De langetermijnaanpak van corona

Nederlandse wijk.jpg
Maarten Verkerk blog portret.jpg
Door Maarten Verkerk op 5 juli 2022 om 10:00

De langetermijnaanpak van corona

In de brief van 13 juni j.l. geeft de minister een schets van de lange termijnaanpak COVID-19. Onze fractie is blij dat de minister in deze brief expliciet aansluit bij de scenario’s in het WRR/KNAW rapport Navigeren en anticiperen in onzekere tijden van september 2021.  

Democratische paradigma
In het debat van 23 november 2021 heb ik laten zien dat in het beleid van het kabinet een beheersmatige aanpak van de crisis centraal stond. Ik heb daarvoor de woorden ‘technologisch paradigma’ gemunt. Deze aanpak heeft in de politiek en de samenleving een tegenparadigma opgeroepen. Een paradigma waarin de rol van de o verheid beperkt is en de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal staat. Ook heb ik laten zien dat deze twee paradigma’s door verschillende waarden gedragen worden.

In het eerdergenoemde debat heb ik een alternatief voorgelegd: een democratisch paradigma. Dat woord ‘democratisch’ koos ik bewust. Het gaat om de verantwoordelijkheid van het kabinet, de controle van de macht en het draagvlak in de samenleving (zie rapport commissie Remkes).

Ik sluit daarbij aan en werk dat uit in drie punten: 1) de verantwoordelijkheid van het kabinet, 2) de verantwoordelijkheid van lagere overheden en 3) de verantwoordelijkheid van de samenleving.

De verantwoordelijkheid van het kabinet
In de brief van 13 juni wordt uitgebreid aandacht gegeven aan de verantwoordelijkheid van het kabinet. O.a. de interventiesystematiek, toegankelijkheid van de zorgketen, dialoog met de sectoren, juridische instrumenten et cetera. In een eerdere brief (3 juni 2022) heeft de minister de Kamer geïnformeerd over de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding.  

De OVV heeft in haar eerste evaluatie veel aandacht gegeven aan de structuur van de crisisbestrijding. Ze merkt daarbij op dat er geen onderscheid werd gemaakt tussen de acute fase (de flitscrisis) en de langdurige crisis. Ook signaleert zij het bestaan van een informele besluitstructuur. Met als resultaat dat er een diffuse besluitstructuur groeide.

Onze fractie heeft hierbij enkele vragen. Als eerste, hoe gaat de crisisstructuur eruitzien binnen VWS? Komt er een aparte crisisstructuur die VWS, RIVM en LFI omvat? Wie zit waarom in het crisisteam? Kan dit team snel besluiten en snel uitvoeren?  Als tweede, hoe gaat de crisisstructuur er op kabinetsniveau uitzien? Wie zit waarom in het crisisteam?  Kan dit team snel besluiten en snel uitvoeren? Graag een reactie van de minister.

De verantwoordelijkheid van de lagere overheden
In de brieven van 1 april, 14 april en 13 juni schitteren de lagere overheden door hun afwezigheid. Onze fractie betreurt dat. Is dit nog een restant van het technologische paradigma? Blijft het kabinet vanuit Den Haag denken?

In de afgelopen periode concentreerden de lagere overheden zich op de verdediging, uitvoering en handhaving van het kabinetsbeleid. Het is de vraag of er niet meer ruimte moet komen voor de lagere overheden. Immers, iedereen beseft dat er een groot verschil is tussen een stedelijke gemeente met een hoge bevolkingsdichtheid en een lage vaccinatiegraad, en een plattelandsgemeente met een lage bevolkingsdichtheid en een hoge vaccinatiegraad. Welke rol ziet de minister voor de lagere overheden in de acute fase? Welke in de langdurige fase? Kan de minister toezeggen met de lagere overheden in gesprek te gaan? Onze fractie overweegt een motie op dit punt.

De verantwoordelijkheid van de samenleving
In de derde plaats is er dus ook een eigen verantwoordelijkheid voor de samenleving. Onze fractie is blij dat het kabinet daar veel nadruk op legt. De eigen verantwoordelijkheid van de samenleving sluit mooi aan bij het christelijk-sociaal denken.

