De humanitaire ramp op Lesbos en de inzet van de ChristenUnie
In de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden voltrekt zich momenteel een schrijnende humanitaire ramp. Deze situatie gaat mij aan het hart en ik weet dat het velen van u eveneens aan het hart gaat. Via de mail krijg ik vragen, oproepen en noodkreten toegestuurd. Waarom doet Nederland niets? Waarom neemt Nederland geen kinderen op, terwijl veel andere Europese landen dat wel doen? Wat vindt de ChristenUnie daarvan? Op die vragen wil ik hier een antwoord geven.
Wat is er aan de hand?
Op de Griekse eilanden leven duizenden vluchtelingen in erbarmelijke omstandigheden. De kampen zijn overvol, de medische voorzieningen zijn beroerd en een goede hygiëne is vrijwel onmogelijk. Eén voorbeeld: er is maar één kraan per 1300 mensen. De eerste coronabesmettingen zijn in het kamp Moria op Lesbos al vastgesteld wat met zoveel mensen bij elkaar een recept is voor een nog veel grotere ramp. De duizenden vluchtelingen, waaronder veel kinderen, lopen enorme risico’s. Er is actie nodig en snel.
Wat vindt de ChristenUnie?
De inzet van de ChristenUnie is helder. Al voor de coronacrisis vroegen we aandacht voor deze mensen die in erbarmelijke omstandigheden op Lesbos moeten leven. De huidige situatie is onhoudbaar en we vinden dat mensen in veiligheid moeten worden gebracht.
Af en toe zijn er ook tekenen van hoop. Sinds december zijn al tienduizend vluchtelingen van de eilanden gehaald en naar het vasteland overgebracht. Nederland brengt duizenden dekens en kussens en tientallen generatoren naar Griekenland om te ondersteunen bij de opvang. Een motie van onder andere de ChristenUnie om 2500 kwetsbare kinderen van de eilanden onder te brengen in beschermde kampen op het vasteland is door de Tweede Kamer aangenomen.
Samen met andere partijen roepen we deze week het kabinet bovendien op om vluchtelingen op stilliggende cruiseschepen op te vangen. Dat is veiliger dan in de beroerde omstandigheden in de kampen. Ook in de media, eerder op Radio 1 en gisteren in Trouw, vraag ik steeds weer aandacht voor de situatie. In de krant roep ik het kabinet op om mee te doen met het opnemen van kwetsbare vluchtelingen.
Is het genoeg?
De ChristenUnie vindt dat er meer moet gebeuren. Zo vinden we dat kinderen die zonder ouders in de kampen zitten moeten worden opgenomen door Europese landen, ook door Nederland. In de Tweede Kamer zetten we ons daarvoor in, maar het is nog niet gelukt dit voor elkaar te krijgen. Dus als de vraag is: ‘is het genoeg’, dan is mijn antwoord: nee, het is duidelijk nog niet voldoende.
De politieke situatie is echter ingewikkeld. Veel partijen willen niet dezelfde stappen zetten als de ChristenUnie. Ook de coalitie is verdeeld over het opnemen van alleenstaande kinderen.
Onverminderde inzet
Dat maakt dat onze onverminderde inzet nodig is om daar waar mogelijk tóch stappen te kunnen zetten. De eerdergenoemde motie om 2500 kwetsbare kinderen naar het vasteland over te brengen, is daarvan een voorbeeld. En hoewel ik geen enkele garantie heb: aan onze inzet zal het niet liggen; we zullen als ChristenUnie van ons blijven laten horen. Ik ben dus ook blij dat er vandaag vanuit de kerken een oproep is gedaan aan het kabinet om kwetsbare kinderen op te vangen. Die oproep steunen wij en we zijn blij dat vele andere maatschappelijke organisaties ook al een soortgelijke oproep hebben gedaan.
We – de kerken, maatschappelijke organisaties, meelevende mensen in onze achterban en wijzelf als ChristenUnie – laten het er dus niet bij zitten.
De schrijnende situatie van vluchtelingen gaat ons aan het hart en we blijven ons met hart en ziel voor hen inspannen. In deze crisistijd én in de toekomst.