Betere hulp voor onbedoeld zwangere vrouwen
Als je kleine kinderen hebt, is het een leuk spelletje. ‘Wat nou als…’ en dan iets onmogelijks benoemen. Wat nou als je zou kunnen vliegen? Wat zou je dan doen? Of als je onzichtbaar zou zijn? Of één dag wereldberoemd? Kinderen worden groter, dit soort spelletjes flauw. En toch is het goed om jezelf af en toe zo’n onmogelijke vraag te stellen. Bijvoorbeeld deze: wat nou als we het met D66 eens kunnen worden over een aantal stappen in de goede richting bij het abortusbeleid?
Toen Hannah, één van mijn nichtjes, geboren werd met Downsyndroom, zei de huisarts tegen m’n broer en schoonzus: ‘jullie hebben pech gehad, de volgende keer een vruchtwaterpunctie laten doen’. De boodschap was: Hannah had er niet moeten zijn. En als we het hadden geweten, had ze er niet hóéven zijn. Het snijdt me nog steeds door de ziel, iedere keer als ik eraan denk. Hannah is geboren, groeit op onder de liefdevolle zorg van haar ouders, is naar school gegaan, heeft in verschillende landen gewoond, spreekt verschillende talen, werkt in een restaurant en rijdt paard.
Veel vaker dan medische redenen zoals bij ongeboren jongens en meisjes zoals Hannah, zijn de redenen voor een abortus sociaal of financieel van aard. In totaal worden er jaarlijks 30.000 zwangerschappen afgebroken. Mijn adem wordt afgeknepen als ik dat soort aantallen op me in laat werken. En dus is de ChristenUnie altijd tegen de abortuswetgeving geweest zoals die nu is.
Doorgaans word je als christen-politicus op dit soort thema’s dan ook niet aangemoedigd om de verbinding te zoeken met liberale politici, die het laten uitvoeren van een abortus vooral zo laagdrempelig mogelijk willen maken. En als we er met elkaar over debatteren, vliegen de vonken er onmiddellijk vanaf.
Maar wat nou als we het met betrekking tot abortus met D66 tóch eens kunnen worden over een aantal stappen in de goede richting?
Niet over wanneer ongeboren leven beschermwaardig is (onlosmakelijk verbonden aan onze totaal verschillende levensovertuigingen). Niet over wetgeving die het onder voorwaarden mogelijk maakt om leven te beëindigen (diametraal tegengestelde standpunten).
Maar wat nou als we het er met D66 over eens kunnen worden dat geen één abortus op zichzelf een blijde gebeurtenis is?
Of dat ‘vrijheid’ betekent dat een vrouw ook serieus in staat gesteld wordt en alle ruimte krijgt om níet te kiezen voor abortus, zelfs als dat van de overheid om extra (financiële) ondersteuning vraagt?
Of dat we noch het ongeboren leven noch onbedoeld zwangere vrouwen een dienst bewijzen als we alleen maar blijven hangen in de polarisatie in heftige debatten of in een politieke houdgreep als we samen in een coalitie zitten?
Wij gaan D66 er niet van overtuigen dat we de wekengrens omlaag moeten brengen. En D66 ons niet dat we de bedenktijd voor een abortus moeten schrappen.
Maar vandaag steken we wel de hand uit.
Want als we het erover eens kunnen worden dat de keuze voor abortus altijd een pijnlijke is, dan zouden we het er ook over eens moeten kunnen worden dat het wegnemen van redenen voor een abortus winst is. Dat het winst is als we het aantal onbedoelde zwangerschappen en bijvoorbeeld ook herhaalde abortussen omlaag kunnen brengen.
Als we kunnen voorkomen dat een vrouw voor de keuze voor een abortus komt te staan, bewijzen we die vrouw daarmee toch een grote dienst?
Vandaag doen we als fractie voorstellen voor het verbeteren van de hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen. Voorstellen die verder gaan dan het eigen gelijk, maar die een levensgroot verschil maken voor vrouwen op een kritiek moment in hun leven.
We zorgen ervoor dat vrouwen en mannen zich in ieder geval niet door een gebrek aan geld of woonruimte gedwongen voelen te kiezen voor een abortus.
We organiseren de nazorg na een abortus beter en geven huisartsen hierbij een centrale rol, ook om herhaalde abortussen te voorkomen.
We doorbreken het taboe op het gesprek over abortus, om het makkelijker te maken om hulp te zoeken.
We versterken de objectieve voorlichting over abortus en alternatieven die onbedoeld zwangere vrouwen hebben.
We nemen de financiële drempel voor de anticonceptiepil weg, om te voorkomen dat vrouwen onbedoeld zwanger raken.
Soms is het goed om onmogelijke vragen te stellen. Om jezelf te bevragen wat ervoor nodig is om iets wat onmogelijk lijkt, tóch te bereiken. Ook als dat betekent dat je zelf een stap moet zetten. Wij zijn nooit eerder voor anticonceptie in het basispakket geweest, maar zetten nu toch deze stap.
Vandaag zetten we het doel voorop. Betere zorg voor onbedoeld zwangere vrouwen. Betere hulp. Minder abortussen.
Als dát lukt, bereiken we iets heel bijzonders. Niet voor onszelf, maar voor mensen die onze hulp heel goed kunnen gebruiken op een kritiek moment waarop ze die heel hard nodig hebben.