te staan.
Bouwsparen voor starters. Om starters kansen te bieden, maken we bouwsparen fiscaal zo gunstig mogelijk. Ook wordt het makkelijker gemaakt om een woning te delen als goede vrienden, zonder een registratie als (fiscale) partners nodig te hebben. Verhuurders worden verplicht ook te verhuren aan woningdelers zonder het ophokken van woningen.
Voorkom dakloosheid. We voorkomen dakloosheid door te investeren in bestaanszekerheid, het creëren van voldoende betaalbare woningen en het voorkomen van huisuitzettingen bij betalingsachterstanden.
Maak een einde aan dakloosheid. Iedereen heeft een dak boven het hoofd nodig. Housing first is het uitgangspunt. Wanneer iemand een fatsoenlijk dak boven zijn hoofd heeft, kan iemand vanuit daar begeleid worden bij alle andere problemen die iemand heeft. Het is ons doel om in 2030 geen daklozen meer te hebben in Nederland.
Voor iedereen menswaardig onderdak. We maken een einde aan slaapzalen in de maatschappelijke opvang. Deze opvang wordt ook kleinschaliger georganiseerd. In 2030 kent geen enkele regio meer langdurig grootschalige opvang. Gemeenten krijgen een huisvestingsplicht voor alle mensen die uitstromen uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang, vergelijkbaar met de huisvestingsplicht voor statushouders. Er worden daarover prestatieafspraken gemaakt met woningcorporaties.
Schaf de kostendelersnorm bij tijdelijk verblijf af. De kostendelersnorm tot 27 jaar is afgeschaft. De wet moet nog verder worden aangepast. Wanneer iemand een naaste in acute (woning)nood onderdak biedt in de eigen woning, is de kostendelersnorm niet van toepassing. Daarnaast verzachten we de kostendelersnorm.
Weeskinderen beschermen we beter. Weeskinderen krijgen het recht om na het overlijden van hun ouders in de huurwoning te blijven wonen. Verhuurders mogen weeskinderen niet meer uit een sociale huurwoning zetten.
Lees hier alles over woningbouw