Eerlijke buitenlandse handel
Als we kiezen voor nieuw rentmeesterschap, kiezen we ook voor eerlijk handel. En dat is nodig. Van alle Europese landen heeft Nederland de slechtste papieren als het gaat om de impact van ons handelen op de kansen voor andere landen om zich duurzaam te ontwikkelen. Als onze manier van produceren en consumeren veranderen, gaat dat ook iets betekenen voor onze omgang met handel. Duidelijke normen voor eerlijke en duurzame productieketens zijn nodig. We wachten niet meer tot andere landen die keuzes voor ons maken. We moeten voorop gaan in het normeren van ons gedrag en het beschermen wat kwetsbaar is. Dichtbij én ver weg.
- Verplicht maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. We willen dat iedereen beter wordt van internationale handel. Daarom voert het nieuwe kabinet de Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen (Wvedio) in. De wet komt voort uit een initiatiefwetsvoorstel van de ChristenUnie en vijf andere partijen. Deze wet verplicht bedrijven om zorg te dragen voor de naleving van mensenrechten en de bescherming van het milieu, ook door de buitenlandse bedrijven waarmee zij zakendoen.
- Maak OESO-richtlijnen ook de norm voor Europese IMVO-wetgeving. Ook Europese wetgeving die internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) verplicht stelt, dient volledig in lijn te zijn met de richtlijnen voor gepaste zorgvuldigheid die binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zijn afgesproken.
- Geef als overheid het goede voorbeeld Het kabinet brengt in 2024 het Maatschappelijk Verantwoord Inkoopbeleid (MVI) van de Nederlandse overheid in lijn met de OESO-richtlijnen.
- Stel Europese standaarden als norm. Standaarden die binnen de EU gelden op het gebied van klimaat, volksgezondheid, dierenwelzijn, voedselveiligheid, milieu, privacy en de positie van werknemers moeten ook gelden voor producten die door de EU worden geïmporteerd. Het gaat hierbij zowel om product- als productiestandaarden. We pleiten in Europees verband voor een systeem waarbij niet alleen op CO2, maar op alle planetaire grenzen waar we in Europa beleid op maken, aan de grens een heffing getroffen mag worden.
- Gooi onze uitstoot niet over de schutting. Bij de maatregelen die we nemen om te verduurzamen en onze consumptie te matigen is het cruciaal dat we zogenaamde weglekeffecten voorkomen. Vermindering van onze CO2-uitstoot mag niet leiden tot meer broeikasuitstoot en vervuiling in andere delen van de wereld.
- Geen exportkredietverzekering fossiele industrie. Ook bedrijven die een exportkredietverzekering willen afsluiten, moeten voldoen aan IMVO-normen. De beschikbaarheid van exportkredietverzekeringen voor de fossiele energie worden beperkt.
- Kritisch zijn op handelsverdragen. De ChristenUnie is kritisch op de gevolgen van handelsverdragen voor mens en natuur en voor de voedselzekerheid en voedselveiligheid. Daarmee kan er geen steun zijn voor het huidige Mercosurverdrag tussen de Europese Unie en Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay.
- Monitor het effect van vrijhandelsakkoorden. Monitoring van de effecten van vrijhandelsakkoorden voor ontwikkelingslanden is cruciaal om te waarborgen dat vrijhandel duurzame en inclusieve ontwikkeling stimuleert. Er moet een robuust monitoringsmechanisme komen dat directe belanghebbenden de mogelijkheid tot inspraak biedt.
- Geen speciale arbitrage voor multinationals. Multinationals mogen geen exclusieve juridische rechten krijgen ten opzichte van burgers en mkb-bedrijven. Dus geen afzonderlijke juridische arbitrage voor multinationals.
- Pak belastingontwijking aan. Belastingontwijking leidt tot sociale onrechtvaardigheid. Belasting hoort te worden betaald waar winst en inkomen worden verkregen. De ChristenUnie wil dat Nederland meer doet om belastingontwijking tegen te gaan, ook in eigen land. Bedrijven moeten openbaar maken waar zij belasting betalen. Dit geldt ook voor buitenlandse bedrijven die in Europa opereren, met de nadruk op multinationals.
- Voorkom afhankelijkheid van China Op economisch vlak zijn we te veel afhankelijk van China. Daarom moet Nederland in Europa afspraken maken om zeggenschap of eigendom te behouden van cruciale bedrijven of infrastructuur, zoals banken en zeehavens.