Natuur
Eerherstel voor de natuur
Niemand kan leven in een wereld zonder water, groen en natuur. De natuur toont een enorme variëteit in kleur, vorm, aard en ontwerp en laat daarmee iets van de heerlijkheid en creativiteit van de Schepper zien. Een reden voor fascinatie, blijvende verwondering en respect. Natuur is noodzakelijk en belangrijk voor ons welbevinden. Natuur heeft intrinsieke waarde als onderdeel van Gods schepping. Natuur is ook een belangrijke drager van en een ordenend principe voor de ruimtelijke inrichting. Tegelijk is het zo dat de natuur al jaren sterk onder druk staat: het aantal weidevogels is sterk teruggelopen en de mate van instandhouding van de natuur is beroerd, zelfs als je met een ruime natuurmaat meet. We vinden dat dit niet zo door kan gaan. De Rijksoverheid dient zelf het goede voorbeeld te geven. Dat uit zich niet alleen in beleid, ook in haar rol als agendahouder voor de leefomgeving (via de Ecologische autoriteit), ook in haar rol als natuurbeheerder (via Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer). De overheid faciliteert kennis (onafhankelijke voorlichting op gebied van natuur; onderwijs) en als gebiedsregisseur. Daarom willen we investeren in meer natuur en die natuur ook beter beschermen, juist ook daar waar economische belangen de boventoon dreigen te voeren. Goed natuurbeleid gaat over meer dan stikstof. Het vraagt dat we werken aan vier grote uitdagingen: versnippering, verzuring, vermesting en verdroging. Het doel is herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.
- Breng kinderen in contact met de natuur. Alle kinderen hebben recht op natuur. Educatie en onderwijs over natuur en landschap worden een vast onderdeel op basis en middelbare scholen. Liefde en respect voor de natuur beginnen al vroeg.
- Investeer structureel meer geld in natuur. Er is de komende jaren extra geld voor natuurherstel en natuuruitbreiding. Er komt in het kader van de voltooiing van Natuurnetwerk Nederland de komende jaren tenminste 80.000 hectare natuur bij. Om de ambities op het gebied van natuur waar te kunnen maken, moet er structureel geld bij. Niet alleen voor natuurherstel en beheer, maar ook voor recreatieve voorzieningen en toezicht en handhaving. Natuurbeheer wordt kostendekkend en volledig gefinancierd op basis van onafhankelijk geverifieerde normkosten.
- Voltooi het Nationaal Natuurnetwerk. De Natura2000 gebieden, het Nationaal Natuurnetwerk en de ecologische verbindingen ertussen (zoals ecoducten en wildtunnels) zijn cruciaal voor een robuuste natuur in Nederland en moeten voor 2030 gerealiseerd worden. Er komt een aanpak om zones rond natuurgebieden aan te wijzen die bij nieuwe ontwikkelingen en/of besluiten worden beschermd.
- Ga voor natuurherstel door in te zetten op minder stikstofuitstoot. De stikstofemissies, zowel ammoniak als stikstofoxiden, moeten met de helft omlaag. De reductie daarvan is goed voor de natuur. Alle sectoren dragen hieraan evenredig hun steentje bij. Hiermee verlaten we de ingewikkelde focus op depositiesturing en slaan we een nieuwe weg in met het stikstofbeleid. De stikstofhandel gaan we strikt reguleren (wel binnen, maar niet tussen sectoren).
- Investeer in natuurherstel. Naast stikstof zijn er andere belangrijke drukfactoren die de kwaliteit van de natuur bedreigen, zoals hydrologie en versnippering. Er is een visie nodig voor de inrichting van ons land, gebaseerd op robuust systeemherstel. Dat vormt de basis voor de gebiedsprocessen en keuzes die worden gemaakt. Ook daaraan wordt gewerkt, rekening houdend met de adviezen van de Ecologische Autoriteit.
- Bescherm en investeer in vijf grote Nationale Parken van wereldklasse in Nederland. De Nationale Parken (het Waddengebied, de Hollandse vastelandsduinen, de Zuidwestelijke Delta, de Veluwe, de IJsseldelta) vertegenwoordigen ‘internationale unieke waarden van natuur, landschap en cultureel erfgoed’, zijn robuuster en grootschaliger dan de meeste huidige nationale parken. In de nieuwe Nationale Parken is de relatie tussen mens en natuur leidend en krijgt dit een juridische status. Nederland volgt daarmee de internationale lijn van Nationale Parken.
