In memoriam: Peter Ester (1953-2022)
Afgelopen zondag overleed op 69-jarige leeftijd dr. Peter Ester, toegewijd lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie. Hij werd weggeroepen uit een nog zeer actief leven door een ernstige ziekte, waar hij al geruime tijd mee kampte. Een harde werker, scherp van geest, analytisch sterk, loyaal aan de zaak of de partij die hij diende, warm en belangstellend. Iedereen wil zo iemand in zijn team. En bij dat alles buitengewoon bescheiden. Hij wilde niet dat hijzelf op de voorgrond stond. Voor zichzelf vroeg hij weinig, te weinig, dachten de mensen die hem kenden.
Als het weer 5 juni was geworden feliciteerden we hem met zijn verjaardag en elke keer leek hij daardoor overvallen. Alsof dat voor anderen verborgen had moeten blijven. ‘Je viert het toch wel, Peter?’. Peter, die graag in de Verenigde Staten kwam en de Amerikaanse cultuur bewonderde, zei dan altijd dat hij het vierde zoals de ‘Amerikanen’ dat doen. Dat betekende iets heel kleins, of maar iets korts in huiselijke kring, om daarna weer aan het werk te kunnen gaan.
We werden collega’s in juni 2011 en vormden vanaf dat moment de tweemansfractie van de ChristenUnie in de Eerste Kamer. Peter had toen al een indrukwekkende carrière achter de rug, als hoofd onderzoek bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, hoogleraar Sociologie en Arbeidsstudies in Tilburg, Kroonlid van de SER. Hij was inmiddels lector aan de Rotterdam Business School geworden en adviseur van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hij bleek altijd wel te hebben meegeleefd met de partij zonder dat veel mensen dat wisten, maar ineens had hij zich gemeld en was hij daar, beschikbaar voor het werk in de christelijke politiek. Dat bleek een gouden greep: Peter als denker die grote vraagstukken aankon, man van de wetenschap, en dit alles in de ‘chambre de reflection’.
In een kleine fractie die veel onderwerpen heeft te behartigen, is er ruimschoots de gelegenheid bij te dragen in allerlei debatten. En dat heeft Peter volop gedaan. De Kamer heeft hem leren kennen als een erudiet spreker die altijd met robuuste en goed doordachte betogen kwam. Peter werd een specialist als het ging om arbeidsmarkt, financiën, economische vraagstukken. De Kamer wist waar hij voor stond. Peter was een calvinist in hart en nieren. In zijn maidenspeech zei hij: ‘We moeten onze economie weer enten op een calvinistisch ethos dat soberheid, spaarzin, toekomstgericht denken, solidariteit en duurzaamheid beklemtoont. De Bijbel biedt ook hier een helder en actueel kompas. Dit calvinistisch ethos is beter dan het casinokapitalisme dat thans hoogtij viert.’
Volgens zijn vrouw Amelia heeft hij van weinig werk zo genoten als het werk in de Eerste Kamer. Hij vond het zinvol en had het gevoel bij te dragen aan belangrijke kwesties en keuzes in Nederland. Hij droeg daar ook werkelijk aan bij door kracht van argumenten in het debat, door middel van moties, door diplomatiek optreden, door het ondervoorzitterschap van het Beneluxparlement, door zijn betrokkenheid op Caribisch Nederland. Peter had een grote ‘gunfactor’, collega’s letten op hem en gunden hem ook succes. Daarnaast was hij betrokken op andere plekken in christelijk Nederland, als bestuurslid van het Nederlands Dagblad en als lid van het curatorium van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. We spraken in de fractiekamer veel over het christelijk hoger onderwijs, want ook dat ging hem ter harte.
In 2015 werd Peter herkozen en in 2019 opnieuw. De fractie breidde uit naar drie leden in 2015 en zelfs vier in 2019. Maar intussen was wel duidelijk geworden dat zijn gezondheid kwetsbaar was. Een vorm van darmkanker had hem al eens in het ziekenhuis gebracht. Hij hoopte dat het voorbij zou gaan, sprak er niet graag over, was altijd hoopvol en positief, rekende met herstel, terwijl zijn omgeving soms moest gissen over wat er nu gaande was. Hij wilde nog zo graag, schreef boeken en had er nog meer in zijn hoofd. Het mocht niet zo zijn. Aan zijn dappere strijd kwam nu een einde. Bij alle geslotenheid waar het hemzelf betrof, was altijd wel een ding heel duidelijk: Peter had zijn zekerheid in Jezus Christus gevonden. Dat stond vast als de bergen uit psalm 121. Op Gods trouw en liefde vertrouwde hij, dat wist iedereen die met hem omging. De troost van die psalm wensen wij nu ook toe aan zijn vrouw Amelia en dochter Megan.
Roel Kuiper, vriend en oud-collega van Peter, lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie in de jaren 2007-2019.