Het vertrouwen terugwinnen
Het eerste stof rond de regeringsverklaring is inmiddels neergedaald, het kabinet is enkele weken onderweg en nieuwe problemen hebben zich ook alweer aangediend. Een goed moment voor ons om te spreken over de regeringsverklaring en het daarmee samenhangende akkoord. De Eerste Kamer komt immers, anders dan haar naam doet vermoeden, pas in tweede instantie aan het woord.
Sinds april vorig jaar ligt het begrip ‘nieuwe bestuurscultuur ‘op ieders lippen. Meer transparantie, betere scheiding tussen de uitvoerende macht en controlerende en wetgevende macht. Je zou kunnen zeggen dat de nieuwe bestuurscultuur teruggrijpt op een bestuurscultuur waar de ministerraad de besluiten neemt of voorstelt en de Kamers de regering controleren. En de rechterlijke macht de wetten toepast. Dat klinkt als trias politica, niet zo nieuw, dus. Maar wel het fundament van onze democratie. Het is goed dat het regeringsakkoord start met de noodzaak om de democratische rechtsorde te versterken. Dat verdient de focus en inzet van zowel het kabinet als de Tweede Kamer. De regering wil daarom de controlerende wetgevende rol van de Tweede Kamer versterken, lees ik verderop. Mijn fractie is daar blij mee, maar wij missen in deze zinnen wel een verwijzing naar de Eerste Kamer. Wij missen het begrip Staten-Generaal, de Eerste Kamer en Tweede Kamer die samen het kabinet controleren, beide Kamers vanuit hun eigen rol. Kan de minister-president hier een toelichting op geven? En zou het niet verstandig zijn om ook de controlerende rol van de Eerste Kamer te versterken, graag een reactie.
Breuklijnen
Voorzitter, dit kabinet begint onder een moeilijk gesternte. Er zijn breuklijnen in onze samenleving die zich steeds scherper en duidelijker aftekenen. Ik noem een aantal: de huizenbezitter tegenover de huurder, de inwoner van de randstad tegenover degene die woont aan de rand van het land. De werknemer met een vast contract tegenover de flexwerker, ouderen tegenover jongeren, de zelfredzame mensen tegenover de mensen die het zonder hulp niet redden. In de coronapandemie zijn daar nog de gevaccineerden tegenover de antivaxers bijgekomen. De verbinding tussen deze groepen verdwijnt.
In het Parool zegt Ruben van Zwieten, oprichter van een bezinningscentrum op de Zuidas: ‘We lopen in de stad het risico een in zichzelf gekeerde elite te krijgen, met eigen feestjes. Dan zijn we gewoon terug bij een samenleving waar het gaat om waar je geboren bent i.p.v. om welke talenten je hebt’. Voorzitter, dit probleem leeft breder in Nederland.
Naast al deze tegenstellingen is er nog een andere heel belangrijke te noemen: de tegenstelling tussen burgers en de overheid. Complotdenkers in Nederland geloven nauwelijks meer in de goede bedoelingen van politici. Mensen in kwetsbare situaties vinden niet zelden een overheid tegenover zich die hen als een vijand tegemoet treedt. Veel inwoners van Groningen zijn het geloof kwijt dat de overheid hen rechtvaardig zal behandelen. Ze zijn verdwaald in een woud aan regeltjes en instanties.
Omzien naar elkaar
Voorzitter, boven het regeerakkoord zet het kabinet het motto ‘omzien naar elkaar’ en laat daarmee zien dat het kabinet de fragmentatie in onze samenleving serieus neemt. Vanuit de christelijk-sociale achtergrond van onze partij spreekt dat motto ook mijn fractie aan.
Wij zien in het akkoord inderdaad een aantal aanzetten om breuklijnen in de samenleving te dichten en ook het vertrouwen in de overheid terug te winnen: een staatssecretaris die zich met aardbevingsschade bezig gaat houden, een minister om de vastgelopen volkshuisvesting weer op orde te krijgen en een minister die armoede zal bestrijden. Vooral dat laatste lijkt vreemd in een rijk land als Nederland. Mijn fractie juicht deze keus van het kabinet toe. Het is wrang om te beseffen dat de overheid zelf met al haar regels en sancties minder zelfredzame mensen niet zelden over de rand van de schuldenafgrond duwt. Ook in ons land zijn mensen die een steun in de rug kunnen gebruiken. Het is goed dat het kabinet daar oog voor heeft.
Uitvoerbaarheid
Om het vertrouwen van de burgers in de overheid te herstellen is meer nodig dan geld, gerichte plannen en beleid. De plannen moeten gerealiseerd kunnen worden. Uitvoerbaar zijn. Daar ligt een grote uitdaging. De belastingdienst is het beste of eigenlijk het slechtste voorbeeld wat er verkeerd gaat wanneer de uitvoeringsinstantie de ingewikkelde wetgeving niet meer aan kan. De mensen die zich het slechtste kunnen verdedigen worden het slachtoffer van hun eigen overheid. Dat zal het kabinet zich aan moeten trekken bij het ontwerpen van wetten en bij de eerste stappen om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Dat zullen ook de Tweede Kamer en Eerste Kamer zich aan moeten trekken. Laat ik het bij de Eerste Kamer houden: wat mijn fractie betreft: wij zullen de uitvoerbaarheid van wetten nog zwaarwegender in onze beoordeling meenemen.
