Mensenhandel
Mensenhandel, dwang en uitbuiting zijn aan de orde van de dag in Nederland. Een onverteerbaar onrecht. Jaarlijks gaat het naar schatting om circa 5000 mensen, waarvan het merendeel onzichtbaar blijft. Daar zijn bovendien veel minderjarigen bij. Het gaat onder andere om seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of criminele chantage. Kinderen worden gedwongen om drugskoerier te zijn, vrouwen en mannen belanden in de prostitutie of er is sprake van arbeidsuitbuiting. Dat raakt ons in het bijzonder omdat God mensen heeft gemaakt om in vrijheid te leven, niet in systemen van gevangenschap, slavernij en uitbuiting. Deze moderne slavernij moet stoppen.
- Zie prostitutie als mensenhandel. Prostitutie is ongelijkwaardig, er is meestal sprake van machtsongelijkheid, economische ongelijkheid en genderongelijkheid. Daarom is de ChristenUnie tegen prostitutie en kiest voor beleid dat zo min mogelijk slachtoffers maakt. Want het grove onrecht dat kwetsbare mensen wordt aangedaan willen we bestrijden. Door goede hulp te bieden, door goede opsporing en berechting van allen die zich schuldig maken aan dwang, uitbuiting of het sponsoren ervan, en stoppen met het legalisatiebeleid.
- Voer het ‘Nordic model’ in. Zonder klanten zou mensenhandel niet bestaan, daarom wordt het kopen van seks strafbaar voor de klant, niet voor de prostituee. Dit naar voorbeeld van Zweden, Noorwegen en Frankrijk en in navolging van het burgerinitiatief ‘Ik ben onbetaalbaar’. Invoering van het ‘Nordic model’ moet samengaan met goede hulpverlening en uitstapprogramma’s.
- Maak registratie en een taal-eis verplicht voor prostituees. In de aanloop naar de invoering van het ‘Nordic model’ komt er een registratieplicht voor prostituees. Dit voorkomt dat vrouwen onderdeel blijven van een rondreizend kartel van mensenhandelaren. Ook worden er eisen gesteld aan de beheersing van de Nederlandse taal, het zelfredzaam zijn en het kennen van de eigen rechten.
- Laat het ingezetenencriterium ook voor prostitutie gelden. Net als softdrugs is prostitutie geen geschikt uitje voor buitenlandse toeristen. Het ingezetenencriterium gaat ook voor prostitutie gelden.
- Hanteer een minimumleeftijd. De minimumleeftijd voor prostitutie van zowel prostituée als prostituant gaat naar 24 jaar.
- Wetgeving tegen mensenhandel. De wetsvoorstellen rondom regulering van prostitutie en modernisering van de strafbaarstellingen rondom mensenhandel worden zo snel mogelijk ingevoerd. Deze wetgeving ligt al veel te lang op de plank.
- In actie tegen pooiers. Er komt een pooierverbod, met stevige strafrechtelijke consequenties.
- Versterk uitstapprogramma’s voor prostituees. Uitstap- en hulpprogramma’s vormen een structureel onderdeel van het prostitutiebeleid. Landelijk wordt geborgd dat er in elke regio hulp beschikbaar is. Uitstappen is een, de samenleving instappen is twee. Daarom wordt de doelstelling van de subsidies voor uitstapprogramma’s verbreed, naar hulp bij het vinden van werk, huisvesting (inclusief urgentieverklaring), scholing en schuldhulpverlening. Zo worden slachtoffers uit de klauwen van handelaren gehouden. Gemeentes nemen in hun gemeentelijk prostitutiebeleid een alinea op over mannen/jongensprostitutie. Projecten als het Overweeghuis in Groningen hebben een voorbeeldfunctie.
- Betere bescherming van minderjarige slachtoffers. Steeds vaker worden minderjarigen ingezet door criminele (drugs)bendes. Deze jonge slachtoffers lopen het risico om als dader te worden vervolgd. Het non-punishmentbeginsel wordt wettelijke verankerd om dit tegen te gaan. Klanten die seks kopen van minderjarigen zijn verantwoordelijk en maken zich strafbaar aan een zedendelict. Er komt voldoende capaciteit voor opsporing en daadwerkelijke berechting wordt een prioriteit.
