Herinvoering basisbeurs
Onze fractie was indertijd niet gelukkig met het vervangen van de basisbeurs door het leenstel voor studenten in het hoger onderwijs. Er is destijds voorspeld wat er allemaal mis zou gaan. Dat is ook allemaal gebeurd. En toch, als je leest wat de gevolgen zijn van dat leenstelsel dan schrik je weer.
Als eerste wil onze fractie de minister en zijn ambtenaren danken voor al het werk dat zij gedaan hebben rondom deze wet en voor de beantwoording van de vele vragen.
Eén van de dominante metaforen voor het pleidooi voor het leenstelsel was die van de ondernemende student. De gedachte was dat elke student zijn studie zou moeten zien als een waardevolle investering in zijn of haar toekomst. Deze metafoor is niet onschuldig. Het gebruik van termen als ‘ondernemend’ en ‘investering’ duidde - en daar hoef je geen filosoof voor te zijn - op een neoliberale visie op onderzoek en onderwijs. Het is opvallend dat de minister in de Nota naar aanleiding van het verslag niet op de vragen van onze fractie op deze metafoor ingaat. En vervolgens komt deze metafoor weer terug. Ik citeer: ‘En ook in het nieuwe stelsel verwacht de overheid van studenten een ondernemende houding’.
In het onderwijs wordt vaak het woord ‘vorming’ gebruikt. In de Griekse polis ging het volgens de filosoof Aristoteles om de vorming van jonge mannen tot deugdvolle burgers. De theoloog Meester Eckhardt meende dat het ging om de vorming van mensen naar het beeld van God. Het meest bekend is misschien wel Wilhelm von Humboldt die vanuit de traditie van de Verlichting ‘Bildung’ centraal stelde. Het ging om de expressie en ontwikkeling van het innerlijk van de persoon en om zijn of haar autonomie. Ten slotte de Nederlandse pedagoog Gert Biesta presenteert een meer postmoderne variant. Hij begrijpt vorming in termen van vrijheid. Elk mens moet voor zichzelf een antwoord zien te vinden op vragen als "hoe leef ik mijn leven?" en "wat ga ik hier en nu doen?" Een visie met postmoderne tonen.
De genoemde visies op vorming of Bildung - die elkaar deels aanvullen en deels uitsluiten - laten zien dat de metafoor van de ‘ondernemende student’ of ‘ondernemende houding’ in hoge mate onrecht doet aan onderwijs. Ze laten ook zien dat vorming of Bildung een brede betekenis heeft die mede bepaald wordt door culturele, wereldbeschouwelijke en religieuze visies. Graag een reactie van de minister.
Afgelopen dinsdag heeft onze commissie een petitie ontvangen namens meer dan veertigduizend ouders van kinderen uit de zogenaamde pechgeneratie. De petitie werd overhandigd door twee moeders die op betrokken wijze hun zorgen uitten op de hoge schulden die jongeren opgebouwd hebben. Zeker als hun kinderen geen ‘ondernemende houding’ hadden. Onze fractie heeft hierover vragen gesteld vanuit het perspectief van recht en rechtvaardigheid. De minister concludeert dat op dit moment een ander stelsel rechtvaardiger wordt geacht en stelt dat daarmee niet gezegd is dat het leenstelsel met terugwerkende kracht onrechtvaardig is. Onze fractie deelt deze conclusie. En toch, kan de minister reflecteren op die studenten die geen ondernemende houding hebben en nu een schuld als een gigantische molensteen om hun nek hebben hangen?