Uitbreiding coronatoegangsbewijs
Voorzitter, onze fractie wil allereerst de medewerkers in de zorg en het ambulancepersoneel een hart onder de riem steken. Wij waarderen hun geweldige inzet. Wij ervaren het als pijnlijk dat zij steeds meer te maken krijgt met onterechte verwijten en agressief gedrag.
Ook willen we de medewerkers van de politie en de brandweer een hart onder de riem steken. Met afschuw reageert onze fractie op de relschoppers die zich met hun geweld specifiek op de politie en de brandweer richtten. En de gevoelens van angst die dat bij hen heeft oproepen. Ook willen we de medewerkers in het onderwijs bemoedigen. Zij vervullen een uitermate belangrijke taak in deze crisis.
Voorzitter, in het debat van 23 november j.l. heeft onze fractie veel aandacht gevraagd voor het tegengaan van polarisatie. Ik heb dat gedaan door het schetsen van de dynamiek van het debat: het technologische paradigma versus het tegenparadigma. Ik heb het kabinet ook gevraagd om er alles aan te doen om die polarisatie niet aan te wakkeren door onzorgvuldige bewoordingen en felle verwijten. Ik heb ook met deze ogen naar de persconferentie van vrijdag j.l. gekeken. Ik was ook blij met de meer verbindende taal van de premier en de minister van VWS. Zonder trouwens aan helderheid in te boeten. Ik zou de minister van VWS willen uitnodigen bij alle communicatie rond de inzet van coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening deze lijn voort te zetten. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, elk maatregel faalt als de drieslag ‘naleving, controle en handhaving’ niet op orde is. In het debat van 23 november jl. is gepleit voor een doorbraak met het oog op de drieslag ‘naleving, controle en handhaving’. De minister heeft aangegeven dat hij veel dialogen met de verschillende branches en overheden heeft over deze drieslag. En daar is onze fractie blij mee. Het is onze fractie opgevallen dat – onze woorden – de minister het maar moeilijk vindt om de Kamer te informeren over het succes van die dialogen en al die inspanningen. Ook vindt hij het moeilijk om het woord ‘substantiële verbetering’ (OMT) of ‘doorbraak’ in de mond te nemen. Daarom de vraag: Kan de minister aangeven waarom hij verwacht dat het plan dat in de Nota n.a.v. het Verslag (p10) wordt genoemd leidt tot substantiële verbeteringen / doorbraak m.b.t. naleving, controle en handhaving? Hoe gaat hij de Kamer daarover informeren. Graag een concrete toezegging van de minister.
Voorzitter, onze fractie heeft gevraagd naar de onderhavige wet in relatie tot de positie van laag-geletterden en burgers met beperkte digitale vaardigheden. Ik dank de regering voor het uitgebreide antwoord in de Nota n.a.v. het verslag. En toch, ben ik er niet gerust op. Het WRR-rapport Weten is nog geen doen biedt – ik citeer de ondertitel – Een realistisch perspectief op zelfredzaamheid. Heeft de regering de doenvermogentoets toegepast? Waaruit blijkt dit? Heeft de minister empirische gegevens waaruit blijkt dat alle uitgevoerde acties burgers optimaal ondersteunen in hun doenvermogen? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, wat betreft het geheel van de wet sluit onze fractie zich aan bij het oordeel van de Raad van State dat een ruimere inzet van coronatoegangsbewijzen kan bijdragen aan een beperking van de verspreiding van het virus.
Voorzitter, in het debat van 23 november j.l. heb ik gepleit voor een grotere rol voor de lagere overheden en maatschappelijke verbanden in het coronabeleid voor de toekomst, het zogenaamde democratische paradigma. Ik dank de minister dat hij dit paradigma wil betrekken bij zijn reactie op het WRR/KNAW rapport. De afgelopen week heb ik overleg gehad met een aantal burgemeesters en wethouders over het coronabeleid in het algemeen en komende wetten in het bijzonder. Eén belangrijke conclusie van dit gesprek was dat burgemeesters en wethouders binnen het beleid van de minister bestuurlijke ruimte willen om meer lokaal maatwerk te realiseren. Waarom? Om de polarisatie verder niet aan te wakkeren EN om beter te kunnen handhaven. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, ik kom nog even terug op de eerdergenoemde polarisatie. Zowel de onderhavige wet als de komende wetten kunnen de polarisatie aanwakkeren. Bart Brandsma schrijft in zijn boek Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken dat het beste tegengif tegen polarisatie visie is, niet zomaar visie, maar visie die geënt is op waarden (p101). Hij beschrijft visie als het vermogen om met verbeeldingskracht een nieuwe werkelijkheid te scheppen. Om mensen met die nieuwe werkelijkheid te raken en ze uit hun gepolariseerde positie te trekken. Daarom is het zo belangrijk dat het kabinet heeft toegezegd om in het eerste kwartaal van 2022 met een reactie op het WRR/KNAW rapport te komen en met een visie te komen. Daarom is het zo belangrijk om met een op waarden gebaseerde visie te komen die burgers verbindt. Graag een reactie van het kabinet.
De fractie van de ChristenUnie ziet uit naar de antwoorden van de minister.