- Groen stedelijk gebied. Elke Nederlander moet vanuit huis makkelijk in de natuur kunnen komen, daarvoor is een groen en waterrijk netwerk door het hele land nodig. Gemeenten zorgen bij nieuwbouw voor voldoende groen. Nieuwbouw wordt groen ontworpen. Bij nieuwbouw wordt inpasbaarheid van natuurlijk groene ruimte ruimschoots meegenomen. Verdichting en vergroening moeten hand in hand gaan om hittestress te verminderen, biodiversiteit in de stad te vergroten en bij te dragen aan schonere lucht en betere leefbaarheid. We ondersteunen particuliere initiatieven die daaraan bijdragen. Het verkrijgen van vergunningen voor de kap van bomen moet moeilijker worden. Bomen van 30 jaar of ouder mogen niet worden gekapt, tenzij er een dwingend belang is.
- Minimaal 10% meer bos. Er moet 37.000 hectare aan bos bij. Bosuitbreiding wordt via een programmatische aanpak stapsgewijs gerealiseerd. De regie daarvoor ligt bij het Rijk en de Provincies. Dat is goed voor de biodiversiteit, het vastleggen van CO 2 en voor de mens. Multifunctionele bossen leveren een belangrijke bijdrage aan recreatie, natuur en circulaire grondstof. Nieuwe bossen kunnen hier een belangrijke rol in vervullen. Daarnaast moeten we ook goed zorgen voor de bestaande bossen. We streven naar maximale biodiversiteit, dus inheemse bomen. We streven naar optimale, inheemse biodiversiteit in de natuurbossen. In de multifunctionele bossen gaan biodiversiteit, houtoogst en recreatie evenwichtig samen. We zetten in op herstel van houtwallen, singels en hagen (met vergoeding voor de boer en natuurbeheerders), en voor structureel meer bomen en/of struiken op en rond bedrijventerreinen, luchthavens en langs de gemeentelijke, provinciale en rijks infrastructuur. Ook leggen we meer moerassen en kwelders aan.
- Beheervergoeding voor natuur. We zetten in op goed beheer van bestaande natuurgebieden door hier via de provincies goede structurele vergoedingen tegenover te stellen. Boeren en natuurorganisaties worden beloond voor het onderhoud van landschapselementen en het beheer van soorten.
- Verpacht overheidsgrond alleen onder strikte duurzaamheidsvoorwaarden. De voorwaarden zijn gericht op behoud of versterking van de biodiversiteit.
- Meer kruidenrijk grasland. Kruidenrijk grasland draagt bij aan biodiversiteit, een gezonde bodem en het klimaat. Via de eco-regeling wordt dit bevorderd en er wordt voor voldoende budget gezorgd.
- Meer aandacht voor landschap en cultuurhistorie. Wij zijn trots op ons archeologische en cultuurhistorisch erfgoed. Die houden wij goed in stand. Het behoud van cultuurhistorische en landschapselementen moet een sterker onderdeel worden van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB), zodat het loont voor boeren om zich hiervoor in te zetten.
- Groene boa’s in buitengebied. In het buitengebied is sprake van toenemende criminaliteit, zoals afvaldumping en met name drugsafval. Er komt geld voor meer groene boa’s in het buitengebied.
- Bescherm het Waddengebied. Het Waddengebied is UNESCO-werelderfgoed. Het Waddengebied kampt met teveel drukfactoren, zoals baggeren, kabels, zout- en gaswinning. Dit staat op gespannen voet met de bescherming van het gebied. Er komen geen nieuwe drukfactoren bij en de vergunningverlening voor gaswinning bij Holwerd wordt stopgezet.
- Pak de vogelgriep aan. Vogelgriep is een blijvend probleem voor (wilde) vogels. Er komt geld voor het opruimen van dode wilde vogels door specialisten en voor onderzoek naar ontwikkeling van het virus en de impact ervan op populaties.
- Verbeter het faunabeheer. Jacht moet geen sport zijn, maar ten dienste staan van goed faunabeheer en schadebestrijding. Planmatig afgeschoten (bejaagbaar) wild moet als voedsel worden aangeboden.
- Omgang met de wolf. De wolf is na lange tijd weer terug in Nederland. We zijn niet meer gewend aan leven met de wolf. Er moet duidelijke informatie komen en tegelijk moet beheer mogelijk zijn, vooral op plaatsen waar andere functies worden verstoord (zoals begrazing van de heide door schapen).
- Geen steun voor diepzeemijnbouw. De regering handhaaft haar inzet bij de Internationale Zeebodemautoriteit om voorlopig geen diepzeemijnbouw toe te staan. Nederland zal zelf geen exploratiecontracten sluiten. Daarnaast worden bedrijven niet ondersteund voor diepzeemijnbouw met bijvoorbeeld een exportkredietverzekering.
