Begrotingsstaten Infrastructuur en Waterstaat 2024

Verkeersplein.jpg
Senator Eric Holterhues - portret.jpg
Door Eric Holterhues op 2 april 2024 om 14:20

Begrotingsstaten Infrastructuur en Waterstaat 2024

Ter beoordeling van deze Kamer ligt de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Vooropgesteld is mijn fractie verheugd dat een groot deel van het budget van het ministerie gaat naar duurzaamheid en de verbetering van het openbaar vervoer.

Mijn fractie zou graag een paar belangrijke punten willen adresseren, te weten: het aanbod en de betaalbaarheid van openbaar vervoersvoorzieningen in het algemeen en die in de regio in het bijzonder en elektrisch rijden. Maar ook wil mijn fractie stilstaan bij een veel grotere zorg: de noodzaak en de uitvoering van grote infrastructurele projecten.

Noodzaak van onderhoudsprojecten
Goede infrastructuur is essentieel voor een bereikbaar, veilig en economisch welvarend  Nederland. Deze infrastructuur zal de komende jaren te maken krijgen met forse uitdagingen, waar we ons goed op moeten voorbereiden. Dat zagen we bijvoorbeeld afgelopen december toen de Maeslantkering voor het eerst in de geschiedenis automatisch haar deuren moest sluiten. We herinneren ons daarnaast nog de overstromingen in Limburg in 2021 en de hoogwaterstanden afgelopen december bij Deventer. Naast de overlast, kampen we door klimaatverandering ook steeds meer met droogte hetgeen veel boeren grote problemen oplevert.

Als laaggelegen deltaland is Nederland kwetsbaar: zonder Deltawerken, Zuiderzeewerken en Ruimte voor de Rivier zou Nederland er onherkenbaar uitzien. Daarom is goed onderhoud van deze projecten essentieel voor het beschermen van de volgende generaties. Immers zorgt klimaatverandering niet alleen voor de stijging van de zeespiegel, maar ook voor drogere zomers, nattere winters en hevigere stormen die ons landschap nog verder onder druk zetten. Deze opgaven vragen om robuuste, toekomstbestendige infrastructuur.

  • De zorg van mijn fractie is of er binnen de begroting voldoende rekening wordt gehouden met het risico van deze scenario’s en of het Deltafonds toekomstbestendig is. Kan de minister hierop reageren?

Uitvoerbaarheid van onderhoudsprojecten
Mijn fractie vindt het sowieso zorgelijk dat het budget voor infrastructuur beperkt is.

We zien dat bijvoorbeeld bij de N35. Dit is een van de belangrijkste verkeersaders in Overijssel en voor de bereikbaarheid van het Noorden is het van belang dat drukte en onveilige verkeerssituaties worden aangepakt. De minister was oorspronkelijk van plan om de werkzaamheden aan de N35 door te schuiven naar een volgend kabinet, mede omdat er geen budgettaire ruimte beschikbaar is. Hoewel de Tweede Kamer middels een amendement toch € 94 miljoen heeft vrijgemaakt voor deze werkzaamheden, maakt deze situatie deel uit van een groter probleem: het gebrek aan budgetruimte bij het ministerie om grote infrastructurele projecten uit te voeren. Veel geplande, nieuwe projecten zijn on hold gezet en eigenlijk wordt alleen gefocust op onderhoud van de bestaande infrastructuur.

Bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden is echter niet enkel de vraag of er voldoende budget is, maar ook of de projecten überhaupt uitgevoerd kunnen worden. Dit is een probleem dat momenteel speelt bij de Van Brienenoordbrug in Rotterdam, die dringend aan renovatie toe is. Deze vernieuwing kan echter binnen het geplande tijdskader van 2026-2028 niet doorgaan en is met vier jaar opgeschoven. Volgens Rijkswaterstaat is in de loop van de aanbesteding, waarbij slechts één partij zich voor de klus meldde, ‘duidelijk geworden dat de huidige aanpak grote risico’s met zich meebrengt en er een prijs aan vastzit die voor het Rijk niet te bekostigen is.’ Het uitstel van de werkzaamheden aan de drukste brug van Nederland zal naar verwachting veel storingen met zich mee brengen, en het feit dat er tijdens een inspectie in februari een scheur werd aangetroffen in de stalen constructie onder de brug stipt de noodzaak van renovatie verder aan. Andere projecten lopen vertraging op door het gebrek aan personeel.

  • Hoe kijkt de minister naar de uitvoering van infrastructurele projecten? Hoe kijkt de minister aan tegen personeelsgebrek in deze en situaties waarbij onderhoud dringend nodig is, maar zich te weinig partijen melden tijdens de aanbesteding?

Aanbod openbaar vervoersvoorzieningen; met name in de regio
Mijn fractie blijft zich inzetten voor hoogwaardig openbaar vervoer. Er dreigt immers al jaren een achteruitgang in het OV met buslijnen die verdwijnen, terwijl tarieven steeds hoger worden. We willen dat dorpen, voorzieningen en steden beter bereikbaar zijn en blijven met het openbaar vervoer, zodat het OV ook écht een alternatief kan vormen voor de auto. Met name vinden we het in deze belangrijk dat ook de regio’s bereikbaar blijven met bus en trein. Uiteindelijk gaat het ons inziens om een gebrek aan erkenning van de maatschappelijke functie en indirecte baten van bereikbaarheid. Als daar meer inzicht in en consensus over is lijkt ons dat een stevige basis voor dit soort keuzes in de begroting.

