Bindend correctief referendum

lucas-george-wendt-hJbrC5U5l64-unsplash.jpg
Maarten Verkerk blog portret.jpg
Door Maarten Verkerk op 19 januari 2021 om 09:07

Bindend correctief referendum

Op 1 januari 1999 begon Doris Haddock, ook wel Granny D. genoemd, een wandeltocht dwars door de Verenigde Staten om herziening te eisen van de wijze waarop verkiezingscampagnes gefinancierd werden. Ze begon als 88-jarige op 1 januari in Zuid Californië, volgde de zogenaamde zuidelijke route, en kwam op 90-jarige leeftijd op 29 februari 2000 in Washington D.C. aan. Ondertussen had ze twee verjaardagen gevierd: ze was geboren op 24 januari. Ze liep een afstand van ruim 5100 km

Op haar route doorkruiste zij in totaal 12 staten. In alle grote steden hield ze speeches over de kwaliteit van de democratie. Met name hekelde ze de manier waarop verkiezingscampagnes gefinancierd werden. Begin citaat, ‘This country has become one in which, in order to run for office, a poor man has to sell his soul, or he has to be a multi-millionaire. That's not democracy’, einde citaat. 

Voorzitter, het ging Granny D. om de kwaliteit van de democratie. Daarom liep ze die mars. Daarom rustte ze pas met actievoeren toen ze op 100-jarige leeftijd werd stilgezet. In het wetsvoorstel dat voorligt, gaat het ook om de vraag naar de kwaliteit van onze democratie. De hamvraag is dan ook: Leidt een bindend correctief referendum tot een betere kwaliteit van onze representatieve democratie? 

De fractie van de ChristenUnie feliciteert de initiatiefnemer met zijn initiatiefwet. Hij heeft al een forse route afgelegd en heeft nog de nodige kilometers voor zich. De fractie deelt de intentie van de initiatiefnemer: namelijk het verbeteren van de kwaliteit van de democratie. Onze fractie spreekt de hoop uit dat in dit debat de nodige antwoorden komen zodat een politieke afweging mogelijk wordt gemaakt.  

Achtereenvolgens stel ik drie vragen aan de orde:  

  1. Is een correctief referendum een goede oplossing voor de gesignaleerde problemen van de inhoudelijke representatie?   

  2. Leidt het correctief referendum tot meer vertrouwen in de democratie en de overheid?   

  3. Past het correctief referendum bij onze fundamentele opvattingen over de democratische rechtsstaat? 

Is het een goede oplossing?
Waarom een bindend correctief referendum? De Memorie van Toelichting, die in hoge mate is gebaseerd op het rapport van de Commissie Remkes, wijst op het belang van een inhoudelijke representatie van kiezers. De kern van de problematiek is volgens de initiatiefnemer dat, door de manier waarop onze representatieve democratie functioneert, het mogelijk is dat besluiten genomen worden die niet door de meerderheid van de bevolking gedeeld worden. De zogenaamde Ostrogorski-paradox. Deze paradox heeft betrekking op het verschijnsel dat afspraken in het regeerakkoord ertoe kunnen leiden dat een parlementaire meerderheid soms een minderheid van de kiezers representeert. De Memorie van Toelichting noemt nog een ‘verbijzondering’ van deze paradox. Namelijk, het fenomeen dat hoger opgeleide burgers op sommige thema’s inhoudelijk beter worden gerepresenteerd in de vertegenwoordigende organen dan lager opgeleiden. Waardoor er dus sprake is van een imperfecte afspiegeling van opvattingen van de bevolking.  

De oorspronkelijke paradox heeft betrekking op een politieke minderheid. De verbijzondering heeft betrekking op één specifieke sociaal-economische groep. Maar er zijn meer sociaal-economische groepen. Ook zijn er culturele, religieuze en levensbeschouwelijke groepen. Al deze groepen kunnen een meerderheid vormen of een minderheid. 

Ik kom tot de kernvraag: Is het correctief referendum wel een oplossing voor de problematiek van de representatie van de verschillende groepen waaruit onze samenleving bestaat

Stel je voor dat het bij de ‘verbijzondering’ gaat om een meerderheid van de Nederlandse bevolking, dan zou een bindend correctief referendum inderdaad leiden tot een heilzame correctie. We zien dat ook. 

