
Als Risco Balkenende en ik elkaar spreken voor dit interview zijn we inmiddels allebei gewend aan videobellen. Tijdens de corona-pandemie werken we veel meer op afstand en gebruiken we allerhande digitale hulpmiddelen die ons, inmiddels, prima bevallen. En toch, het is toch niet hetzelfde als een interview van persoon tot persoon, zo met twee schermen tussen ons in. We ervaren een klein kloofje maar Risco signaleert in zijn vakgebied veel grotere kloven.
Kloven en afstand
Sinds 1 juli 2017 is hij algemeen directeur van Inclusief Groep en inmiddels ook ruim twee jaar bestuurslid van Cedris, de landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt. Inclusief Groep is een bedrijf dat optreedt als werkgever maar ook als arbeidsmarkttoeleider. Als werkgever biedt Inclusief Groep werk aan ruim 1000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als arbeidsmarkttoeleider biedt Inclusief Groep jaarlijks aan honderden mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt ontwikkeltrajecten aan. Zodat ze binnen een veilige werkomgeving en op eigen niveau zich kunnen voorbereiden op deelname aan de arbeidsmarkt. Het is een markt waar steeds meer kloven zichtbaar worden. Tussen mensen die bepaalde vaardigheden hebben en zich goed kunnen aanpassen aan veranderende arbeidsmarktomstandigheden en mensen die daar veel meer moeite mee hebben. Ook ontstaat er meer afstand tussen werknemers met een vast contract en mensen met een flexibel contract. Maandelijkse inkomensonzekerheid kan tot veel stress leiden wat weer tot ziekteverzuim kan leiden. Zeker voor werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt is juist het hebben van de structuur van een werkzaam leven heel waardevol.
Investeren in mensen
Risco geeft aan het zelf heel waardevol te vinden om als bestuurder en toezichthouder actief te kunnen zijn bij organisaties die vooral om mensen draaien en in hen investeren; in onderwijs en werkgelegenheid. Dat heeft niet in de laatste plaats ook te maken met het christelijke sociaal gedachtengoed, wat Risco “met de paplepel kreeg ingegoten.” Dat gedachtengoed heeft hij steeds meer geïnternaliseerd en dat bewoog hem ook om de stap te maken van het bedrijfsleven naar het sociale domein, zo kwam hij te werken bij de Inclusief Groep. Met name het Bijbels concept van het Jubeljaar is in die ontwikkeling een belangrijk thema geweest. Het Jubeljaar als economische resetknop waarbij mensen weer de mogelijkheid kregen om zelf in eigen inkomen te voorzien. Een soort ingrijpen van God waardoor mensen weer een plek kunnen innemen in de samenleving en elkaar dat ook gunnen.”
Wat betreft die resetknop ziet Risco wel een parallel met de huidige ontwikkelingen in de arbeidsmarkt zoals flexibilisering en digitalisering. Er zijn groepen mensen die buiten hun schuld om achterop raken en niet meer mee kunnen doen in de huidige arbeidsmarkt. om. Juist het stimuleren en verder helpen van die mensen vindt Risco betekenisvol. Arbeidsinclusiviteit is ook het dichterbij brengen van sociale gerechtigheid.
Juist het creëren van een samenleving waarin de redelijkheid overeind blijft, lijkt voor ons mensen heel moeilijk, zie de kloven tussen cans en cannots, arm en rijk. Wat is dan gerechtigheid wanneer, door maatschappelijke veranderingen (digitalisering/flexibilisering) of persoonlijke omstandigheden (invaliditeit of psychische of mentale problemen) dergelijke werknemers bij bedrijven letterlijk naar de rand van de flexibele schil worden geduwd?
Welke hobbels zijn er nog te nemen?
