De ChristenUnie en de ‘coronawet’
Het is nog maar kortgeleden dat het coronavirus onze samenleving heel hard trof. Ik denk terug aan de overvolle IC’s en de zorgmedewerkers die dag en nacht in touw waren om de zieken te helpen. In deze crisis nam het kabinet ongekend ingrijpende maatregelen die ons allemaal raakten in ons dagelijks leven.
We konden niet meer gewoon naar de kerk en naar school, niet op bezoek bij je vader of moeder in het verpleeghuis, we werden gevraagd zoveel mogelijk thuis te blijven, en opa’s en oma’s konden hun kleinkinderen niet meer knuffelen. Nog steeds vind ik het moeilijk om te zien hoe het leven in korte tijd zo veranderd is.
Het lijkt erop dat we in een nieuwe fase zijn beland. Het virus is niet weg, maar het aantal besmettingen is gelukkig laag. We weten dat het virus zo weer kan oplaaien. Van de maatregelen om dat tegen te gaan zijn we dus nog niet af. Omdat we nu in een andere fase zitten, moeten we niet alleen nadenken over de maatregelen zelf, maar ook over de besluitvorming daarover.
Huidige besluitvorming knelt
De besluiten die voor de bestrijding van het coronavirus zijn genomen raken onze vrijheden die in de grondwet zijn opgenomen. Zoals de vrijheid van godsdienst, de vrijheid om te demonstreren en te vergaderen, en zelfs de vrijheid om elkaar thuis te ontmoeten.
Deze maatregelen staan nu in noodverordeningen, die nog steeds gelden. De noodverordeningen worden vastgesteld door 25 burgemeesters die voorzitter zijn van de veiligheidsregio’s. Zij hebben hier geen toestemming voor nodig van de gemeenteraden, er is alleen beperkte democratische controle achteraf. Dat hiervoor is gekozen is voorstelbaar, maar alleen verdedigbaar in het licht van de acute noodsituatie van dat moment.
Maar nu de situatie langer duurt, en een deel van de maatregelen mogelijk ook langer zullen duren, kunnen noodverordeningen niet te lang van kracht blijven, vooral omdat ze zo ingrijpen in de vrijheden en grondrechten van mensen.
Daarom moeten we nadenken over hoe we af kunnen van de noodverordeningen en hoe we bij het nemen van eventuele maatregelen in de toekomst kunnen zorgen voor democratische besluitvorming en bescherming van grondrechten. Bescherming van de gezondheid is namelijk belangrijk, maar het inperken van grondrechten kan nóóit verder gaan dan strikt noodzakelijk, en dat moet de Tweede Kamer kunnen beoordelen.
De ‘coronawet’
Veel mensen maken zich zorgen over de coronawet waar het kabinet nu aan werkt. Ten eerste omdat de noodzaak van zo’n wet misschien wel minder wordt gevoeld doordat het coronavirus nu niet zo heftig aanwezig is als dat even geleden was. Maar dat is niet het enige: mensen maken zich ook zorgen over de macht die de overheid naar zich toetrekt.
Onze fractie heeft heel veel e-mails ontvangen waarin mensen die zorgen hebben gedeeld. Ook wij zijn kritisch op de wet. Onze partijleider Gert-Jan Segers zei vorige week al “dat de ChristenUnie alleen instemt met een goede wet.” En ik durf hier wel te zeggen: de eerste versie van de wet, waar u wellicht ook in de krant over gelezen heeft, dat was géén goede wet. Dat willen we dus níet.
Wat willen we dan wél?
Het is goed dat het kabinet meer tijd uittrekt om te werken aan een juridische basis die onze grondrechten zo goed mogelijk beschermt, ook als er weer maatregelen genomen zouden moeten worden. Ook de Tweede Kamer moet haar tijd nemen om hier vervolgens over te spreken. Het voorstel waar het kabinet mee komt en het debat daarover in de Tweede Kamer zullen bepalend zijn voor de opstelling van de ChristenUnie. Een paar dingen zijn daarin voor ons sowieso belangrijk:
- Het doel en de noodzaak van de wet moeten helder zijn. Alleen dan kunnen we beoordelen of we het geoorloofd vinden dat er ingrijpende maatregelen worden getroffen.
- We willen er zeker van zijn dat fundamentele vrijheden zoals godsdienstvrijheid, vrijheid van vergadering en betoging, en de bescherming van je persoonlijke levenssfeer beschermd zijn. Dat telt zwaar bij onze finale afweging bij alle wetten, maar bij deze wet in het bijzonder.
- De ChristenUnie wil dat wettelijk wordt geregeld dat iedere maatregel vooraf voorgelegd wordt aan de Tweede Kamer, zodat we de verschillende belangen kunnen afwegen en de maatregelen kunnen toetsen aan de grondwet. Ieder besluit moet democratisch worden genomen en overheidsmacht moet altijd begrensd zijn. Dus moet het parlement in positie zijn om te zeggen: ‘dit kan wel’ en ‘dit kan niet’.
- Een wet moet niet langer duren dan strikt noodzakelijk. Nu al maatregelen vastleggen voor een jaar, zoals in de conceptversie van de wet staat, vinden wij te lang. De ChristenUnie wil dat de wet hooguit drie maanden geldt, tenzij de Tweede Kamer besluit de wet te verlengen.
- We zijn kritisch op de handhaving van de maatregelen, die nu in de conceptwet ingrijpend wordt voorgesteld en met hoge boetes gepaard gaat.
- Er is wat ons betreft geen sprake van een ‘noodwet’ waar de invoering van een app voor bron- en contactonderzoek onderdeel van is als helemaal niet duidelijk is hoe die eruit komt te zien. Over die app zijn bij ons heel veel vragen (nut, noodzaak, privacy en effectiviteit) en daar moeten we het eerst over hebben. Ook al is de app tijdelijk en zou die na de crisis verwijderd kunnen worden, de impact op de samenleving niet.
Er zijn nog meer aandachtspunten bij de wet, maar ik heb u mee willen nemen in een aantal punten die voor ons in ieder geval belangrijk zijn, waar veel mensen zich ook zorgen over maken en ons over mailen, en waar we in het bijzonder op zullen letten. We zullen de ontwikkelingen rondom deze wet kritisch volgen en ook steeds een belangenafweging maken. Tussen wat echt nodig is om de volksgezondheid te beschermen en de gevolgen daarvan voor onze vrijheden en onze samenleving. De bescherming van kwetsbaren en de mogelijkheid om geliefden te omhelzen. Ook als er een virus door ons land waart, moeten we hier oog voor hebben.