De minister heeft de verschillende sectoren in de samenleving gevraagd om plannen op te stellen in aansluiting bij de verschillende scenario’s van het eerdergenoemde WRR/KNAW rapport. Het kabinet geeft aan dat als deze plannen voldoende solide zijn - een mooie normatieve term - ze aan de basis zullen liggen van de te nemen maatregelen.

Mensen zijn geen individuen. Ze leven in verschillende levensverbanden zoals huwelijk, gezin, familie en vriendenkringen. Ze treffen elkaar in sociale structuren als sport, ontspanning, cultuur, werk, politiek, kerk, cafés en restaurants, et cetera. Wat zou het mooi zijn als in al deze verschillende verbanden en structuren gesproken wordt over de gevaren van een nieuwe pandemie. Als het dilemma besproken wordt dat de ene persoon een gevaar voor de andere persoon kan zijn.

De minister geeft een indrukwekkende lijst van sectoren waarmee hij in gesprek is. De vraag van mijn fractie is: Welke sectoren mist de minister nog? Onze fractie viel op dat bijvoorbeeld grote delen van de sector bedrijfsleven ontbreekt. Ook de kerken ontbreken. Daar komt bij: de begrippen ‘levensverbanden’ en ‘sociale structuren’ zijn breder dat het begrip ‘sector’. Graag een reactie van de minister.

De minister eist dat de plannen van de sectoren solide zijn. Omvat deze eis ook de wijze waarop de sectoren de dialoog met hun leden aangaan en hen motiveren deze plannen te omarmen? Daar komt bij, enige afstemming tussen de verschillende sectoren lijkt mijn fractie noodzakelijk. Het zou verwarrend zijn als er in een bepaald scenario grote verschillen in maatregelen zijn tussen de verschillende sectoren. Graag een reactie van de minister.  

Veerkracht
Het WRR/KNAW rapport benadrukt dat in de meer ernstige scenario’s een beroep wordt gedaan op de veerkracht van de samenleving.

Het woord ‘veerkracht’ is voor iemand met een natuurwetenschappelijke achtergrond een mooi woord. Veerkracht ontstaat alleen als de verschillende windingen veerkrachtig zijn en als alle windingen op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn. Een veer is een prachtige metafoor voor de samenleving. Veerkracht begint op microniveau: bij burgers in de verschillende levensverbanden en hun ontmoetingen in sociale structuren. Veerkracht krijgt vorm op microniveau: gemeenschappen, dorpen en wijken. Daarom is het zo belangrijk om lagere overheden - met name B&W - te betrekken bij de lange termijnaanpak. Daarom vraagt mijn fractie nogmaals: kan de minister toezeggen dat hij met de lagere overheden in gesprek gaat.

Het woord ‘veerkracht’ bepaalt ons bij het interdisciplinaire karakter. Als je psychologen vraagt wat de kern van het begrip ‘veerkracht’ is - ik ben gezegend met veel psychologen in mijn directe nabijheid - dan wijzen ze op de balans tussen draagkracht en draaglast. Zowel draagkracht als draaglast worden beïnvloed door interne en externe factoren. Dan gaat het over fysieke en mentale gezondheid, sociale relaties, economische bestaanszekerheid, zingeving et cetera. Met andere woorden, niet het medische perspectief moet de doorslaggeven in het besluitvorming maar het integrale perspectief. Daarom steunt onze fractie ook de oprichting van een Maatschappelijk Impact Team (MIT). Kan de minister toezeggen dat in het MIT ook expertise aanwezig zal zijn op het gebied van zingeving en spiritualiteit?

Donatie van vaccins
Tijdens de pandemie werd steeds meer het credo ‘get one, give one’. Dat betekent: voor elke prik die we zetten, geven we een prik weg aan een ander land dat daar behoefte aan heeft. Geldt dit credo ook voor de toekomst? Ook hier overweegt mijn fractie een motie.

Afronding
Ik kom tot een afronding. Onze fractie ondersteunt de lange termijnaanpak van de minister op hoofdlijnen. Wel met belangrijke kanttekeningen. Zij is van mening dat de crisisstructuur scherp vormgegeven moet worden. Zij nodigt de minister uit om verder na te denken over en vorm te geven aan de eigen verantwoordelijkheid van de lagere overheden. Ten slotte vraagt ze de minister om de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving verder te doordenken vanuit het perspectief ‘veerkracht’.  

Labels: ,