Een belangrijke eerste stap
Bijdrage voor de behandeling van de spoedwet stikstof
De ChristenUnie-fractie is blij dat we vandaag deze spoedwet behandelen. Het heeft van ons als Eerste Kamerleden en ook van de minister en haar ambtenaren veel inzet, tijd en bereidwilligheid gevraagd, maar we zijn nu in staat tot een goede en zorgvuldige behandeling van deze wet.
De fractie vindt het belangrijk om haast te maken met deze wet vanwege de maatschappelijke onrust die er is ontstaan rond boeren en bouwers. Deze spoedwet biedt zicht op het lostrekken van de woningbouw. Het kabinet richt zich op het mogelijk maken van de bouw van 7500 woningen en op het uitvoeren van 7 MIRT-projecten (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). Dat is niet alleen belangrijk voor onze economie en voor het overeind blijven van de bouwbedrijven. Het is ook belangrijk in de persoonlijke levenssfeer van mensen die bang zijn hun werk in de bouw kwijt te raken. En deze wet is belangrijk voor mensen uit vooral de midden- en lagere inkomensgroepen die wachten op een huis en in de huidige woningmarkt niets kunnen kopen. Deze wet geeft een begin van een oplossing. Daarnaast geeft de wet mogelijkheden om versneld te werken aan natuurherstel.
Velen hebben al verwezen naar het advies van de Raad van State ten aanzien van deze wet. Mijn fractie leest in dat advies de kritische kanttekening dat deze spoedwet niet het enige antwoord op de stikstofcrisis kan zijn. Deze wet kan dienen als eerste stap in een veel omvattender pad naar gezondere natuur en minder stikstofuitstoot. Mijn fractie hoort daarom graag van de minster hoe zij de verdere aanpak van de stikstofuitstoot ziet.
Natuurlijk, de minister heeft gezegd het advies van het adviescollege Remkes stikstofproblematiek af te wachten om dat vervolgens te implementeren en in overleg te zullen treden met allerhande instanties en bestuursorganen om tot goede afspraken te komen. Dat is zeker belangrijk. Overigens hoor ik graag of het adviescollege Remkes ook maatregelen wat betreft de industrie zal meenemen.
Mijn fractie zou graag van de minister het ontwerp van een structurele aanpak willen horen. Is zij bereid om een einddoel te formuleren wat betreft stikstofuitstoot en gezonde natuur? En een tijdstip waarop dat doel bereikt moet zijn, met op de weg daarnaar toe meetbare tussendoelen. Zo’n structurele aanpak biedt houvast en voorkomt dat we in de toekomst opnieuw in een situatie als de huidige verzeild raken. Daarmee handelen we ook in lijn met het advies van de Raad van State. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, een ander punt is de 250 miljoen die vrijgemaakt wordt voor natuurherstel, een heel behoorlijk bedrag. Hier is de ChristenUnie-fractie blij mee. Ik hoor graag hoe dit geld wordt aangewend om het natuurherstel te bewerkstelligen - en op welke termijn de regering dit denkt uit te geven. Kan de minister een schatting geven wat deze investering in concreto kan opleveren aan natuurherstel?
Voorzitter, het bedrag - hoe groot ook - is incidenteel. Daarmee ademt het toch een enigszins ‘hapsnap’ beleid. Zou een structureel doel als gezonde natuur, niet meer gebaat zijn met een jaarlijks structureel bedrag? Op een structureel bedrag kan immers beleid gemaakt worden. Mijn vraag is of de minister dit ook zo ziet en of zij zich in zal zetten voor een structurele aanpak om te komen tot gezonde natuur.
Voorzitter, nu naar de spoedwet zelf. Die moet in samenhang gezien worden met andere maatregelen, zoals het verlagen van de maximumsnelheid naar 100 km en 60 miljoen extra voor sanering van de varkenshouderij. De wet is bedoeld om een wettelijke basis te leggen voor stappen die de regering, mogelijk, zal nemen. Zo is het niet zeker of de regering tot drempelwaardes zal besluiten, maar de minister heeft met deze wet de mogelijkheid om zo’n drempelwaarde in te stellen. Natuurlijk omgeven met waarborgen en voorwaarden.
De eisen aan het veevoer, het veevoerspoor, moeten nog worden genotifeerd bij de Europese Commissie. Na voorhang hoopt de minister dat in april rond te hebben.
Bij goedkeuring van de wet, zal het stikstofregistratiesysteem voor de bouw direct per 1 januari worden ingezet om de actuele stikstofruimte in een gebied helder te hebben, zo begrijpen wij. Is dat juist? Bij het registratiesysteem gelden strikte voorwaarden: zo moet de opgenomen vermindering van de uitstoot additioneel zijn aan reguliere maatregelen voor natuurkwaliteitsbehoud en -herstel en de stikstofruimte mag maar op een plek worden ingezet. Onder meer deze voorwaarden maken het systeem juridisch houdbaar, schrijft de minister. Duidelijk is dat de minister niet in de val wil trappen waar de PAS op stukliep. Zij wil pas ruimte geven voor nieuwe projecten wanneer daar meetbaar ruimte voor is ontstaan door vermindering van de stikstofuitstoot. Niet vooruitlopen op de effectiviteit van de maatregelen, maar pas acteren wanneer de maatregelen in werking zijn en de effectiviteit feitelijk gebleken is.
Dit betekent dat het doel van deze wet, het mogelijk maken van 7500 bouw- en 7 MIRT-projecten, niet zeker is. Het zal afhangen van de werkelijk bereikte vermindering van de stikstofuitstoot hoeveel vergunningen zullen kunnen worden verleend. Is dit inderdaad de situatie, vraag ik de minister.
Dan nog een vraag: is het juridisch mogelijk om zowel een nationale drempelwaarde voor stikstof te hanteren als een stikstofregistratiesysteem in de lucht te houden, of moet hiertussen gekozen worden. Uit de beantwoording werd dit mij niet duidelijk.
Stikstof daalt plaatselijk neer, in de beantwoording van de vragen waarschuwt de minister dat de effecten van de wet daarom ook plaatselijk kunnen verschillen. Hoe gaat de minister om met mogelijk ‘scheve ogen’ wanneer in de ene regio meer mogelijkheden voor woningbouw ontstaan dan in de andere regio. Heeft zij daar een oplossing voor? Of moeten wij hierover met de minister voor Wonen van gedachten wisselen?
Mijn fractie is blij met de aandacht in de spoedwet voor natuurherstel. Snellere besluitvorming om tot herstelmaatregelen te komen via de crisis- en herstelwet, en 30% van de gewonnen stikstofruimte naar natuur. Om een paar maatregelen te noemen.
In een andere context is gesproken over een mogelijke herschikking van kleine Natura 2000 gebieden om zo robuustere Natura 2000 gebieden te creëren. Daarvoor zijn gesprekken in Europa nodig. Kan de minister reflecteren op de kansrijkheid van deze gesprekken?
Voorzitter, tot slot. De stikstofcrisis is een uiterst complex onderwerp. Het raakt de bevoegdheid van onze drie bestuurslagen, er zijn veel stakeholders en belanghebbenden en talloze juridische en maatschappelijke haken en ogen. In dit lastige veld is deze spoedwet wat mij betreft een goede en zorgvuldige eerste stap om ons gezamenlijke doel dichterbij te brengen: een florerende economie en een florerende natuur. Ik zal mijn fractie daarom adviseren voor deze wet te stemmen.