'Eerlijk zijn doe je niet omdat de wet dat voorschrijft' (bijdrage aan debat over sms-berichten minister-president)
We voeren vandaag in de Tweede Kamer een debat over sms-berichten van de minister-president op een moment waarin de wereld in brand staat. Er is oorlog in Oekraïne, honger in de Hoorn van Afrika en in ons land maken steeds meer mensen zich zorgen over de zekerheid van hun bestaan. Maar toch is het belangrijk dat we hier vandaag staan, omdat het gaat over het controleren van de regering en dat is essentieel in een democratie. Het vertrouwen in de overheid en in de politiek staat onder druk.
Transparant, open en eerlijk zijn doe je dus ook niet bovenal omdat de wet dat voorschrijft, maar bovenal omdat de overheid alleen zo vertrouwenwekkend kan zijn. De aanleiding voor dit debat draagt daar – opnieuw – niet aan bij.
De voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid stelde gisteren, op verantwoordingsdag, de volgende vraag: wat als voor het uitvoeren van onze controlerende taak niet de benodigde data beschikbaar is?
Het bewaren van digitale informatie in het licht van die controlerende taak van de Kamer op de regering, op de macht en transparantie richting de samenleving is heel belangrijk voor de democratie. Juist als het gaat om de berichten van degene die de besluiten nemen en hoe die besluiten tot stand zijn gekomen, ook om in de toekomst te reconstrueren hoe die besluiten tot stand zijn gekomen.
En dan roept de omgang van de minister-president met sms’jes ook bij mijn fractie vragen op.
Niet alleen: handelde de minister-president in lijn met de regels? Maar ook: heeft hij er ook alles aan gedaan om aan de bedóeling van die regels te voldoen? Open en eerlijk zijn over je communicatie zodat het handelen van de regering ook democratisch gecontroleerd kan worden.
Dat gaat verder dan de regels, het gaat om vertrouwen in de overheid en het controleren van de macht.
En hoewel er allemaal redenen kunnen zijn om een oude Nokia te gebruiken, wat zo langzamerhand een gimmick is geworden, heeft de minister-president het zichzelf daarmee niet extra moeilijk gemaakt om transparant te zijn door het gebruik van dit toestel? Heeft hij zich hierover laten adviseren, zeker als onderdeel van de politieke top, waarvan in de handreiking ook staat dat juist bij hen hier extra aandacht voor nodig is? En wat heeft hij dan met die adviezen gedaan?
De minister-president heeft belangrijke sms’jes voorgelezen aan medewerkers, blijkt uit de brief hij verstuurd heeft. Wat is daar dan mee gebeurd? Zijn die wel gearchiveerd, en hoe? Kunnen we dat nagaan? En hoe verhoudt dit ‘parafraseren en in hoofdlijnen doorgeven’ zich tot de regels?
En begrijpt de minister-president dat die lichtvaardigheid waarmee hij communiceert over het verwijderen van sms’jes niet geruststellend is en niet bijdraagt aan herstel van vertrouwen?
In de bestaande regels is nu veel ruimte voor een eigen inschatting van bewindspersonen over welke berichten ze wel en niet bewaren. Zij bepalen dat zelf.
Ik wil ervan uitgaan en kunnen geloven dat bewindslieden dat zorgvuldig en integer doen. Maar heel simpel: we weten het niet precies en we kunnen het niet nagaan.
In een tijd waarin vertrouwen onder druk staat stellen wij ons de vraag of de ruimte voor eigen afwegingen niet té groot is en of de aanwijzingen op moment niet te véél ruimte laten. Wij denken dat het tijd is om die regels aan te scherpen.
De ChristenUnie wil dus ook dat de regeringscommissaris Informatiehuishouding om advies wordt gevraagd hoe we de regels over archivering van app- en sms-verkeer kunnen aanscherpen.
Tot slot: ik vind dus dat we naar die regels moeten kijken. Maar ik zeg hier ook: welke regels we hierover ook stellen, als je wilt, kun je er altijd omheen.
En dus, daar begon ik ook mee, willen we zeker van bewindspersonen zien dat zij niet alleen aan de wet voldoen, maar om als overheid vertrouwenwekkend te zijn, er alles aan te doen om aan de bedoeling van die regels te voldoen, om open en eerlijk te zijn. En dat zij zich ervan bewust zijn dat het gaat om democratische controle en het herwinnen van vertrouwen.