Controlezucht overheid neemt absurde vormen aan
Opiniestuk Mirjam Bikker & Laila Ait Baali in de Volkskrant
Deze week behandelt de Tweede Kamer de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (WTMO). Het wetsvoorstel moet buitenlandse beïnvloeding via donaties tegengaan en financieel-economisch misbruik, zoals witwassen en terrorismefinanciering, voorkomen. Dat zijn nobele doelen, maar dit wetsvoorstel maakt meer kapot dan ons lief is. Het voorstel raakt de kern van wat Nederland sterk maakt – een krachtig en onafhankelijk maatschappelijk middenveld.
Het maatschappelijk middenveld vormt de ruggengraat van onze samenleving. Vrijwilligersorganisaties, stichtingen, geloofsgemeenschappen en goede doelen spelen een centrale rol in het goede samenleven en ook nog eens in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, van zorg tot armoedebestrijding. Het wordt ook wel ons sociaal weefsel genoemd. Deze organisaties functioneren dankzij vertrouwen: het vertrouwen van hun leden, donateurs en vrijwilligers. Het wetsvoorstel WTMO ondermijnt dit vertrouwen door deze organisaties te behandelen alsof ze potentieel schuldig zijn aan ondermijning, misbruik of zelfs terrorisme. Vanzelfsprekend moeten misstanden aangepakt, maar dat legitimeert niet om met een kanon op een mug te gaan schieten.
De administratieve lasten zijn namelijk immens. Goede doelen, geloofsgemeenschappen, verenigingen en scholen moeten straks elke donatie of bijdrage, inclusief vrijwilligerswerk, registeren. Er is geen drempelbedrag. Dit betekent dat ook kleine organisaties – vaak volledig afhankelijk van vrijwilligers – door een hoepel moeten springen waartoe ze helemaal niet in staat zijn. Bovendien moeten stichtingen en mogelijk ook scholen hun balans en staat van baten en lasten deponeren bij de Kamer van Koophandel. Dat brengt voor veel organisaties hoge kosten en extra werkdruk met zich mee.
De Raad van State heeft dit wetsvoorstel niet voor niets al twee keer zeer kritisch beoordeeld. De ‘generieke transparantieverplichting’ is vervangen door een ‘transparantie op verzoek’, maar ook dit biedt overheidsinstanties verstrekkende bevoegdheden om in te grijpen bij legitieme, niet-strafbare activiteiten van maatschappelijke organisaties. Dit past in een bredere trend waarin het maatschappelijk middenveld wereldwijd te maken krijgt met toenemende druk en wantrouwen van overheden.
Met bestaande wetgeving, zoals de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en het Wetboek van Strafrecht, heeft de overheid al voldoende instrumenten om illegale praktijken tegen te gaan. Uit welke ideologische hoek dan ook. Het is onduidelijk waarom aanvullende wetgeving nodig is. Ironisch genoeg vindt het huidige kabinet dat bestaande wetgeving op de schop moet, omdat het te beknellend is. Dit nieuwe wetsvoorstel voegt niet alleen weinig toe, maar leidt ook tot rechtsonzekerheid. Wanneer is er bijvoorbeeld sprake van ‘activiteiten die de democratische rechtsstaat dreigen te ondermijnen’? Dergelijke vage normen zorgen ervoor dat legitieme organisaties het risico lopen op sancties, zonder dat ze precies weten waaraan ze moeten voldoen.
Het maatschappelijk middenveld is goud waard, maakt samenleven mede mogelijk en is soms ook de belangrijke spiegel als de overheid doordraaft of wegkijkt, een vitale tegenmacht dus. Het is de plek waar burgers zich verenigen en ideeën ontwikkelen die soms schuren met het overheidsbeleid. In een gezonde democratie is die ruimte heilig. Toch zien we steeds vaker dat de overheid vanuit wantrouwen naar deze organisaties kijkt. Dit wetsvoorstel behandelt maatschappelijke organisaties alsof ze in wezen risicofactoren zijn. Dat is een verkeerd uitgangspunt. En daarom verzetten we ons ertegen.
Vrijheid in de Nederlandse samenleving betekent niet alleen de vrijheid van het individu, maar ook de ruimte voor pluriformiteit: voor organisaties, geloofsgemeenschappen, scholen en bewegingen die onze samenleving verrijken. Deze wetsvoorstellen beperken die vrijheid, en dat moeten we niet accepteren.
De overheid moet het maatschappelijk middenveld niet verstikken met regels en wantrouwen. Controle kan nuttig zijn, maar vertrouwen is de basis. Nederland verdient een overheid die de kracht van zijn burgers en hun organisaties erkent en ruimte geeft. Vanuit dát vertrouwen kan een samenleving werkelijk bloeien.
Mirjam Bikker is fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer
Laila Ait Baali is directeur van Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk