Wat blijft er aan het eind van het leven over van een mens?
Wat blijft er aan het eind van het leven over van een mens? Ik vroeg het me af toen we deze woensdagochtend met zo’n 25 mensen bij elkaar zaten in een van de kleinere zalen in de Ridderzaal. De vrouw van Meindert Leerling was er, zijn drie kinderen, een schoonzoon, een kleinzoon. (Oud-)politici als Leen van Dijke, André Rouvoet, Dick Stellingwerf, Peter van Dalen en oud-medewerkers van de RPF - een van de voorgangers van de ChristenUnie - met Paul Blokhuis, die nog voor Meindert heeft gewerkt, Carola Schouten, Don Ceder en ik.
We hebben onze warme herinneringen aan Meindert opgehaald en hem getypeerd. Meindert was gedreven, diep overtuigd, hoekig soms, keihard werkend. En hij had een grote liefde voor Israël, die ik zelf ook heb gezien toen ik, samen met onder andere Arie Slob, onder de bezielende leiding van Meindert en in straf tempo door het heilige land reisde. Ik realiseerde me ook hoezeer mijn ChristenUnie-collega’s en ik staan op de schouders van soms eenzame pioniers die nooit hebben opgegeven. Wat me afgelopen woensdag raakte waren de verhalen van Meinderts kinderen waar liefde in doorklonk, maar waardoor je merkte dat het niet altijd makkelijk was om kind van Meindert te zijn en daar door Jan en alleman op aangesproken te worden. Ik vroeg me af wat ik mijn geliefden allemaal aandoe..
Het was mooi om te merken dat iedereen heeft ervaren dat de eerst wat rechtlijnige Meindert naar mate hij ouder werd steeds warmer en vaderlijker werd en ook zo tot het laatst is blijven meeleven met de fractie. Hij stuurde me prachtige, bemoedigende mails en we hebben in het verpleeghuis nog mooie gesprekken gevoerd. In zijn laatste mail schreef hij me uit te zien naar de verkiezingen en biechtte hij op dat hij op Carola Schouten zou gaan stemmen. Carola had met haar laarzen in de modder gestaan en had zijn steun nodig. En als je weet hoe hij eerder over moeders in de politiek dacht, weet je dat dat een hele bijzondere en hartverwarmende stap is geweest.
Wat me woensdag nog het meeste raakte, waren de woorden van Aad Wagenaar. In 1981 was hij samen met Meindert gekozen als RPF-kamerlid. Niet lang daarna raakten ze in een bitter conflict dat leidde tot een scheuring. Het was voor beide mannen jarenlang een kras op hun ziel. Een aantal jaren geleden - na een zondagse preek over vergeving en verzoening - hebben de toen inmiddels oud geworden mannen zich met elkaar verzoend. En toen Meindert geveld door een beroerte op bed lag, kwam Aad iedere maand bij hem om bij te praten en Meindert voor te lezen.
Aad sprak gisteren met schroom en zei eerlijk dat Meindert en hij hele verschillende karakters hadden. Maar zijn spreken over hun verzoening ontroerde me. Ook christenen kunnen soms verschrikkelijk ruzie maken, maar dit kan het evangelie dan dus met je doen zodat je je uiteindelijk toch weer met elkaar verzoent. Maar als ik er een vaderlijke noot aan toe mag voegen voor iedereen die zich hierdoor aangesproken voelt: wacht nou niet te lang met die verzoening. Dat scheelt veel pijn.
In de gewelven van de Ridderzaal hebben we soms gelachen om de verhalen over Meindert, onze dank voor zijn leven uitgesproken en God daarvoor gedankt. In de plenaire zaal voegden Kamervoorzitter Vera Bergkamp en Minister-president Mark Rutte daar mooie, warme woorden aan toe. En daarna hebben we afscheid genomen.
Wat blijft er over van een mens? Niet zoveel eigenlijk. Hoe bekend je ook bent geweest en hoeveel je ook hebt gedaan, het is een kleine kring die aan het eind overblijft, om je sterfbed staat, aan het Binnenhof nog een laatste keer herinneringen ophaalt en verdriet heeft als je bent heengegaan.
Wat is er nu over gebleven?
Het is de dankbaarheid van iedereen die Meindert goed heeft gekend en met hem heeft samengewerkt.
Het geloof dat Meinderts sterven niet zijn einde was.
De hoop dat hij nu thuis is gekomen bij zijn Vader die hij zo lief had.
De liefde van Christus waardoor al het menselijk ongemak - zonde en ziekte - voor Meindert nu voorbij is en het feest in het Vaderhuis is begonnen.