Landbouw in balans met de omgeving en de natuur
De ChristenUnie wil werken aan een vitale agrarische sector, die zowel wat betreft omvang als werkwijze in balans is met de omgeving. We volgen het principe om bodem en water als sturend te beschouwen voor wat kan en moet. We willen stimuleren door het goede te belonen, we willen ontmoedigen door vervuiling of emissies te beprijzen (belasten) en te normeren. Wij willen boeren fair belonen voor de groene diensten en het beheer dat ze leveren.
Maak grondgebondenheid een randvoorwaarde. We werken de komende 10 tot 15 jaar toe naar een grondgebonden melkveehouderij, die in balans is met de omgeving en het benodigde ruwvoer op eigen grond of in de directe omgeving produceert. Dat past helemaal bij het kringloop-principe. Grondgebondenheid kan op verschillende manieren worden ingevuld, bijvoorbeeld met een combinatie van een maximaal aantal koeien en maximale melkproductie per hectare.
Start een kenniscentrum bedrijfsovername en -start. De overheid start in samenwerking met NAJK, LTO en de banken een Kenniscentrum Bedrijfsovername en -start, met als doel jonge boeren te begeleiden bij een bedrijfsovername en/of bedrijfsstart. Ook zorgen we voor vestigingssteun als een duwtje in de rug.
Sluit de nutriëntenkringlopen. We willen een sluitende kringloop van mest, gewas, voer, voedsel en restproducten bij voorkeur op lokaal niveau. Op deze manier gebruiken de akkerbouw, tuinbouw en veehouderij de grondstoffen en reststromen van de voedingsmiddelenindustrie en elkaars voedingsketens. Daarbij is het van belang dat de omvang van de verschillende vormen van landbouw goed op elkaar zijn afgestemd.
Waardevolle producten uit mest. De intensieve niet-grondgebonden veehouderij, bijvoorbeeld met varkens en pluimvee, moeten hun mest verplicht verwerken. Deze bedrijven hebben over het algemeen niet voldoende eigen grond om de kringloop, inclusief alle geproduceerde mest, te sluiten. Overtollige mest moet worden verwerkt tot waardevolle producten.
Verbeter de bodemvruchtbaarheid. Een boer die goed voor zijn grond zorgt, is een goede boer. De productie en het gebruik van kunstmest dragen bij aan de stikstof-disbalans in de agrarische sector. Het produceren van kunstmest kost ook nog eens veel energie. Daarom streven we ernaar het gebruik van kunstmest in de akkerbouw te vervangen door groenbemesters, meer vlinderbloemige (eiwit)gewassen in het bouwplan, dierlijke mest en reststromen als maaisel. Hiermee bevorderen we de samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers rond mest. Daarnaast werken we aan aanpassingen van nationale en Europese mestregels, zodat deze dienstbaar worden aan de kringlooplandbouw en betere zorg voor de bodem mogelijk maken.
Een Europese omslag naar kringlooplandbouw. De EU wil met haar Green Deal en van boer tot bord-strategie de landbouw verduurzamen en klimaatneutraal maken. Kringlooplandbouw past daarin. Het Europese landbouwbeleid moet ervoor zorgen dat het aantrekkelijk en lonend wordt voor boeren om maatregelen te nemen op het gebied van klimaat, milieu en biodiversiteit. Dat kan bijvoorbeeld door inkomensondersteuning te koppelen aan vergroening (randvoorwaarden) en duurzaamheidsprestaties.
Ontwikkel een duurzaamheidsdashboard. De ChristenUnie is voorstander van zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften. Wij willen ondernemers ruimte geven en aanspreken op hun ondernemerschap (de boer aan het stuur). Er wordt een duurzaamheidsdashboard ontwikkeld dat ondernemers inzicht geeft in hun beheer- en milieuprestaties en handelingsperspectief geeft om deze prestaties bij te sturen en te verbeteren. Aan dit instrument worden beloningen en heffingen/sancties verbonden. Op deze manier wordt boeren de mogelijkheid geboden om via doelsturing milieudoelen te bereiken.
Geen teelten die gevoelig zijn voor uitspoeling. Om waterkwaliteit te beschermen, kunnen sommige gewassen beter niet meer op bepaalde bodemsoorten geteeld worden. Door hier heldere richtlijnen over te geven, kunnen we af van kalenderlandbouw met verplichte oogstdata.
Stel een CO2-heffing en beloning in. De ChristenUnie wil boeren ruimte geven en tegelijkertijd de maatschappelijke kosten vertalen in prijzen. Daarom komt er een heffing op de uitstoot van broeikasgassen in de veehouderij, waarbij het onvermijdelijke deel van de uitstoot vrijgesteld wordt, en er komt een financiële beloning voor opslag van CO2 in de bodem, waarbij boeren worden gestimuleerd om door grondwaterpeilverhoging CO2 vast te houden. Ook vezelteelten voor de bouw en isolatie van huizen gaan we beter stimuleren.
