Bouwplan om CO2-reductie te versnellen én boeren daaraan te laten verdienen
Met één plan de uitdagingen rond klimaat, woningbouw, landbouw, bodem en waterkwaliteit te lijf gaan, dat is de ambitie van ChristenUnie-Tweede Kamerlid Pieter Grinwis. Hij presenteert vandaag een plan om grootschalig in te zetten op de productie en het gebruik van biogrondstoffen. Door deze grondstoffen te gebruiken voor de woningbouw wil Pieter drie grote maatschappelijke vraagstukken verder brengen. “Door inzet op biobased bouwen kan de woningbouw ineens een kans worden voor het klimaat en de landbouw.”
Momenteel worden woningen doorgaans met materialen als beton, baksteen, cement en glaswol gemaakt. Dat gaat gepaard met hoge CO2-uitstoot. Een alternatief voor deze klimaatvervuilende vorm van woningbouw vormen biogrondstoffen. Bij ‘biobased bouwen’, zoals de innovatie heet, maken aannemers gebruik van hernieuwbare, duurzame materialen. Deze vorm van bouwen stoot geen CO2 uit, maar slaat het juist op. Op die manier kan per jaar tot wel 6,4 Megaton CO2 bespaard worden bij alleen al de nieuwbouw van 75.000 huizen per jaar. Bovendien kan het telen van deze biogrondstoffen een mooi nieuw onderdeel worden van het verdienvermogen van boeren. Pieter Grinwis: “De woningbouwopgave is met 100.000 woningen per jaar heel groot. De huidige huizenbouw legt een zware druk op het klimaat. Door hernieuwbare materialen te gebruiken kunnen we die bouwopgave gebruiken om forse klimaatwinst te boeken. Veel vraag betekent ook veel aanbod, en daarin kan onze agrarische sector de hoofdrol spelen. Het produceren van biogrondstoffen is een mooie en broodnodige nieuw loot aan de stam met verdienmogelijkheden voor onze boeren en een grote bijdrage van hen aan de klimaatopgave.”
Grinwis wil dat in 2035 50% van de bouw in Nederland met biogrondstoffen plaatsvindt, en 100% van de isolatie. “Met het huidige beleid halen we de CO2-reductiedoelstelling van 55% in 2030 niet. Biobased bouwen biedt een kans om de achterstand fors in te lopen. Maar gezien de grote opgaven en de tijdsdruk moeten we dit project dan wel van meet af aan op waarde schatten: dit is niet een kwestie van een paar extra beleidsregels hier en daar, maar draait echt om een volledige transitie. Het is nodig dat de minister dit onderdeel maakt van zijn pakket aanvullende maatregelen dat in het voorjaar komt en hiervoor geld reserveert uit het klimaatfonds. Maar als het ons lukt, bewijzen we onszelf een hele grote dienst in de opmaat naar een gezond klimaat, voldoende woningen en een toekomstbestendige landbouw.