Mijn bijdrage aan het debat over de forensische zorg en de casus Michael P.
Voorzitter, ook ik wil namens de ChristenUnie mijn bijdrage beginnen met woorden van medeleven voor de nabestaanden van Anne Faber en andere betrokkenen. De bevindingen van de rapporten moeten voor u een grote schok zijn en wellicht wonden opnieuw of verder openen. Ik wil u in dat licht ook veel sterkte toewensen.
De rapporten die we vandaag bespreken roepen in ons land veel vragen en emoties op. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom zat deze man niet achter slot en grendel? Waarom liep hij na 7 jaar al buiten rond terwijl hij tot 12 jaar veroordeeld was? Hoe kan het dat een veroordeelde zedendelinquent er voor kan kiezen om z’n eigen dossier te censureren? En, in het bijzonder voor de mensen in Den Dolder, zijn wij wel veilig op straat? Ik hoop daarom dat de minister in zijn beantwoording niet alleen ingaat op de vragen vanuit de Kamer maar ook op deze vragen uit de samenleving.
De ChristenUnie is al jaar en dag een voorstander van rechtvaardige straffen, streng straffen zelfs, in geval van seksueel geweld. Maar daarbij ook op een goede manier rekening te houden met de terugkeer van veroordeelden in onze samenleving. Ik vind het dan ook van belang oog te hebben voor het complexe werk dat medewerkers in de forensische zorg doen en de moeilijke afweging die zij dagelijks moeten maken tussen het belang van behandeling en resocialisatie enerzijds en het risico op recidive en maatschappelijke veiligheid anderzijds. Zou de minister in zijn beantwoording ook op deze afweging willen ingaan, en zijn beoordeling van de fouten die in deze zaak op dit punt zijn gemaakt?
In die complexe uitvoeringspraktijk moeten we ook benoemen wat er fout is gegaan, in het bijzonder in deze zaak. Ik ga op een aantal punten nader in.
TBS
Michael P. kon als pleger van een ernstig zedendelict tbs ontlopen, door te weigeren mee te werken aan onderzoek. Dat valt moeilijk te verteren voorzitter. De minister heeft maatregelen in gang gezet, bijvoorbeeld als het gaat om verduidelijken van de mogelijkheden voor rechters om weigerende observandi tbs te geven en het kansrijker maken van de observatieperiode, maar wat gaat dit nu concreet betekenen? En leiden de maatregelen er toe dat een rechter in een geval als dat van Michael P. in de toekomst wel tbs zal kunnen geven?
Overdracht
Een tweede punt. Bij de overdracht van de PI Vught naar FPA Den Dolder werden fouten gemaakt. De behandelaars in Den Dolder kregen telefonisch een te rooskleurig verhaal te horen en kregen niet tijdig de beschikking over het strafdossier van Michael P. dat vanwege privacybezwaren ook nog onvolledig was. Daarbij werd verzuimd om goedkeuring te vragen voor het resocialisatietraject wat in Den Dolder werd voorzien.
Voorzitter kan de minister ingaan op de vraag waarom in dit geval geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om volledige dossieroverdracht als voorwaarde te stellen voor overplaatsing en bij hoeveel gevallen die aanspraak op privacy jaarlijks wordt gemaakt?
En hoe beoordeelt de minister de constatering van de Inspectie voor Justitie en Veiligheid dat een volledige intake in het FPA zelden gebeurt omdat de financieringssystematiek hierin niet voorziet. Wordt dit meegenomen in de besteding van de middelen die afgelopen zomer beschikbaar zijn gesteld?
Toekennen van vrijheden
Dan de toekenning van vrijheden. De OVV-conclusie luidt dat de eerste stappen van Michael P. in vrijheid niet het resultaat waren van een weloverwogen, gezamenlijke beslissing van alle betrokken partijen, maar van een routinematig uitgevoerde administratieve procedure. Kan de minister hierop reflecteren en daarbij ook ingaan op de rol van de Divisie Individuele Zaken die namens de minister besloot?
Daarin wil ik ook breder kijken. Zijn deze signalen nu pas bekend geworden of waren er eerder vergelijkbare signalen over de tekortkomingen in het stelsel ‘Overige forensische zorg’ (niet zijnde tbs)? Zo ja, wat heeft de minister hiermee gedaan? En zijn meer gevallen bekend waarbij iemand tijdens zijn of haar verblijf in een FPA een zwaar misdrijf pleegde? En heeft u op tijd de vrijheden van de 24 gedetineerden, waarover u in uw brief spreekt, ingetrokken, was daar niet eerder een moment voor?
De minister heeft nu een flink aantal maatregelen aangekondigd. De ChristenUnie vindt het van groot belang dat die maatregelen niet betekenen dat er enkel meer administratieve handelingen komen en vinkjes worden gezet, maar dat we ook echt in de uitvoeringspraktijk die gewenste verandering terugzien. Voorzitter, hoe gaat de minister daar zorg voor dragen?
Verantwoordelijkheid
Tot slot. De fractie van de ChristenUnie komt op basis van deze, en de andere beschreven fouten, tot de verdrietige conclusie dat de moord op Anne Faber wellicht voorkomen had kunnen worden. Dat de minister, volgens de door hen aan ons verstuurde brief, aan de familie de verantwoordelijkheid als overheid heeft erkend en ook excuses heeft aangeboden is daarom voor ons een belangrijke stap. Zou de minister dat ook hier in de Kamer willen herhalen?
En op welke manier kan de minister op een geloofwaardige en adequate manier uitvoering geven aan de aangekondigde maatregelen?