- Veilige opvang voor slachtoffers van loverboys, pooiers en mensenhandelaren. Jonge meisjes en jongens die weglopen uit zorginstellingen vallen nu nog te vaak in de handen van daders. Maar ook op of rondom sommige scholen met kwetsbare kinderen wordt geronseld. Kinderen moeten veilig zijn, thuis, in een instelling en ook op school. Dit vraagt betere samenwerking tussen zorginstellingen en opsporing, en meer bewustwording bij scholen.
- Bestrijd kinderporno. Het is onaanvaardbaar dat Nederland koploper is in het hosten van kinderporno, dat moet stoppen. De ChristenUnie wil effectieve strafwetgeving en een grotere verantwoordelijkheid voor hostingbedrijven om hier een einde aan te maken.
- Opstaan tegen misstanden in de porno-industrie. Ook de porno-industrie zal aan de eisen in de nieuwe prostitutiewet moeten voldoen. In navolging van Frankrijk gaat Nederland toegang van minderjarigen tot pornosites blokkeren.
- Versterk de strafrechtelijke aanpak. Op dit moment worden te weinig mensenhandelaren, klanten en uitbuiters veroordeeld. De vangst blijft vaak beperkt tot het laaghangende fruit: de ‘kleinere pooiers’. We investeren in gespecialiseerde politiemensen, officieren van justitie en rechters. De aangiftebereidheid van slachtoffers wordt vergroot door het strafproces bij zaken rond mensenhandel slachtoffervriendelijker te maken. Daarnaast zetten we in op vroegbescherming, zodat slachtoffers zich veilig voelen om aangifte te doen.
- Online mensenhandelaren aanpakken. We investeren in innovatieve middelen zoals een webcrawler en de inzet van lokprofielen, om mensenhandelaren die online actief zijn aan te pakken. We pakken daders aan, die bewust misbruik maken van kwetsbare slachtoffers, zoals de zogenaamde pro-ana coaches.
- Arbeidsuitbuiting blijft niet onbestraft. De lat om arbeidsuitbuiting te bewijzen, ligt onevenredig hoog. Arbeidsuitbuiting blijft daardoor veel te vaak onbestraft. Daarom is intensivering van de opsporing en aanpassing van de strafwetgeving nodig.
- Breng mensenhandel beter in zicht. Arbeidsmigranten kunnen slachtoffer worden van mensenhandel. Verschillende rapporten van Comensha, de arbeidsinspectie en andere Ngo’s laten dit herhaaldelijk zien. Tegelijkertijd wordt nog te weinig mensenhandel geconstateerd, omdat de verschillende organisaties andere criteria gebruiken voor arbeidsuitbuiting. Het is van belang dat zij hun werkwijzen en taal overeen laten komen. Definities leggen we wettelijk vast.
- Aandacht voor mensenhandel bij asielverzoeken. Bij de beoordeling van asielverzoeken is specifieke aandacht nodig voor mensenhandel. Medewerkers van de IND die asielaanvragen beoordelen, moeten in staat zijn signalen te herkennen van mannen, vrouwen en kinderen die vastzitten in een dwanghuwelijk, onder invloed staan van een pooier of zijn geronseld voor dwangarbeid. Een multidisciplinaire commissie gaat in lijn met de succesvolle ‘Pilot aannemelijkheid slachtofferschap’ vaststellen of iemand slachtoffer is.
- Europese aanpak mensenhandel. Meer aansluiting van wet en regelgeving binnen Europa: nu hanteren EU-lidstaten verschillende definities over mensenhandel en uitbuiting en hebben delicten in lidstaten een andere strafmaat. Criminelen zoeken in een globaliserende wereld de plekken waar ze het makkelijkst wegkomen en waar ze tegelijkertijd veel geld kunnen verdienen: bijvoorbeeld Nederland.
- Samen sterk tegen mensenhandel. Nederland werkt samen met de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk om een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen tegen mensenhandel. Het mandaat van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel wordt daarvoor uitgebreid, in ieder geval naar de BES-eilanden. Nederland ondersteunt de CAS-landen ook bij het verbeteren van de opvang van slachtoffers van mensenhandel.