Debatbijdrage Democratische zeggenschap over publieke voorzieningen

Tweede Kamer zetels.jpg
Portret Mirjam Bikker in vierkant.jpg
Door Mirjam Bikker op 5 maart 2024 om 12:13

Debatbijdrage Democratische zeggenschap over publieke voorzieningen

Bijdrage Mirjam Bikker, 27 februari 2024

Voorzitter. Niemand regeert: zo heet het boek van de onlangs overleden journalist Marc Chavannes. Hij wist als geen ander te benoemen hoe de afgelopen decennia vrij willekeurig publieke taken op afstand zijn gezet en soms zijn overgenomen door buitenlandse investeerders, met maar één doel: money, geld. De burger werd een klant van de bedrijfsmatig gestuurde overheid. Marc Chavannes was bezig met een boek met de titel Politiek die werkt. Ik had het boek graag gelezen. Zijn inleiding is wel publiek bekend, maar helaas heeft hij het niet af kunnen schrijven.

Die constatering, niemand regeert, zagen we ook in het najaar van 2022. We stonden gek te kijken toen het kabinet in 2022 wilde sturen op de energiemarkt, maar geen knoppen had om aan te draaien, behalve de prijs en het gireren van miljarden naar energiebedrijven in buitenlandse handen. Dat gebeurt vaker. Hoeveel zeggenschap hebben bewoners in hun woningcorporatie? Wie stuurt er op de overnames van durfkapitalisten bij huisartsenpraktijken, dierenartsen en de kinderopvang? Als de overheid geen keuzes maakt, zal de markt die voor ons maken, of het nu gaat om energie, zorg of veiligheid. Dat zijn juist de terreinen waarbinnen we op hele grote uitdagingen stuiten. Daarom moeten we beter doordenken welke sturing en begrenzing deze sectoren nodig hebben, juist om die grote uitdagingen, zoals de energietransitie en de veranderingen in de zorg met een vergrijzende samenleving, aan te kunnen, omwille van het publieke belang.

Voorzitter. Laat ik beginnen bij de energie. De energiecrisis drukt ons met de neus op de feiten: in de energiesector is het publieke belang niet meer voldoende geborgd. Het onderzoek waar de motie-Segers/Marijnissen om vroeg, geeft aan: de betaalbaarheid en de leveringszekerheid zouden niet in gevaar zijn geweest en zouden zelf gebaat zijn bij een geliberaliseerde sector. Maar de burger wordt daarin wel gereduceerd tot consument. De maatstaf voor een geborgd publiek belang is slechts alleen die lagere prijs. Dat is geen houdbare strategie voor de toekomst. Want met de energietransitie en de huidige geopolitieke omstandigheden wil de ChristenUnie niet dat we afhankelijk zijn van marktpartijen en regimes die niet het publieke belang maar vooral de winst of de strategie van het regime voor ogen hebben.

Warmtenetten zijn ook zo'n voorbeeld van privaat eigendom. We hebben als overheid nu eigenlijk niets te zeggen over deze belangrijke infrastructuur. Is dat vanuit het oogpunt van de borging van publieke belangen wel verstandig? Wat is het gewenste toekomstbeeld van het kabinet? Dan heb ik het niet alleen over de nieuwe warmtenetten, die ook in de Warmtewet behandeld zullen worden en waar we vooral van hopen dat de minister vaart kan blijven maken, maar ook over de huidige warmtenetten. Hoe heeft de minister dat voor ogen? Hoe gaan we voor energie zorgen op dagen dat de zon niet schijnt en de wind niet waait? Welke marktpartij gaat dan een centrale onderhouden? Of moeten we aan heel andere zaken denken? Moet de overheid de strategische capaciteit in eigen hand nemen? Wie neemt de regie? En welke agenda heeft de minister? Oftewel, met het oog op de toekomstige uitdagingen is nog niet uitgekristalliseerd wat het publieke belang is en bij wie dan zeggenschap en eigenaarschap moeten liggen, qua markt, qua overheid en qua samenleving.

Diezelfde zorg heb ik bij artificial intelligence, een heel ander terrein. Willen we grip krijgen op wat de markt aan ontwikkelingen en mogelijkheden op ons afstuurt, dan zijn er kaders nodig. Te weinig is op dit totaal nieuwe gebied het publieke belang gedefinieerd. Te weinig brengen we begrenzing aan, als het gaat over onze grondrechten, over de bescherming van privacy en over de toekomst van de democratische rechtsstaat. Ik ben benieuwd hoe de minister van Binnenlandse Zaken juist daar het publieke belang definieert. Welke stappen wil hij ondernemen om het juist ook daar niet alleen aan de markt te laten, maar ervoor te zorgen dat de overheid op tijd beschermt?

Voorzitter. Ten slotte over de samenleving aan zet. Als we echt willen kijken naar het borgen van het publieke belang, dan moeten we kijken naar de samenleving. Die vinden we tussen marktmacht en overheidsbemoeienis. De ChristenUnie is geworteld in een traditie die gelooft in die samenleving. Daar gebeurt het. Daar werken buren, vrienden, mensen met dezelfde behoeften samen om het publieke belang te dienen, bijvoorbeeld in coöperaties, zoals de zorgcoöperatie, die we op heel veel plekken heel goed werk zien doen. Denk ook aan de energiecoöperatie en de dorpscoöperatie. Je zou kunnen zeggen: het bijzonder onderwijs is gestart als coöperatie. Maar waar we zien dat het bij de energiecoöperaties heel aardig lukt om er veel mensen bij te betrekken, daar zien we bij zorgcoöperaties te vaak alleen de goed van informatie voorziene mensen tot actie overgaan. We zien dat de knarrenhofjes alleen slagen als je de kennis en de macht hebt om daarin door te zetten. Welke lessen leert de minister van VWS juist op dit punt om dat publieke belang te versterken? Met meneer Dijk hebben wij de motie liggen rondom private equity rond de huisartsen. Telkens draait het om de vraag: hoe houden we dat publieke belang juist omhoog in tijden van verandering?

Voorzitter, mijn allerlaatste zin. Een heel aantal jaar geleden verscheen er een prachtig rapport in de Eerste Kamer. Het ging over de terugkeer van het algemeen belang. Roel Kuiper schetste uitstekend welk privatiseringsverdriet deze samenleving over zichzelf heeft afgeroepen en welke toekomst Nederland nodig heeft. Dat vraagt van dit kabinet dan ook om telkens opnieuw te benoemen wat dat publieke belang is, hoe de samenleving daarin zeggenschap kan hebben en hoe markt en overheid zich daartoe verhouden. Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van de bewindspersonen.

Dank u wel.

Labels: