Mijn bijdrage aan de huiskameravond over sociale ongelijkheid
Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje....
Louis Davids zong het in 1935. Maar wie had kunnen bevroeden dat na de tweede wereldoorlog zo’n herverdeling van welvaart zou plaatsvinden. Echte armoede en honger werden uitgedreven en ook arbeiders hoefden niet meer alleen te dromen van huisje, boompje, beestje, maar zelfs autootje en vakantietje werden bereikbaar. De laatste 15 à 20 jaar, zien we echter een nieuwe ongelijkheid ontstaan.
Sinds het begin van deze eeuw is het langzamerhand weer steeds belangrijker geworden waar je wieg staat. Er is een groeiende ongelijkheid tussen kinderen van hoog- en laagopgeleide ouders. Daarbij gaat het vaak over de groeiende ongelijkheid tussen vermogenden en onvermogenden. En de lage belasting op bedrijfsovernames en op erfenissen maakt dat ook hier de plek van je wiegje allesbepalend is voor de vraag of je ooit van een dubbeltje een kwartje zult bereiken.
Er is nog meer ongelijkheid, zoals tussen de MKB-er met personeel met enerzijds ZZP’ers die hen op loonkosten wegconcurreren en anderzijds multinationals, die ondanks miljardenwinsten, geen euro winstbelasting betalen.
Maar ik wil inzoomen op een andere ongelijkheid: de ongelijke belasting van gelijke inkomens. Want als er één land in de wereld is dat gelijke bruto-inkomens ongelijk belast, dan is het Nederland wel. Op individueel niveau en op huishoudenniveau al helemaal.
Mag ik jullie voorstellen aan Familie Doorsnee:
Frank en Evelien, getrouwd, en ze hebben 2 zoons. Sam en Mees. Sam is 8 en Mees is 5. O ja, en ze hebben een hond: Max, een golden retriever. Frank wilde dat graag, maar het is vooral Evelien die drie keer per dag kan stofzuigen want het beest verhaart nogal. Frank en Evelien zijn 10 jaar getrouwd, ze hebben een leuk koophuis net mooi in de huizendip kunnen kopen voor 2,5 ton. Frank verdient 40.000 bruto, Evelien werkt parttime en verdient 20.000. Familie Doorsnee.
Alleen... hun huwelijk loopt niet zo lekker. Wat zou je ze adviseren?
Een normaal advies zou zijn: joh, wat naar om te horen, doe er alles aan je huwelijk te redden en te zorgen dat het beter loopt en denk vooral aan je kinderen.
Een goed fiscaal advies zou zijn: interessant, dat biedt mogelijkheden. Scheiden is voor jullie fiscaal namelijk buitengewoon interessant, zeker als je allebei 1 kind onder je hoede neemt. Bij jullie inkomensniveaus krijg je dan beide als alleenstaande ouder super veel kindgebonden budget dankzij de lagere huishoudinkomens na scheiding en vooral dankzij de alleenstaande ouderkop van meer dan 3000 euro voor beide. Verder is alimentatie fiscaal aftrekbaar. En dit voordeel zou nog veel groter worden als het om een eenverdienershuishouden zou gaan. In dat geval krijgt de niet-verdienende partner recht op een bijstandsuitkering en daarmee op de maximale algemene heffingskorting van 2500 euro per jaar.
Kortom, zoek een leuk sociaal huurflatje voor Evelien (huursubsidie bij een inkomen tot 25000 euro) en ga uit elkaar.
Naar aanleiding van dit absurde en cynische voorbeeld over hoe interessant scheiden kan zijn vanuit louter fiscaal perspectief (en ja, er zijn daadwerkelijk mensen die op dit moment scheiden omdat dat fiscaal zo gunstig is!), is heel veel te zeggen over hoe onze huidige inkomstenbelasting eruitziet en hoe fiscaal instrumentalisme het belastingstelsel vooral de afgelopen 10 jaar volstrekt ondoorzichtig heeft gemaakt.
Er is een woud van heffingskortingen ontstaan, knoppen om aan te draaien om arbeidsparticipatie te bevorderen, lage inkomens te bevoordelen, werkenden te bevoordelen. Waardoor het in individuele gevallen zo kan zijn dat een alleenstaande met minimumloon en een kind meer overhoudt dan een gezin met modaal inkomen waar één ouder fulltime werkt en de ander de opvoeding van de kinderen voor z’n rekening neemt.
De werkelijkheid in Nederland is inmiddels zo dat de meeste kinderen die in armoede opgroeien hebben tenminste één werkende ouder. Overigens zijn daar de belastingen niet de hoofdoorzaak - vaak gaat het om alleenstaande ouders die van onzeker baantje naar onzeker baantje hoppen, of banen stapelen om te overleven. Dat geeft in ieder geval aan dat de werkende te lang onzichtbaar is geweest in het beleid van vorige kabinetten.
Rutte zei in 2010 “als links het voor het zeggen krijgt, hebben we straks inkomensafhankelijke krentenbollen”. En Hans Spekman werd beroemd met zijn uitspraak “Nivelleren is een feest” in 2012.
Beide heren en de politiek ter linker- en ter rechterzijde zijn voortdurend bezig met dat fiscale gestuur om enerzijds macro een evenwichtig inkomensbeeld te realiseren en anderzijds de arbeidsparticipatie van de minstverdienende partner zo veel mogelijk te prikkelen.
En door bij dat macrobeeld eigenlijk vooral te letten op “is het een nivellerend of denivellerend regeerakkoord”, werd jarenlang de middenklasse vergeten, de werkenden, de gewone gezinnetjes. Die veel dragen, weinig vragen en nooit klagen.
Macro klopt het allemaal tot in de puntjes, maar micro zijn er enorme verschillen ontstaan. Verschillen die ik als politicus onmogelijk kan uitleggen en voor mijn rekening kan nemen.
Waarom zijn die verschillen tussen huurders in de vrije sector en woningeigenaren, tussen zzp’ers versus werknemers, eenverdieners versus tweeverdieners en vermogenden versus onvermogenden zó groot in ons land? Ik kan en wil dit niet langer uitleggen en ik wil een stelsel dat uitlegbaar en rechtvaardig is. Ons belastingstelsel moet radicaal op de schop.
En belastingen zijn niet waardenvrij. Belastingen zijn ideologie. Het gaat om rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid gaat om moraal. En moraal gaat om je mensvisie en je maatschappijvisie. Voor mij als ChristenUnie politicus heeft een rechtvaardig belastingstelsel daarom de volgende zes kenmerken:
- gelijke inkomens gelijk belasten, naar draagkracht
- rendement op vermogens gelijk belasten, onafhankelijk van oorsprong
- consumptie belasten op grond van de vervuiler betaalt
- fiscale prikkels aanpakken zodat ze niet evident onrechtvaardig uitpakken
- we zijn helemaal klaar met fiscaal spijbelen
en zeker niet de onbelangrijkste:
- we willen een menswaardige bodem voor de meest kwetsbaren.