Reconstructie: hoe de ChristenUnie uiteindelijk toch vóór het Belastingplan kon stemmen
Tijdens het debat over de voorjaarsnota begin juni liet ik voor het eerst duidelijk doorschemeren: de ChristenUnie gaat niet tegen elke prijs akkoord met het Belastingplan. Samen met CDA en SGP maakte ik een groot punt van met name de kaalslag van de giftenaftrek.
Deze voorgenomen samenlevingsboete stak ons alle drie als een graat in de keel, niet alleen omdat het goede doelen en kerken zou raken, maar zeker ook omdat het haaks staat op onze samenlevingsvisie: als mensen naar elkaar omzien, ook financieel, moet de overheid dat niet fiscaal afstraffen, maar aanmoedigen. Collega Flach van de SGP en ik namens de ChristenUnie spraken uit serieus te overwegen tegen het hele Belastingplan te stemmen, als het kabinet de voorgenomen forse ingreep zou doorzetten. Een veelbetekenend signaal, vooral gelet op de politieke verhoudingen in de Eerste Kamer. Tijdens dat bewuste voorjaarsnotadebat in juni, toen het kabinet nog niet eens was aangetreden, werd het zaadje geplant om als confessioneel blok samen op te trekken richting begroting en belastingplan, ook al was het allemaal nog niet zo concreet.
Nog voor de zomer werd op initiatief van de ChristenUnie een grote campagne op poten gezet: Red de giftenaftrek. Een petitie, gesteund door een brede coalitie van maatschappelijke, kerkelijke en politieke partners, werd breed ondertekend (meer dan 46.000 keer) en daarmee voerden we de druk op het kabinet flink op.
Tijdens het zomerreces voerde ik op mijn werkkamer een kennismakingsgesprek met Eelco Heinen in zijn rol als minister van Financiën (natuurlijk kenden we elkaar al veel langer, maar nog niet in deze verhouding). En vanzelfsprekend kwam toen ook even het belang van het overeind houden van de giftenaftrek aan bod. En het kabinet luisterde. Op Prinsjesdag werd bekend dat de giftenaftrek voor particulieren in zijn geheel overeind bleef. Daarmee deed het kabinet overduidelijk een handreiking richting met name de confessionele oppositie. Het resterende deel van de bezuiniging op de giftenaftrek voor bedrijven bleef vooralsnog helaas overeind.
Als ChristenUnie-fractie hebben we toen meteen een amendement voorbereid en samen met het CDA en de SGP ingediend om de overgebleven bezuiniging die het voor ondernemers en bedrijven onaantrekkelijk maakten om giften te geven ook ongedaan te maken.
In de tussentijd liep in beide Kamers de spanning op met betrekking tot een ander onderdeel van het belastingplan: de btw-verhoging van 2,3 miljard die het kabinet wilde doorvoeren, op boeken en kranten, sport, cultuur en logies, maar niet op kamperen, bioscopen en pretparken. Voor de ChristenUnie woog de verhoging van de btw op boeken en kranten het zwaarst - samen met Chris Stoffer (SGP) diende ik een amendement in om deze verhoging niet door te voeren - en sowieso hadden we veel moeite met het willekeurige karakter van de verhoging van de btw. Waarom voor de ene categorie wel en voor de andere niet? En waarom had de coalitie ervoor gekozen om de uitvoering van de btw nog weer ingewikkelder te maken voor de Belastingdienst? Enfin, na een desastreus verlopen gesprek tussen staatssecretaris Idsinga en de Eerste Kamer leken kabinet en Kamers op ramkoers te liggen.
Ondertussen zochten vooral de ChristenUnie, CDA en D66 elkaar rond de diverse urenlange wetgevingsoverleggen (debatten van technische aard over de juridische inhoud van de voorgestelde belastingwetgeving) op om een gezamenlijk op te trekken tegen de btw-verhoging. Tegelijkertijd bleef het van de kant van het kabinet en de coalitie stil. Waar wij inmiddels ons amendement over de resterende ingreep in de giftenaftrek van een voor de minister van Financiën acceptabele dekking hadden voorzien, daar waren CDA en SGP het nog niet eens geworden met Financiën over hun voorstellen. En intussen was de laatste week van de Kamerbehandeling van het Belastingplan - een pakket van 11 wetten in totaal - aangebroken. De tijd drong.
Vlak voor het plenaire debat op dinsdag sloegen we als confessionele drie partijen de handen ineen. Samen met Inge van Dijk (CDA) tekende ik mee met het voorstel van Chris Stoffer (SGP) op het voorstel om de fiscale discriminatie van kostwinnersgezinnen te verminderen met een concreet voorstel. En Inge van Dijk diende, samen met Hans Vijlbrief (D66), Chris Stoffer en mij de motie in om de besluitvorming over de btw te verdagen naar het voorjaar en anders in te vullen. Én CDA, SGP en ChristenUnie spraken in een ‘wandelgangakkoord’ af samen op te trekken: alle drie genoemde voorstellen moesten worden aangenomen, dus met steun van de coalitie, en zo niet, dan zouden we alle drie tegen het Belastingplan stemmen. Het kabinet en de coalitie hadden genoeg tijd gehad om de oppositie tegemoet te treden en het was wat ons betreft tijd voor een helder en niet mis te verstaan signaal.
Zo gezegd, zo gedaan. Zowel Inge van Dijk, Chris Stoffer als ikzelf waren kraakhelder in onze bijdrage. Daar schrokken de bewindslieden in vak K zichtbaar van. Op woensdag, de dag van het felle debat over de verschrikkelijke gebeurtenissen in Amsterdam, vond er koortsachtig overleg plaats tussen enerzijds Inge van Dijk, Chris Stoffer, Hans Vijlbrief en ondergetekende en anderzijds Eelco Heinen achter de schermen. Ook coalitiepolitici leken langzaam wakker te worden en het risico in te zien van een Belastingplan dat zou kunnen gaan sneuvelen. Maar de donderdag, de dag dat er gestemd moest worden over het Belastingplan, brak aan zonder akkoord tussen oppositie en de minister van Financiën. Het zat nog steeds vast op de btw. Pas tijdens het debat gaven coalitie en kabinet toe en namen ze de verplichting op zich om voor de btw-verhoging op ‘sport, cultuur en media’ een alternatief te zoeken.
’s Avonds nam de Tweede Kamer de btw-motie én de amendementen inzake de eenverdiener en de giftenaftrek van CDA, SGP en ChristenUnie en vervolgens alle 11 de Belasting- en toeslagenwetten aan. Scherpe en constructief-kritische politiek van de confessionele drie leidde tot resultaat. En het voor Nederland belangrijke Belastingplan - de basis voor vele miljarden aan inkomsten waarmee alle belangrijke overheidsuitgaven worden betaald - werd aangenomen, maar dan wel met ‘meer ruimte voor de samenleving’ dan zoals het door coalitie en kabinet was bedacht. Zo kwam het die donderdag 14 november toch nog goed. Voor even leek een kabinetscrisis ver weg. Echter, op vrijdag 15 november bleek niets minder waar dan dat.