Ga zorgvuldig om met landbouwgrond. Er komt een Afwegingskader functieverandering landbouwgrond om zorgvuldig om te gaan met landbouwgrond en de juiste afwegingen te maken bij functiewijziging. Dit wordt juridisch geborgd in de AMvB ‘Borging Kwaliteit Leefomgeving (BKL)’ onder de Omgevingswet.
Stel regionale grondbanken in. Als boeren besluiten hun bedrijf te stoppen, kan de grond via de grondbanken opnieuw met aantrekkelijke pachtvoorwaarden (inclusief gebruikscondities) worden uitgegeven via grondbanken. Hierdoor blijft landbouwgrond zoveel mogelijk beschikbaar voor de landbouw, zodat de omslag naar kringlooplandbouw kan worden gemaakt.
Naar een duurzame toekomstbestendige glastuinbouw. De Nederlandse glastuinbouw wordt gestimuleerd zoveel mogelijk om te schakelen naar een circulair systeem. Een duurzame energievoorziening is daarbij onmisbaar, bijvoorbeeld door gebruik te maken van aardwarmte en restwarmte uit andere sectoren. De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie wordt losgekoppeld van de aardgasprijs. Ook worden zo efficiënt mogelijk voedselgewassen en sierproducten geteeld zonder emissies (bijvoorbeeld van gewasbeschermingsmiddelen) naar bodem, water en lucht. CO₂ wordt uit de lucht gehaald of afgevangen door de industrie en hergebruikt in de kas. Het Convenant Energietransitie Glastuinbouw voeren we onverminderd uit op weg naar een klimaatneutrale glastuinbouw in uiterlijk 2040. Voor een toekomstbestendige glastuinbouw willen we krachtige tuinbouwclusters ruimtelijk concentreren en stimuleren we coöperaties in het glastuinbouwgebied..
Investeer in de eiwittransitie. Er is betere samenwerking nodig rond de eiwittransitie van minder dierlijke naar meer plantaardige eiwitten. Dat betekent dat samen met de verwerkende industrie naar mogelijkheden wordt gezocht om de eiwittransitie tot stand te brengen. Initiatieven van de grote verwerkers worden ondersteund, maar ook de vele nieuwe initiatieven van het mkb en startende ondernemers, evenals de veredeling van eiwitgewassen.
Vergroting biodiversiteit. Een hoge biodiversiteit is van levensbelang voor de bestuiving van allerlei gewassen, voor een rijk bodemleven, goede bodemvruchtbaarheid en weerbaarheid tegen ziekten en plagen. Afwisseling van grasland, akkerbouwgewassen en landschapselementen is hierbij essentieel. Boeren krijgen een passende beloning als ze biodiversiteitsmaatregelen nemen. We geven hier uitvoering aan via het Deltaplan biodiversiteit, het Aanvalsplan landschapselementen, de regeling Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer en via uitbouw van prestatiebeloning in de eco-regeling.
De boer als beheerder van de groene ruimte. In veenweidegebieden en andere specifieke agrarische cultuurlandschappen hebben we boeren hard nodig als beheerder van de groene ruimte. De overheid draagt via een beheervergoeding bij aan een redelijk inkomen voor deze ondernemers. Een gediversifieerde bedrijfsvoering, die ook ruimte biedt voor recreatie en andere dubbelfuncties, kan bijdragen aan een gezond verdienmodel. De mogelijkheid voor een sociale functie zoals een zorgboerderij, kinderopvang of een dagbesteding wordt gestimuleerd door cursussen voor het starten van een extra tak op het agrarisch bedrijf te vergoeden.
Stimuleer de teelt van alternatieve gewassen en rotatie. Monoculturen zijn kwetsbaarder voor ziekten en plagen. We stimuleren boeren om in te zetten op alternatieve gewassen, strokenteelt en rotatie, zodat minder pesticiden nodig zijn.
Beperk het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Om de chemische gewasbeschermingsmiddelen in ons oppervlaktewater en grondwater te verminderen, worden verplichtende afspraken gemaakt, bij voorkeur in Europa, zodat op dit gebied een gelijk speelveld ontstaat. Ook vinden we dat de beschikbaarheid en toelating van groene middelen beter moet.
Klimaatvriendelijk en energiezuinig. De agrarische sector kan een grote bijdrage leveren aan de klimaat- en energiedoelen, door energiezuinig en klimaatvriendelijk te opereren. Zonne- en windenergie krijgen een plek in het businessmodel op het boerenerf. Ook komt er ruimte om te experimenteren met emissie-reducerende technieken. Veehouders krijgen de ruimte voor innovatieve bronmaatregelen en schone productietechnieken. Hun bijdrage moet als sectorprestatie worden gehonoreerd en niet bij andere sectoren worden meegeteld.