Infrastructuur
Mensen hebben de behoefte voorzieningen te bereiken (bereikbaarheid), en niet om zoveel mogelijk kilometers te rijden (mobiliteit). Bereikbaarheid moet het uitgangspunt worden bij nieuwe infrastructuurprojecten. Komen op de plek waar je wilt zijn, op de vlotte, duurzame en betaalbare manier.
Bereikbaar blijven. We veranderen het mobiliteitsfonds in een bereikbaarheidsfonds zodat er voortaan meer gaat naar projecten voor het bereikbaar houden van kernvoorzieningen zoals scholen, ziekenhuizen en winkels. Projecten waar geld naartoe gaat kunnen ook vervoersvormen combineren en zijn daarmee modaliteits-overstijgend.
Meer wandel- en fietspaden. We willen dat meer mensen de fiets nemen. Daarom investeren we in een fijnmazig netwerk van (onverharde) wandel- en fietspaden dichtbij draagt bij aan een groene en gezonde leefomgeving die uitnodigt tot beweging. In 2030 willen wij een toename van het fietsgebruik met ten minste 25% ten opzichte van 2020. Het aandeel van de fiets in ritten tot 7,5 km groeit van 35% naar ten minste 45%. Wij investeren fietssnelwegen (zonder stoplichten) en meer fietsenstallingen bij OV-knooppunten en in binnensteden. Op elk station komen deelfietsen beschikbaar. Het wordt makkelijker geld vrij te maken voor fietsinfrastructuur in het infrastructuurfonds. In aanvulling op de Nationaal toekomstbeelden OV, auto en fiets komt er ook een toekomstbeeld voor lopen.
Kies voor duurzaam vervoer. Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen krijgen duurzame vormen van mobiliteit (zoals lopen, fietsen en ov) meer prioriteit dan minder duurzame mobiliteitsvormen (zoals de auto). We investeren 500 miljoen euro per jaar in de versterking van het openbaar vervoer en ook nog 500 miljoen euro per jaar in het spoor.