Rechtvaardige keuzes en maatschappelijke vrede (bijdrage debat uitspraken Wopke Hoekstra)
Je ziet deze weken en dagen de scheuren door onze samenleving lopen. Stad tegen platteland. Randstad versus regio. En deze tegenstelling dreigt ons van elkaar te vervreemden. Dat is buitengewoon zorgelijk.
We zien dit jaar ook andere scheuren in onze samenleving.
Het is de tegenstelling tussen rijk en arm. Tussen mensen die geld hebben om hun huis te isoleren en die daardoor een lage energierekening hebben en mensen die met angst en beven de winter afwachten en voor hun rekening het ergste vrezen. En ook deze scheuren dreigen grote kloven te worden.
De stikstofcrisis is oplosbaar. Als we ons hoofd en hart erbij houden en normaal met elkaar praten, kunnen we eruit komen. Dat is ook de inzet van de ChristenUnie-fractie. Inzet voor herstel van onze natuur en voor een goede toekomst voor boeren en voor een vitaal en leefbaar platteland. Daarom is Johan Remkes aan de slag gegaan, samen met boeren, samen met natuurorganisaties is gaan praten en zonder taboes bezig is om dit weer bij elkaar te brengen.
En armoede is ook geen natuurverschijnsel dat we maar lijdzaam moeten aanvaarden. Nee, ook aan armoede kunnen we wat doen. Als we in de komende dagen en weken rechtvaardige keuzes maken, kunnen we voor miljoenen mensen verschil maken. Op dit moment gaat het goed met de schatkist van ons land, maar slecht met de portemonnee van veel mensen. Dat is voor de ChristenUnie-fractie onbestaanbaar. Als we niets doen groeit straks een op de tien kinderen in armoede op. Ook dat is voor de ChristenUnie-fractie onbestaanbaar.
Goede samenwerking
De enige manier waarop we rechtvaardige keuzes kunnen maken, is door goede samenwerking. Tussen politici binnen de coalitie, tussen coalitie en oppositie, tussen overheid en samenleving. En dat moet beter. Veel beter.
We hebben alles in huis om deze grote problemen op te lossen. We zijn van oudsher niet van de polarisatie, maar van de polder. Als Nederlanders en zeker als christelijk-sociale beweging, waar ik deel vanuit maak, wij zijn geen revolutionairen, maar antirevolutionairen. En laten we dat in hemelsnaam zo houden!
Inmiddels is het wel duidelijk wat makkelijk is en wat moeilijk is. Het is veel makkelijker om de samenleving te verdelen en veel moeilijker om de boel bij elkaar te houden. Het is makkelijker om van politiek een cynisch spel van winnaars en verliezers te maken, veel makkelijker om gevoelens van wantrouwen en woede richting de overheid aan te wakkeren en veel moeilijker om lastige problemen al pratend op te lossen en zo de samenleving op te bouwen.
En toch kiest de ChristenUnie voor de polder en niet voor polarisatie. Voor het taaie overleg over rechtvaardige keuzes.
Menselijke maat en goed overleg
Daarbij zijn er wel een aantal vragen te stellen aan dit kabinet.
Wreekt zich in de stikstofcrisis niet dat onze politiek veel te technocratisch is geworden? Te veel politiek van planbureaus, van modellen, van de tekentafel en veel te weinig van waarden. Zien we niet juist in deze weken ons onvermogen om overtuigend duidelijk te maken dat we beter voor de natuur moeten zorgen en dat we dat doen samen met de boeren?
Als we doelmatigheid en de meest efficiënte besteding van overheidsgeld centraal stellen, hoort de boer als eerste iets over uitkoop en veel te weinig over al die andere manieren om zich aan te passen.
En dat ‘doelmatigheid en efficiency’ centraal staan, zien we ook bij de opvang van asielzoekers. Grootschalige opvang is efficiënt, maar het legt een enorme druk op kleine gemeenschappen zoals die in Albergen. Moeten we niet af van onze dogma’s van doelmatigheid en efficiency, en veel meer naar de politiek van de menselijke maat, van het goede overleg.
Veel gemeenten zijn bereid kleinere groepen asielzoekers op te vangen. Dat is een prachtig aanbod dat we wat mij betreft moeten aannemen. En als we daar op ingaan, voorkomen we ook inhumane situaties zoals in Ter Apel, waar mensen buiten moeten slapen.
Wat in ieder geval nodig is, is goede samenwerking. En dat we vandaag dit debat hebben naar aanleiding van een interview dat voor ophef zorgde, laat zien dat die samenwerking veel beter moet.
Binnen de coalitie. Daarbij wil ik de minister van Buitenlandse Zaken en politiek leider van het CDA vragen hoe hij zijn twee rollen denkt te kunnen combineren als de eenheid van het kabinetsbeleid daarmee onder druk kan komen te staan.
Tussen coalitie en oppositie, waarbij ik oprecht hoop dat we elkaar veel vaker bij belangrijke onderwerpen weten te vinden.
En vooral met de samenleving. Want die ziet te vaak een onmachtige en veel te technocratische overheid en veel te weinig een overheid van de menselijke maat, van dienstbaarheid, een overheid die zich sterk maakt voor de zwakkeren.
Aan mij mag het niet liggen. Aan de ChristenUnie-fractie mag het niet liggen. Daarom hoop ik morgen weer aan de slag te gaan met gesprekken over de begroting van volgend jaar. Over bestrijding van armoede en over een rechtvaardige verdeling van onze welvaart en van de pijn van inflatie. En daarna praten we over de goede balans tussen landbouw en natuur en over humane asielopvang.
We moeten aan de slag.
Op hoop van zegen.