Economie
Wat we voor ogen hebben is een economie die dienstbaar wordt gemaakt aan sociale en ecologische doelen. De ChristenUnie is niet tegen economische groei. De ChristenUnie is voor kwalitatieve groei die sociale en ecologische condities versterkt. Een brede welvaartsgroei die ons gelukkiger maakt en die niet ten koste gaat van mensen elders op de wereld en hun natuurlijke omgeving. Samen zorgdragen voor een ecologisch en sociaal verantwoorde economie schept nieuwe mogelijkheden en andere vormen van collectieve rijkdom. We stappen binnen enkele decennia over van een verspillend systeem van ongeprijsde schaarste naar een economie in dienst van duurzame overvloed. Met haar programma kiest de ChristenUnie voor een andere economie, waarbij de economie niet langer de spelbreker is om te verduurzamen, maar verduurzaming juist stimuleert door prijzen het échte verhaal te laten vertellen. Zo worden de maatschappelijke kosten niet langer afgewenteld op het milieu, maar meegenomen in het handelen van ondernemers en consumenten. En we zorgen ervoor dat iedereen mee kan doen.
- Meet succes af aan brede welvaartsindicatoren. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend. Er komt een brede welvaartsindicator, zoals de door het CBS ontwikkelde brede welvaartsmonitor - waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met economische impact, maar ook met ecologische en sociaal-maatschappelijke impact hier en nu én daar en later. Deze monitor krijgt een gelijkwaardige positie naast de puur economische analyses bij het ramen, opstellen en evalueren van begrotingen en beleid. Dat betekent dat de Monitor Brede Welvaart een centrale rol gaat vervullen bij het opstellen en doorrekenen van de Miljoenennota, de Rijksbegroting, regeerakkoorden en verkiezingsprogramma’s.
- Koester de publieke zaak. Publieke sectoren zijn geen kostenpost, maar een belangrijke randvoorwaarde voor een goed functionerende samenleving en bloeiende economie. Bezuinigen op toezicht, handhaving, veiligheid en uitvoering, zoals na de kredietcrisis is gebeurd, is een no go. Tegelijk bewaken we dat de snelle groei van de zorguitgaven noodzakelijke investeringen niet wegdrukken. Naast het nemen van concrete maatregelen, zoals het in loondienst brengen van medisch specialisten, gaat het hierbij om de manier waarop besluitvorming tot stand komt. Op dit moment vergen extra investeringen in bijvoorbeeld de kwaliteit van het onderwijs expliciete politieke besluiten, terwijl extra uitgaven die de kwaliteit van de zorg verhogen automatisch tot stand komen. Dat trekken we gelijk, voortaan vergen beide politieke besluitvorming.