Maar wat als er sprake is van een politieke minderheid zoals bij de oorspronkelijke paradox of bij een maatschappelijke minderheid die minder goed gerepresenteerd wordt zoals bij de verbijzondering? Stel je voor dat op basis van het regeerakkoord door beide Kamers een wet wordt aangenomen die de rechten en belangen van bepaalde minderheden beschermt. Stel je voor dat in zo’n geval een correctief referendum wordt gehouden en de wet wordt verworpen. In dit voorbeeld zou het correctief referendum dus contraproductief werken. De doelstelling van het correctief referendum, namelijk om de stem van minderheden die minder goed gerepresenteerd worden te versterken, zou door datzelfde correctief referendum dus weer teniet gedaan worden.

De vraag van onze fractie is: op basis van welke argumenten of wetenschappelijke gegevens kan de initiatiefnemer aannemelijk maken dat deze contraproductieve werking niet of nauwelijks optreedt? Anders gezegd, ik gebruik nu de verwoording van GroenLinks fractie in het Verslag: Hoe kun je waarborgen dat wetgeving die de rechten van een minderheid beschermt door een meerderheid kunnen worden ‘gecorrigeerd’? Graag een reactie van de initiatiefnemer. Ook graag een reactie van de minister.

Vervolgens, hoe moeten we die uitslag dan interpreteren? De initiatiefnemer zegt in dat in zo’n geval het compromis niet kan rekenen op voldoende draagvlak.1 Dit antwoord roept vragen op. Immers, het is niet duidelijk hoe het verwerpen van de betreffende wet geïnterpreteerd moet worden. Is de meerderheid van de bevolking het niet eens met de wet? Of is de meerderheid het niet eens met het compromis dat in de wet vervat is? Of is de meerderheid het niet eens met het feit dat de belangen en rechten van een minderheid beschermd worden? Anders gezegd, hoe weet de initiatiefnemer zo zeker dat de meerderheid van de bevolking alleen de evenwichtigheid van het compromis voor ogen heeft?2  Graag een onderbouwde reactie van de initiatiefnemer.

Eigenlijk schetst de Memorie van Toelichting op pagina 3 nog een verbijzondering van de Ostrogorskiparadox. Begin citaat,  ‘Juist die groepen burgers die in de representatieve democratie en het parlementaire stelsel minder aan bod komen en die minder gebruik maken van andere kanalen voor politieke participatie kunnen zich in het referendum als instrument bijzonder goed vinden’, einde citaat.  

De fractie van de ChristenUnie is gevoelig voor dit argument. In 1964 introduceerde de filosoof Herbert Marshall McLuhan de stelling ‘the medium is the message’. De kern van deze stelling is dat de manier waarop je een boodschap communiceert een belangrijk stempel drukt op de betekenis van de boodschap. Als van deze stelling een politieke variant bestaat, dan zou dat betekenen dat de juiste keuze van democratische middelen van groot belang is. Het zou kunnen zijn dat de keuze van het middel ‘correctief referendum’ de betekenis krijgt dat de opvattingen van groepen burgers, die in onze huidige democratie minder aan bod komen, er werkelijk toe doen

De vraag van onze fractie is: Is het aannemelijk te maken dat bij een correctief referendum juist burgers gaan stemmen die bij gewone verkiezingen niet ‘in de benen komen’? Krijgt dat correctief referendum dan inderdaad de betekenis dat zij gehoord worden? Graag een reactie van de initiatiefnemer. 

Leidt het tot meer vertrouwen in de representatieve democratie?
Ik kom tot mijn tweede vraag: Leidt het correctief referendum tot meer vertrouwen in de representatieve democratie?  Een van de grootste problemen zou wel eens kunnen liggen in het democratisch-politieke klimaat van onze tijd. Onze fractie denkt daarbij met name aan de fenomenen desinformatie en polarisatie. De kernvraag is: Zou het kunnen zijn dat ‘populistische groeperingen’ met dit soort onderwerpen aan de haal gaan waardoor de maatschappelijke discussie over het wetsvoorstel gefrustreerd wordt en de tegenstellingen in de samenleving toenemen? Ook de Raad van State wijst op dit gevaar. Meerdere collega’s hebben vergelijkbare vragen gesteld.

