Arbeidsmarkt
Op de huidige arbeidsmarkt is voor steeds meer mensen de enige zekerheid de flexibiliteit van hun baan. We willen af van de situatie dat tijdelijke werknemers voor een werkgever goedkoper zijn dan werknemers die voor onbepaalde tijd in dienst zijn. De sterke groei van het aantal werknemers met een flexibel contract en het aantal zzp’ers is geen natuurverschijnsel. Het is het gevolg van regels in het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en de fiscaliteit. Nu sociale partners en de overheid met elkaar tot overeenstemming zijn gekomen over de te nemen maatregelen is er een streep in het zand getrokken. Het is de hoogste tijd om werk te maken van deze plannen en werknemers meer zekerheid te geven.
- Arbeidsmarktpakket naar wetgeving. Er is lang genoeg gepraat over een eerlijke arbeidsmarkt. Het is nu tijd om de noodzakelijke veranderingen te realiseren en de wetgeving te implementeren. In het voorjaar van 2023 is door sociale partners en het kabinet overeenstemming bereikt over een pakket aan maatregelen. De doorgeschoten flexibilisering in de vorm van een cultuur van uitbesteden en tijdelijke vluchtige contracten moet worden aangepakt. De regels rond loondoorbetaling bij ziekte worden aangepast. Dit zorgt voor lagere risico’s voor kleinere werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen.
- ZZP’ers weer echte ondernemers. De verschillen tussen zelfstandigen en werknemers in loondienst worden verkleind. Er komt een verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. We zien te veel zzp’ers die ondernemer lijken, maar schijnzelfstandige zijn (al dan niet gedwongen). Zij zijn vaak onvoldoende beschermd tegen arbeidsongeschiktheid en bouwen vaak te weinig reserves op voor een goed pensioen.
- Reguleer de uitzendsector. De uitzendsector wordt gereguleerd, conform het advies van de commissie Roemer. Uitzendbureaus moeten een certificaat hebben om actief te mogen zijn, inclusief vestigingseisen en sterke en voldoende handhaving hierop. Het is nu te makkelijk om met een uitzendbureau veel geld te verdienen ten koste van de werk- en woonsituatie van kwetsbare werknemers. Arbeidsmigranten zijn kwetsbaar voor uitbuiting, waarin veel uitzendbureaus nu een cruciale en kwalijke rol spelen. Arbeidsmigranten worden in te veel gevallen behandeld als stukgoed waarbij zij door de koppeling van bed en baan kwetsbaar zijn voor dakloosheid. Als deze vorm van regulering niet afdoende blijkt te zijn om misstanden tegen te gaan, komt er een vergunningsstelsel voor uitzendbureaus.
- Een hoger minimumloon. Het minimumloon is te laag om van rond te komen. De ChristenUnie stelt voor het minimumloon de komende kabinetsperiode te verhogen naar 60% van het mediane salaris. Dit betekent dat we het minimumloon, bovenop de normale verhogingen, met meer dan 10% extra verhogen, waarmee het minimumloon in 2028 uitkomt op bijna € 18 per uur.
- Verlaag lasten op arbeid. Werkenden met gewone inkomens – van een minimumloon tot circa twee keer modaal – moeten netto meer overhouden van hun loon. De marginale belastingtarieven (i.e., het percentage belasting dat je betaalt over extra inkomsten) moeten omlaag, zodat werken lonender wordt. Daartoe wordt de inkomstenbelasting grondig hervormd. De loon- en inkomstenbelasting gaan omlaag en winst, vermogen en vervuiling worden meer belast.
- Gelijke fiscale behandeling van alle werkenden. Fiscale voordelen voor zelfstandigen worden in een verstandig tempo afgebouwd. Die voordelen waren een belangrijke oorzaak voor de groei van het aantal zzp’ers in de afgelopen vijftien jaar. Wij gunnen ondernemers een goed inkomen, maar dan wel op grond van hun ondernemerskwaliteiten en niet op basis van grote fiscale voordelen. Bij de afbouw van fiscale voordelen moet het evenwicht in belastingdruk tussen de verschillende soorten ondernemers behouden blijven. Uitgangspunt is dat fiscale voordelen of lasten geen reden mogen zijn om mensen in te huren in plaats van in dienst te nemen.
- Gelijk loon voor gelijk werk. Gelijke loonkosten voor gelijk werk voorkomt een ongelijk speelveld en uitbuiting. Wij willen dat de oneerlijke concurrentie op loonkosten tussen Nederlandse medewerkers en arbeidsmigranten stopt, bijvoorbeeld door het onmogelijk maken van schimmige flex- en draaideurconstructies en van inhoudingen op het loon. Dat geldt ook voor het omzeilen van arbeidsvoorwaarden in de ‘platformeconomie’.
- Geen discriminatie op de arbeidsmarkt. Alle vormen van discriminatie op de arbeidsmarkt, van naam, postcode, geslacht, tot zwangerschap, zijn onacceptabel en worden bestreden.
- Matig topsalarissen. De trend dat de salarissen aan de top sneller groeien dan salarissen op de werkvloer moet worden gekeerd. De ChristenUnie wil dat in cao’s daar expliciet aandacht aan wordt besteed, zeker in die sectoren waar de loonkloof tussen top en werkvloer groot is. De Wet normering topinkomens (Wnt) moet strakker gehandhaafd worden bij publieke functies. De Wnt wordt ook van toepassing op de gezondheidszorg en staatsdeelnemingen.
- Het belang van polderen. Nederland kent een lange traditie van overleg tussen werkgevers en werknemers. In de befaamde Hollandse polder zijn werkgevers en werknemers belangrijke partners bij grote hervormingsbesluiten. De afgelopen jaren viel het vaak niet mee om tot gedragen afspraken te komen, maar het pensioenakkoord (2019) en arbeidsmarktpakket (2023) heeft aangetoond dat de polder nog steeds werkt. We vinden niet alleen het Haagse polderoverleg van belang, ook het ‘mini-polder’-overleg verdient waardering en ruimte. We hechten veel belang aan goed overleg op het niveau van sectoren en ondernemingen en zien daarbij een belangrijke rol voor de ondernemingsraden. Dat is de plek waar de gemeenschap vorm krijgt en waar werkgevers, werknemers en stakeholders elkaar in de ogen kijken. We blijven afgesloten cao’s (uiteraard) algemeen verbindend verklaren.