Eindelijk Nederlandse hulp voor kinderen op Griekse eilanden
De ChristenUnie zet zich altijd in voor mensen in nood, op de vlucht voor oorlog en geweld. Hun leed raakt ons, zeker als het kwetsbare kinderen zijn die gevaar lopen. Op de Griekse eilanden is zo’n schrijnende crisis aan de gang. In de Tweede Kamer riep ik het kabinet op tot actie voor de kinderen zonder ouders die leven in erbarmelijke omstandigheden. Nu maakt het kabinet bekend de opvang van ruim vijfhonderd kinderen op het Griekse vasteland te bekostigen. Ik wil meer vertellen over dat besluit en ons standpunt daarover.
Wat was de inzet van de ChristenUnie?
Al voor de coronacrisis was voor ons duidelijk dat de situatie in de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden onhoudbaar was. Vluchtelingen leven in een enorm schrijnende situatie. Een motie van onder andere de ChristenUnie om 2500 kwetsbare kinderen van de eilanden onder te brengen in beschermde kampen op het vasteland was door de Tweede Kamer aangenomen. (1) Dat was voor ons de eerste stap. Veel Europese landen namen het initiatief om kwetsbare kinderen zonder ouders op te nemen. Volgens ons moest ook Nederland dat doen. Dat was onze inzet.
Wat doet Nederland?
Vandaag maakt het kabinet bekend dat het de opvang van alleenstaande kinderen op het Griekse vasteland gaat bekostigen. In totaal moeten met het programma ruim vijfhonderd kinderen worden geholpen. Ze krijgen onderdak, onderwijs, medische en psychosociale begeleiding en een voogd. Nederland ondersteunt Griekenland bij het opzetten van een werkend voogdijsysteem, zoals we dat ook in Nederland via het NIDOS kennen. Ook blijft het kabinet inzetten op een structurele aanpak waar Europese solidariteit via een eerlijk herverdelingssysteem deel van uitmaakt.
Wat vindt de ChristenUnie van dit besluit?
Wij riepen het kabinet op om die kwetsbare kinderen uit de kampen in veiligheid te brengen. Nu komt het kabinet met een concrete stap. Zij krijgen nu de hulp die ze heel hard nodig hebben.
Het zal duidelijk zijn dat dit een compromis is. Een compromis waar bijvoorbeeld het opnemen van een deel van de kinderen door Nederland geen onderdeel van uitmaakt. Dat vind ik teleurstellend. Zoals ik al een paar weken geleden schreef, was en is er voor ons standpunt tot mijn spijt onvoldoende steun binnen de coalitie. Ook een Kamermeerderheid ontbreekt. Hoewel we het dus, zoals dat bij een compromis gaat, liever anders hadden gezien, is dit een compromis waar we tevreden mee zijn.
Het is immers een besluit wat voor nu uitkomst biedt voor ruim vijfhonderd asielkinderen die momenteel in psychische en fysieke nood verkeren. Dat maakt voor hen een wereld van verschil en is een belangrijke stap voorwaarts. Ook voor de Nederlandse inzet.
Hoewel we dus meer hadden gewild, is dit een concrete stap die een grote groep kinderen bevrijd uit erbarmelijke omstandigheden. Daar kunnen we tevreden mee zijn. Tegelijkertijd kunt u blijven rekenen op onze onverminderde inzet voor vluchtelingen in nood. Een structurele en Europese aanpak voor de opvang, selectie aan de Europese buitengrenzen en eerlijke herverdeling van erkende vluchtelingen over Europa. Dat blijft hard nodig en daar blijven wij ons voor inzetten.
(1) Kamerstukken II 2019/20, 32317, nr. 608