Het standaardantwoord van de initiatiefnemer op dit soort vragen is ‘ik denk van niet’. Dit antwoord verbaasd onze fractie. Het correctief referendum gaat altijd over maatschappelijk ‘hot issues’. Elk ‘hot issue’ gaat tegenwoordig gepaard met desinformatie. Elk ‘hot issue’ wordt geïnterpreteerd vanuit en/of geïncorporeerd in complottheorieën. Met andere woorden, een correctief referendum zal naar verwachting altijd worden gehouden in een situatie waarin al sprake is van desinformatie en complottheorieën. Dus nogmaals de vraag: Zou het houden van een correctief referendum niet kunnen leiden tot een toename van tegenstellingen in de samenleving en een afname van het vertrouwen in overheid en onafhankelijke instituties? En zou dit niet versterkt worden als de uitslag is dat  een meerderheid het voorstel verwerpt maar dat de uitkomstdrempel niet gehaald is? Graag een reactie van de initiatiefnemer. En graag een reactie van de minister.

Past het bij onze fundamentele opvattingen over de democratische rechtsstaat?
Ik kom tot mijn derde punt. Het correctief referendum roept fundamentele staatsrechtelijke en filosofische vragen op. De Raad van State wijst op het gevaar dat een correctief referendum kan bijdragen aan de gedachte dat belangrijke aspecten van de vigerende consensusdemocratie ingeruild worden voor die van een meerderheidsdemocratie en dat een correctief referendum meer ruimte geeft aan de opvatting dat de wil van de meerderheid bepalend moet zijn voor politieke besluitvorming. De Raad van State waarschuwt ervoor dat door een correctief referendum een zekere spanning ontstaat met onze consensusdemocratie. Met als gevolg dat minderheden in bepaalde gevallen minder worden beschermd. Dit soort kritieken weerleg je niet – zoals de initiatiefnemer doet – door te zeggen dat een correctief referendum niets verandert aan het proces van onze representatieve democratie. Bij dit soort kritieken gaat het om de ‘geest van de tijd’ die zich in onze opvattingen over de democratie nestelt. Het gaat om de ‘geest van de postmoderne tijd’ waarin het ‘ik’ een prioriteit krijgt boven de ‘ander’. 

Een teken van die geest zijn de vele mails die ik krijg waarin burgers mij gebieden om naar de stem van het volk te luisteren, bepaalde vragen te stellen, specifieke ministers moet wegsturen en sommige wetten moet afstemmen. Graag een reactie van de initiatiefnemer. En graag ook van de minister hoe het kabinet naar deze fundamentele aspecten kijkt

Afweging
Ik kom tot een afronding.
Onze fractie ziet een aantal positieve punten in deze initiatiefwet. De fractie van de ChristenUnie erkent dat het correctief referendum kan bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de representatieve democratie. Ik verwijs naar de McLuhan versie van de Ostrogorski paradox en naar het voorbeeld van tekortschietende representatie. Ook is ze positief over het amendement van haar partijgenote in de Tweede Kamer. De hoge uitkomstdrempel past het beste bij de idee van de representatieve democratie. 

Maar onze fractie ziet ook forse bezwaren. In de visie van de fractie van de ChristenUnie vraagt een principiële en ingrijpende wijziging van het staatsbestel een grondige motivering. Ik gebruik hier de bewoordingen van de Raad van State. In de visie van mijn fractie ontbreekt die grondige motivering tot op dit moment. Ook ervaart ze het als pijnlijk dat fundamentele vragen die door deze Kamer zijn gesteld, niet zijn beantwoord. Tevens wijst onze fractie op het gevaar dat minderheden minder goed beschermd worden; een gevaar dat zwaar weegt. In een pluriforme maatschappij als de onze zijn er per definitie veel minderheden. Ten slotte, de fractie van de ChristenUnie nodigt de initiatiefnemer om te reflecteren op het politiek-democratische klimaat waarin een correctief referendum zou moeten worden gehouden.   

Het verhaal Granny D. mag deze Kamer inspireren om tot hoge leeftijd te vechten voor de kwaliteit van de democratische rechtsstaat. Vanuit dat perspectief heeft zelfs ons oudste lid nog ongeveer 20 jaar te gaan. In deze strijd is de reis misschien wel belangrijker dan het resultaat. Ook hiervoor geldt de politieke variant van de boodschap van McLuhan: de reis geeft betekenis aan de boodschap. 

De fractie ziet uit naar de antwoorden van de initiatiefnemer en de minister

Labels: ,