Groningers boven gas
Bijdrage tweede termijn Mirjam Bikker aan het debat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Groningen
Ik denk dat we allemaal terugkijken op een intens debat, ook de mensen die al naar huis zijn en nog een lange reis voor de boeg hebben en misschien wel het allermeest voor de mensen die thuis in Groningen zaten en waarvan ik weet dat sommigen niet durfden te kijken omdat het al te vaak is mis gegaan.
En juist daarom vind ik het zo belangrijk dat we dit dikke rapport waarin de parlementaire enquêtecommissie, over 60 jaar gaswinning beleid en de gevolgen daarvan hier bespreken. Dat het erkenning is van de miskenning die jarenlang ervaren is in Groningen. Dat is voor mij ook een belangrijk eerste aspect in de bijdrage van mijn eerste termijn, na het lezen van het rapport en de bezoeken in Groningen, de contacten tot gisteravond aan toe.
Het tweede is of het kabinet zijn antwoord recht kan doen aan het perspectief wat Groningen keihard nodig heeft. Zowel qua schade en herstel, qua versterking en toekomstperspectief. Ik wil de bewindspersonen danken voor de beantwoording, voor de verheldering. En juist ook op de punten van de complexe schade, van de funderingen van de gevallen waar we telkens opnieuw zien hoe ingewikkeld het is. De mestkelders, de monumenten, mkb. Dat we daar gaan zorgen dat het beter gaat. En tegelijkertijd, in alle bescheidenheid, dat voel ik helemaal mee, dat we ook kijken ten aanzien van de grens van 40 duizend, kan dat nog net ietsje beter? Ik heb de motie meegetekend die collega Vedder van CDA straks zal indienen.
Derde punt is natuurlijk hoe wij dit rapport wegen, ook als fractie. En dat valt me zwaar. Het valt me zwaar omdat zestig jaar gasbeleid mij als inwoner van Gouda veel heeft gebracht. Ik kan zo naar het ziekenhuis, ik kan genieten van een verzorgingsstaat op heel veel punten, en dat is mede te danken aan de gaswinning waardoor anderen dik in de knel zitten. En ik als inwoner van de randstad op dit moment, maar ook toen ik op de Veluwe woonde, heb dat niet doorgehad. En daar baal ik ontzettend van want dat kan ik ook niet wegnemen. Het enige wat we kunnen doen is ons stikkende best doen om juist te zorgen dat als we de hersteloperatie, als we dit plan inzetten, dat we dat elke dag waarmaken.
En dan snap ik dat er op dit moment bij heel veel Groningers geen vertrouwen is. Maar dan spreek ik het committent uit dat ik me wel elke dag zal inzetten vanuit mijn positie om het iedere dag weer waar te maken. Dat we jullie zie staan, dat we de problemen te lijf gaan.
Als ik dan terugblik op die 60 jaar gasbeleid dan zijn er een aantal kernmomenten waarvan ik de minister-president heb gevraagd, reflecteer daar nou eens op. En we hadden daar een intens gesprek over. Maar ik heb ook geproefd - het duurde even maar het was er - de boosheid, de schaamte die er over het geheel is. En dat gaat dan over verschillende tijden en verschillende momenten. En voor mij is het belangrijkste moment daar waar het geld tekens opnieuw ging boven gezondheid en boven veiligheid. Ik wil dat het geborgd wordt op het ministerie dat dat niet meer kan gebeuren. Daar heb ik een motie over.
Ik wil ook op deze plek uitspreken dat wij allen, dat gaat breder dan het kabinet, het niet goed hebben gedaan.
Daarom dien ik - namens SGP, CDA, VVD en D66 - de volgende motie in:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
Constaterende dat het rapport ‘Groningers boven gas’ concludeert dat 60 jaar aardgaswinning de belangen van Groningers structureel zijn genegeerd,
constaterende dat dit ongekende systeemfalen, van zowel publieke als private partijen die hun plichten hebben verzaakt, er toe heeft geleid dat er te laat is geluisterd naar de Groningers, hun gezondheid en veiligheid te lang is genegeerd en geld dominant was bij besluiten over gaswinning,
overwegende dat het rapport ook vaststelt dat op diverse belangrijke momenten de Tweede Kamer onvolledig of onjuist is geïnformeerd, waardoor ze haar controlerende functie niet goed heeft kunnen uitoefenen,
van mening dat deze uitkomsten van 60 jaar gasbeleid door de verschillende opeenvolgende kabinetten en goedgekeurd door de leden van de Staten-Generaal zeer te betreuren en af te keuren zijn,
spreekt uit dat de veiligheid en gezondheid van inwoners bij alle staatsdeelnemingen, publiek-private samenwerkingen en optreden van de Rijksoverheid zelf voorop moeten staan, en dat Groningers zich daar nu al elke dag verzekerd van moeten weten,
verzoekt de regering daartoe alles in het werk te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naast deze motie heb ik verschillende moties ingediend bij het debat, over de indexatie van het bedrag dat het kabinet elk jaar uittrekt voor investeringen in Groningen, en over de cultuurverandering die nodig is binnen het ministerie van Economische zaken, waarin we het maatschappelijk belang binnen de organisatie beter waarborgen, en er meer alertheid ontstaat voor de burgers die de overheid het hardst nodig hebben.
Klik hier voor de bijdrage van Mirjam tijdens het debat op 6 juni