De ketenen zijn verbroken
Vandaag is het Keti Koti. Dat betekent letterlijk: de ketenen zijn verbroken. Een bijzondere dag voor veel inwoners van ons koninkrijk, voor voormalige Nederlandse kolonie Suriname en ook voor mij. En op steeds meer plaatsen in Nederland lijkt er lokale aandacht en bewustwording te ontstaan voor 1 juli. Bijvoorbeeld in Zwolle maar ook in Arnhem is er dit jaar voor het eerst lokaal officieel stilgestaan bij Keti Koti.
Waar staan we eigenlijk bij stil op deze dag? Namelijk dat in 1863 het einde van de slavernij in Suriname en op de Antillen officieel afgekondigd. Daarbij merk ik op dat de tot slaafgemaakten nog tien jaar lang verplicht werden om op de plantages te blijven werken. Dus eigenlijk waren ze pas echt vrij in 1873.
De viering van Keti Koti staat niet alleen in het teken van de herdenking van de trans-Atlantische slavernij, maar is ook steeds meer een jaarlijkse herinnering aan het feit dat de overheid opnieuw niet bereid is gebleken haar excuses aan te bieden voor deze zwarte bladzijde uit onze nationale geschiedenis. Dat laatste punt lijkt de afgelopen jaren zelfs meer aandacht te krijgen dan de viering zelf. Tevens leidt de discussie over een excuses tot een steeds diepere kloof in de samenleving waarbij enerzijds velen de opstelling van de overheid door al decennialang excuses te onthouden afkeuren en anderzijds velen die voelen dat zij in een positie worden gezet die zij als onterecht ervaren.
Hoe komen we uit deze houdgreep? Ik denk dat het goed is als we elkaar andere vragen gaan stellen. Stel in plaats van de schuldvraag een andere vraag centraal: welke stappen zijn er nodig om tot verzoening te komen? En welke rol kan ik daarin spelen? Dan krijg je een heel ander gesprek met elkaar. Excuses kan hierbij, niet als doel op zich, maar in het kader van een breder proces een belangrijke rol spelen kan zijn dat uiteindelijk tot meer maatschappelijke eenheid leidt.
Excuses veranderen het verleden niet en zullen ook het heden en de toekomst niet direct veranderen. Het is denk ik wel een belangrijke stap en symbool in een proces dat tot meer eenheid leidt. De ervaring leert namelijk dat misstanden uit het verleden langdurig diepe wonden achterlaten, zolang er niet bewust wordt ingezet op erkenning en verzoening. De positieve impact van een excuses hebben we vorig jaar mogen ervaren toen de regering na 75 jaar eindelijk excuses aanbood voor de houding van de regering tijdens de Holocaust en met deze erkenning een stap richting verzoening met het verleden zette.
Ik geloof dat we ten aanzien van het slavernijverleden vervolgstappen kunnen zetten. Daarom maak ik mij er in de Tweede Kamer sterk voor dat het kabinet een commissie instelt te stellen die twee belangrijke taken heeft. Ten eerste moeten ze aan waarheidsvinding doen: wat heeft er plaatsgevonden ten tijde van de slavernij, namens wie en hoe. Dit helpt om het nationaal collectief gebrek aan kennis over het slavernijverleden aan te vullen en draagt bij aan de tweede taak van de commissie: te onderzoeken wat de doorwerking is van dat verleden naar het heden en welke stappen, symbolen en handelingen gezet kunnen worden met als uiteindelijk doel te komen tot een proces dat de maatschappelijke eenheid binnen het Koninkrijk der Nederlanden versterkt.
In mijn vorige rol als gemeenteraadslid heb ik samen met andere partijen een voorstel in om eerst een onderzoek te doen naar het slavernijverleden van de stad en vervolgens excuses aan te bieden. Naar aanleiding van de uitkomsten biedt burgemeester Halsema vandaag excuses aan namens het Amsterdamse stadsbestuur, en dus niet namens alle huidige Amsterdammers, voor het aandeel van de stad Amsterdam in de trans-Atlantische slavernij. Een stap dat voor veel mensen veel betekent en hopelijk tot meer maatschappelijk draagvlak voor nationale stappen leidt.
We kunnen het verleden niet veranderen. Maar we kunnen wel samen aan een gedeelde toekomst werken. De ketenen zijn verbroken!