Rust de samenleving toe voor een veilige terugkeer van tbs’ers
De forensische zorg waaronder het tbs-stelsel verdient steun voor de belangrijke bijdrage aan veiligheid en menswaardigheid. Creëer daarom geen woud aan regels waarmee het stelsel kracht verliest, maar stimuleer samenwerking en deel meer informatie zodat de samenleving werkelijk veiliger wordt.
Het is een grote kerel, misschien wel 150 kilo, laten we hem Tom noemen. Uit zijn hele manier van doen, de opmerkingen die hij maakt, zijn verwarde taalgebruik, blijkt dat Tom getekend is door het leven. Hij is een patiënt. Maar hij is ook een dader van een gruwelijke misdaad. Anders zou ik hem niet treffen tijdens mijn bezoek aan een gesloten tbs-afdeling een paar weken terug.
Nederland heeft een uitgebreid systeem van ‘forensische zorg’ waarbinnen psychiatrische hulp wordt geboden aan daders van misdrijven. De tbs met dwangverpleging is daarbij de zwaarste en ook meest bekende vorm. Het forensische stelsel draagt eraan bij dat het overgrote deel van de daders na straf en behandeling op een goede manier terugkeert in de samenleving. Rond de eeuwwisseling keerde nog ca 74% terug zonder verdere incidenten. Nu is dat aandeel gestegen tot 81%. Die stijgende lijn moeten we doorzetten en daarmee onze veiligheid vergroten.
Een van de pijlers onder ons strafrecht is de vergelding van de misdaad. Het is terecht dat misdadigers soms jarenlang de cel ingaan. Een andere pijler is het voorkomen dat daders opnieuw de fout ingaan. Wie de krantenkoppen leest over tbs, kan niet ontgaan dat er vreselijke incidenten zijn. Ieder ernstig incident laat diepe sporen achter bij slachtoffers, familieleden, vrienden en de samenleving. En ieder incident mag aanleiding zijn om het systeem verder te verbeteren.
Maar dat doen we niet door de tbs af te schaffen of door het behandelaars via nieuwe regels het werk onmogelijk te maken. Juist de intensieve behandeling, gecombineerd met de stapsgewijze re-integratie via allerlei verlofstappen onder professionele begeleiding, zorgt ervoor dat de recidive onder tbs-ers lager is dan in onze buurlanden.
Er is daar wel een verbeterslag mogelijk. Want het is cruciaal dat de samenleving hiervoor wordt toegerust. De burgemeester, lokaal verantwoordelijke voor Veiligheid, maar ook maatschappelijke organisaties en buurtbewoners kunnen een belangrijke rol spelen om te zorgen dat iemand op een goede manier een plaats vindt in een stad of dorp. Maar hoe kunnen we van de gemeenten, organisaties en welzijnswerkers verwachten dat ze anticiperen op een terugkerende tbs-er, als er cruciale informatie niet gedeeld mag worden?
Vandaag wil ik de minister vragen om meer in te zetten op de maatschappelijke veiligheid. Door forensische trainingen en expertise te bieden aan vrijwilligers en organisaties die hun tijd steken in het bieden van hulp aan ex-gedetineerden. Door informatie over terugkerende tbs’ers breder te delen met het oog op hun goede terugkeer aan bijvoorbeeld de zorg en de sociale dienst. Door nauwere samenwerking te stimuleren tussen partijen als de gevangenis, de zorgaanbieders, reclassering, gemeenten en de vrijwilligers.
Want niemand is er in Nederland bij gebaat als Tom, als hij al ooit mag terugkeren, in een isolement terechtkomt. Niemand is erbij gebaat als we het forensische stelsel, en ook de tbs, wegstoppen achter een woud van regels, waardoor belangrijke informatie niet kan worden gedeeld. Daarmee worden de risico’s voor onze samenleving juist groter. Want het kwaad komt soms letterlijk in mensen boven en dat zal, helaas, blijven voorkomen. Het antwoord daarop is dat kwaad onder ogen zien, menswaardig bestraffen en toewerken naar resocialisatie en herstel, ook bij hen waar dat misschien niet vanzelfsprekend meer is. Uiteindelijk komt dat de veiligheid van ons allen ten goede.