Voorzitter, onze vragen rond de uitvoerbaarheid van de toekomstige kabinetsplannen liggen ook op een ander, veel praktischer vlak. Zijn er genoeg gekwalificeerde mensen om het werk te doen? Hoe wordt het doel van het kabinet bereikt om de capaciteit te vergroten die de politie dringend nodig heeft voor kwalitatief hoogwaardige opsporing en voor bewaken en beveiligen? In de huidige situatie is al een tekort aan mensen. Bijna gratis kinderopvang. Waar komt het personeel vandaan wanneer de vraag stijgt, nu is er al grote personeelskrapte. Bouwvakkers, mensen in de zorg! Voorzitter, zo kan ik doorgaan, mijn fractie roept het kabinet op om hier tijdig gerichte plannen voor te maken. Om te voorkomen dat de mooie initiatieven van het kabinet in schoonheid sterven. De cynische, wantrouwende burger zou toch geen gelijk moeten krijgen. Kan de minister-president ingaan op de mogelijkheden om op korte termijn hiervoor maatregelen te nemen.
Voorzitter, een betrouwbare overheid luistert naar de samenleving. Als fractie kunnen wij de afspraken in het regeerakkoord rond de medisch-ethische thema’s begrijpen. Een deel van de Nederlandse bevolking ondersteunt de huidige normen rond deze thema’s niet. Dan is het goed om het debat daarover niet uit de weg te gaan. Wij zijn blij met de afspraak in het regeerakkoord om het aantal ongewenste zwangerschappen en herhaal abortussen terug te brengen.
Een laatste opmerking die te maken heeft met een betrouwbare overheid die zijn afspraken nakomt: de gemeenten zijn boos op het kabinet vanwege de korting van 500 miljoen op de jeugdzorg. Dat is in tegenspraak met de afspraken die het vorige kabinet met de gemeenten maakte, en het maakt het voor de gemeenten onmogelijk om een sluitende meerjarenbegroting te maken.
‘De rijksoverheid ziet alleen maar de grote bedragen, wij zien de mensen aan het loket’, zei de voorzitter van de VNG, Jan van Zanen in dit verband. Kan de minister-president toezeggen dat er een oplossing komt voor de ontstane problemen van deze gemeenten. Een oplossing die niet ten koste gaat van andere kwetsbare groepen, dan komen we van de regen in de drup.
Vooruitkijken naar de toekomst
Voorzitter, het tweede motto van de regeringsverklaring luidt: ‘vooruitkijken naar de toekomst’.
De regeringsverklaring schetst met grote lijnen een punt in de toekomst waarnaar ons land op weg is. Met name als het om het klimaat gaat. Voortrekker in Europa, het werelddeel dat met de ‘green deal’ als eerste klimaatneutraal zal zijn. De weg daarnaar toe gaat via klimaatmaatregelen, energietransitie en het oplossen van het stikstofprobleem. Overigens zijn wij blij met de positieve woorden die het kabinet over Europa spreekt. De grote problemen van deze tijd moeten als Europese Unie worden aangepakt.
Mijn fractie is blij met de minister voor klimaat en energie en de minister voor natuur en stikstof. Het kabinet heeft ruime middelen uitgetrokken voor deze grote uitdaging om ons land toekomstbestendig te maken. Hoewel veel beleid zich nog uit zal moeten kristalliseren zijn enkele maatregelen al in grote lijnen aangekondigd.
Voorzitter, op dit terrein zal het lastig worden om beleid te maken waar de uitdaging om de klimaatverandering te beperken tot anderhalve graad temperatuurstijging samengaat met aandacht voor de burger die geraakt zal worden door de grote noodzakelijke veranderingen die op stapel staan. Datzelfde geldt ook voor de bedrijven en dan met name voor het MKB. Het zal veel zorgvuldigheid vragen om lasten en lusten evenwichtig te verdelen. Juist ook als het gaat om de tegenstelling tussen randstad en regio. Wie wonen er straks tussen de windmolens en zonneparken? Maar ook als het gaat om de hoogopgeleide huizenbezitter, die zich een elektrische auto kan veroorloven en de huurder wiens huis zelfs niet goed geïsoleerd is. Betalen naar Gebruik is niet erg wanneer je een goed OV hebt en werk en familie dicht bij de hand, maar wanneer je door gebrekkig OV aangewezen bent op je auto, kan dat heel duur uit gaan pakken. Kan de MP er nog eens op ingaan hoe de regering borgt dat hier rekening mee gehouden gaat worden?
‘Omzien naar elkaar, vooruit kijken naar de toekomst’, vat het regeerakkoord goed samen. Maar voor dat omzien en vooruitkijken is soepelheid en een lenige nek nodig. Dit kabinet is ambitieus en gaat de grote uitdaging voor de toekomst aan, maar zal er tegelijk oog voor moeten hebben dat alle verschillende groepen in onze steeds meer gefragmenteerde samenleving in deze toekomst mee moeten kunnen komen. Wanneer het sommigen niet lukt om mee te komen, moeten ze mee worden genomen. Door de overheid. Alleen zo voorkomen we dat de breuklijnen inderdaad breuken worden.
Voorzitter, de grootste uitdaging voor het nieuwe kabinet is het vertrouwen van de burger terug te winnen. Dat lukt alleen door dat vertrouwen waard te zijn. Door betrouwbaar te zijn. Door in de woorden van Jan van Zanen de mensen aan het loket te zien.
Wat mijn fractie betreft maakt het nieuwe kabinet met dit regeerakkoord een goede start. Maar de werkelijke test ligt in de uitvoering. Onze bijdrage aan het hopelijk welslagen van de plannen zal bestaan uit het zorgvuldig toetsen van de wetten op subsidiariteit, proportionaliteit en uitvoerbaarheid.