Dat de garantie dat de bus komt een stuk lager ligt dan voor de coronaperiode, is helaas al langer aan de orde. Met name in provincies met lagere reizigersaantallen is het niet meer de vraag wanneer de bus komt, maar of hij nog komt. In de afgelopen vijf jaar zijn er 1.500 bushaltes verdwenen. Veel mensen zijn afhankelijk van de bus of trein voor school, studie of werk en veel mensen worden nu geconfronteerd met uitgeholde dienstregelingen en geschrapte buslijnen.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten zet samen met de provincies groot in op Regionale Mobiliteitsprogramma’s. De VNG vreest dat als het Rijk niet investeert in mobiliteit cruciale voorzieningen voor de bestaanszekerheid onbereikbaar worden, nieuwe woningbouwlocaties niet meer ontsloten kunnen worden en het bovendien moelijker wordt de klimaatdoelstellingen te behalen.

In de schriftelijke ronde zijn al vragen gesteld over hoeveel procent van de begroting wordt uitgegeven binnen de Randstad en hoeveel procent daarbuiten. We constateren dat daar door de minister moeilijk antwoord op kan worden gegeven.

  • Wordt er binnen de begroting ruimte gemaakt om de dreigende vervoersarmoede in de regio te beteugelen?
  • Biedt de begroting voldoende ruimte om alternatieve oplossingen voor verdwijnende buslijnen op poten te zetten, zoals investeren in deelmobiliteit of vervoerders die met kleinere voertuigen kunnen rijden?

 Hierbij kan wellicht ook een specifiekere vraag gesteld worden over de provincie Zeeland, want daar doet zich momenteel de situatie voor dat er geen enkele vervoersmaatschappij nog het openbaar vervoer wil regelen in 2025.  

  • Hoe voorkomt de minister dat de provincie Zeeland binnenkort zonder vervoersbedrijf komt te zitten?

 Betaalbaarheid openbaar vervoer
Mijn fractie heeft ook vragen over de betaalbaarheid van het OV. Nederland heeft, na Zwitserland, het op één na duurste openbaar vervoer ter wereld. Wellicht staan we over een paar jaar op de eerste plaats, aangezien de Nederlandse Spoorwegen recent aankondigde de prijzen van de treinkaartjes wellicht te gaan verhogen met tien procent. Hierdoor wordt de reiziger nog verder in het nauw gedreven en wordt het openbaar vervoer steeds minder openbaar. In de schriftelijke ronde zijn ook hier al vragen over gesteld maar naar het oordeel van mijn fractie zijn deze niet afdoende beantwoord.

Dankzij de motie Bikker in de Tweede Kamer is voor 2024 eenmalig € 120 miljoen besteed door het kabinet om prijsstijgingen bij de NS te voorkomen. Structureel is er echter geen oplossing in deze.

  • Hoe kijkt de minister aan tegen betaalbaar openbaar vervoer. Is de minister bereid om de betaalbaarheid van de trein op structurele wijze aan te pakken?

 De plannen voor een spitsheffing lijken voorlopig van de baan. Dit is volgens mijn fractie een positieve ontwikkeling: veel mensen, zoals onderwijzers en verpleegkundigen, kunnen niet hun eigen werktijden bepalen, dus een spitsheffing zou deze groep beboeten en stimuleren om de trein te vermijden.

  • Zijn volgens de minister de plannen voor de spitsheffing inderdaad van de baan?
  • Wordt er bij alternatieve plannen ook rekening gehouden met deze groep mensen voor wie flexibiliteit geen optie is.

Elektrisch rijden
Tenslotte een vraag over elektrisch rijden. In 2025 lopen de belastingvoordelen voor elektrische auto’s af. Doordat elektrische auto’s door hun batterij zwaarder zijn dan reguliere auto’s, gaan eigenaren van elektrische voertuigen straks fors meer belasting betalen. Een rekenvoorbeeld van de ANWB laat zien dat de wegen- of motorrijtuigenbelasting voor een elektrische Volkswagen € 1.192 per jaar zal bedragen, terwijl de bezitter van een Volkswagen Golf op benzine de helft minder - hooguit € 668 euro - betaalt. Dit zorgt er nu al voor dat mensen worden ontmoedigd om elektrische auto’s te kopen. Met het oog op de verduurzaming van vervoer, waar schoon rijden een essentieel onderdeel van is, vindt mijn fractie dit een zorgelijke ontwikkeling.

  • Is de minister het ermee eens dat het stopzetten van de voordelen voor elektrische voertuigen een pervers effect heeft op elektrisch rijden?
  • Kan de minister nadenken over de mogelijkheid van een gewichtscorrectie (van 40% of 50%) bij de mrb om elektrisch rijden niet te ontmoedigen?

We zien uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.

Labels: ,