Verlaging verhuurderheffing

Balkonnetjes.jpg
Peter Ester, CU Eerste Kamer - Foto Niek Stam -03116 - kopie (2) - kopie.jpg
Door Peter Ester op 14 december 2021 om 09:36

Verlaging verhuurderheffing

De invoering van de verhuurderheffing in 2013 kende een zeer specifieke aanleiding en context. Het is goed om daar kennis van te nemen. De heffing was bedoeld om de toenmalige regering aan extra middelen te helpen als gevolg van de diepingrijpende financiële crisis.

Een crisis die enorme economische schade aanrichtte. Banken en verzekeraars moesten met miljarden overheidssteun overeind worden gehouden, de werkloosheid steeg tot grote hoogte, de beurzen stortten in, pensioenfondsen kwamen in grote problemen.

Dat alles leidde tot een diepe recessie. De economie kromp met zo’n €22 miljard en de staatsschuld steeg tot vele honderden miljarden. De huizenprijzen daalden met 20% en meer dan een miljoen huishoudens stonden onder water. Veel bedrijven vielen om. De belastinginkomsten daalden sterk. De staat stak meer dan €32 miljard in het redden van banken. De overheid had geld nodig, veel geld.

De verhuurderheffing was een van de crisismaatregelen om de staatsinkomsten te verhogen. Het feit dat een aantal woningcorporaties ver waren afgedreven van hun kernactiviteiten, behoorlijke winsten maakten en sommigen corporaties beticht werden van fraude en kwestieuze investeringen, maakte de introductie van de verhuurderheffing politiek en maatschappelijk minder aanvechtbaar.

De situatie nu, voorzitter, is onvergelijkbaar. Veel economische seinen staan weer op groen, maar de woningmarkt is volledig uit het lood geslagen. Betaalbare woningen zijn nauwelijks te vinden en woningcorporaties snakken naar financiële verlichting. De verhuurderheffing, kortom, heeft zijn bestaansrecht verloren. We hebben bovendien van de financiële crisis geleerd dat een kordate investeringsagenda noodzakelijk is om uit een crisis te geraken. Een dergelijke agenda voor het opkrikken van de woningmarkt is onontbeerlijk. Deelt de minister onze opvatting over het obsolete karakter van de verhuurderheffing? Wanneer zal door de voorliggende versnelling de verhuurderheffing tot het verleden behoren?

De Tweede Kamer drong recent bij motie aan om de huren in de sociale sector te bevriezen. Het kabinet nam de motie over en compenseert de woningbouwcorporaties via een versnelde tariefsverlaging van de verhuurderheffing. Een verlaging van zo’n € 180 miljoen. Heeft het kabinet overwogen om de verhuurderheffing als zodanig ongedaan te maken, zo vraagt mijn fractie aan de minister? En zo ja, waarom is hier uiteindelijk van afgezien? Dat is en blijft de hamvraag in dit debat. Dat zien we ook vanochtend.

Afbouw van de verhuurderheffing biedt de corporaties financiële ademruimte om substantieel te investeren in de zo noodzakelijke nieuwbouw. De woningschaarste is immers een maatschappelijk probleem van de eerste orde, zeker voor jongeren, jonge gezinnen en alleenstaanden. We moeten nu alles uit de kast halen om het tij te keren en de versnelde afschaffing van de verhuurderheffing past daarbij. De ChristenUnie-fractie zal dit wetsvoorstel daarom steunen, hoewel wij liever een algehele afschaffing hadden gezien. De formatietafel moet hier uitkomst bieden.

Ik sluit af met de vraag hoe de minister gaat borgen dat het vrijkomende bedrag van €180 miljoen ook daadwerkelijk door de corporaties gaat worden ingezet voor de bouw van  betaalbare nieuwe huurwoningen.

Ik zie, voorzitter, uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.

Labels: ,