Ik vraag Risco wat een grote hobbel is op de weg naar meer arbeidsinclusiviteit. Hij geeft aan dat inclusieve arbeid soms ook exclusief georganiseerd moet worden; het is wel mooi als een werkgever extra tijd en middelen investeert in die ene werknemer die anders vanwege zijn of haar beperkingen uitvalt. Echter, de overheid stimuleert dat proces voor de werkgever nog niet voldoende; Het zogenaamde Breed Offensief van de overheid voorziet onvoldoende in de juiste middelen daarvoor voor werkgevers. Een werkgever ontvangt onvoldoende financiële steun voor dergelijke investeringen.
Een ander belangrijk punt op weg naar een inclusievere arbeidsmarkt is financieringszekerheid van jobcoaching; de begeleiding van werknemers tijdens hun werk. Jobcoaching wordt vanuit gemeenten gefinancierd en die kunnen daarover geen langdurige financieringsgaranties geven aan werkgevers. Dit terwijl begeleiding op het werk juist heel belangrijk is voor duurzame inzetbaarheid van werknemers en hun participatie kansen verhoogt.
Beeld: Niek Stam
Als dergelijke maatregelen worden doorgevoerd laat de overheid ook zien dat ze aangehaakt is op het ‘ondernemers-denken’; voor veel MKB-ers is het helemaal niet makkelijk om een business case rond te krijgen wanneer ze ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen, zegt Risco. “Door bepaalde kosten en risico’s publiek te financieren stimuleren we deze MKB-ers en kunnen werknemers toch op hun niveau een werkend leven leiden. Het is dan goed om niet alleen te kijken naar het economisch rendement maar ook naar het maatschappelijk en sociale rendement. Dat zijn waarden die je zelfs niet in (alleen) Euro’s wílt uitdrukken. Een publiek sociale infrastructuur helpt daarbij als buffer voor de gevolgen van marktwerking in het sociaal domein.”
Ik zou het heel mooi vinden wanneer het in onze samenleving nog vanzelfsprekender is dat er inclusiviteit en dus ook een inclusieve arbeidsmarkt er is vanuit de erkenning dat er allerlei mensen zijn met verschillende achtergronden die we allemaal een plek gunnen.
Mijn geslaagde werkdag
Ik vraag Risco, 59 jaar en woonachtig in Zwolle, hoe hij zelf eigenlijk een geslaagde werkdag zou omschrijven. Hij geeft aan dat er in het sociale domein veel verschillende actoren actief zijn; gemeenten, wethouders, beleidsambtenaren, zorg- en wooninstellingen, ondernemers, onderwijsinstellingen, werkbegeleiders, etc.
“Een werkdag is geslaagd als het lukt om allerlei verschillende actoren vanuit een gedeelde visie en een gedeeld doel te laten samenwerken. Als we allemaal over de grenzen van onze organisaties heen, dat doen wat in het belang is van die ene medemens die we verder willen helpen. Op de gevel van ons bedrijfspand staat de spreuk van Jules Deelder: “De omgeving van de mens is de medemens”. Dat past mooi bij ons streven naar een inclusieve arbeidsmarkt,” vertelde Risco al aan het begin van ons gesprek.
Hartenkreet aan de ChristenUnie
Als ons digitale gesprek bijna ten einde is vraag ik Risco naar zijn hartenkreet; wat zou hij de ChristenUnie willen meegeven? Na een kort moment van stilte zegt hij: “Blijf onafhankelijk in het doordenken van het christelijksociaal gedachtengoed, laten we onszelf nog eens goed uitdagen om te kijken of we op dat terrein niet meer vinden en kunnen doen, dan dat we nu doen. De ChristenUnie mag wel met wat meer overtuiging en zelfbewustzijn het christelijksociaal gedachtengoed uitdragen als tegenhanger van het neo-liberale marktdenken. Zeker in het sociaal domein en in het kader van de participatiewet; de markt lost niet alles op. Gelukkig is dat besef wel aan het groeien. Want hoe geconformeerd zijn we aan onze welvaart en in hoeverre accepteren we de gevolgschade daarvan? Moeten we daar geen scherpere keuzes in maken? En wat valt er juist te winnen?! Het zou mooi zijn wij koploper zijn als het gaat om rechtvaardigheid in de samenleving.”