Meer flexibiliteit, meer eigen regie, meer communicatie
Gezinnen die weinig te besteden hebben en daarom door de gemeente worden ondersteund, worden te vaak gedwongen om hun geld bij een beperkt aantal winkels te besteden. Dat zegt ChristenUnie-Kamerlid Eppo Bruins. Bruins wil dat ouders meer ruimte krijgen om het tegoed óók te besteden bij winkels die zich bijvoorbeeld richten op hergebruik of reparatie.
Volgens Bruins leidt dat tot een betere inzet van de ondersteuning die deze gezinnen krijgen en stimuleert het de lokale economie en sociaal ondernemerschap.
Gemeenten maken bij het armoedebeleid steeds vaker gebruik van ‘vergoeding in natura’, wat meestal betekent dat de geboden financiële ondersteuning alleen bij een beperkt aantal winkels besteed kan worden.
Bruins: “Waar dat mogelijk is, moeten gezinnen hun eigen keuzes kunnen maken: zij weten het beste wat er nodig is. Het is goed dat gemeenten ondersteuning kunnen bieden als er in een gezin met een smalle beurs een fiets nodig is. Maar verplicht het gezin dan niet om de fiets bij die éne fietsenzaak te kopen, maar geef ze de vrijheid om daarin een eigen keuze te maken. Als het gezin liever kiest voor een tweedehands fiets zijn om die op te laten knappen, moet daar toch ruimte voor zijn?”
Volgens de ChristenUnie is het juist goed als er meer gebruik wordt gemaakt van kringloopwinkels, reparatie-ateliers, en sociale ondernemers die zich richten op arbeidsintegratie en leerwerktrajecten. Bruins: “Dan snijdt het mes aan twee kanten. Met hetzelfde geld kun je meer doen en tegelijkertijd stimuleer je als gemeente de lokale ambachtseconomie en sociaal ondernemerschap. Zo maak je volop gebruik van de kracht van de samenleving.”
Lees hieronder de bijdrage van Eppo Bruins aan dit debat:
‘Sinterklaas sloeg deze jongen over’ – dat was de titel van een artikel in NRC afgelopen december. Daarin vertelt een 8-jarige jongen hoe hij omgaat met de armoede waarin hij leeft. De dag voor sinterklaasavond had hij de juf op school gevraagd om hem de volgende dag maar over te slaan als de kinderen in de kring allemaal zouden gaan vertellen wat ze gekregen hadden…
Dit is een pijnlijk voorbeeld van het gevoel van uitsluiting dat armoede met zich meebrengt. Voor een opgroeiend kind is dat extra funest. Het was een artikel naar aanleiding van het rapport van de Kinderombudsman dat net verschenen was. 387.000 kinderen in Nederland groeien op in armoede. De Kinderombudsman wees ook juist op dit soort schadelijke gevolgen voor kinderen.
Extra geld voor bestrijding kinderarmoede niet goed besteed
Vorig jaar werd 100 miljoen extra ter beschikking gesteld aan gemeenten om kinderarmoede te bestrijden. In sommige gemeenten is dat geld gebruikt om tekorten in het armoedebeleid te dekken en kwam het geld dus niet terecht bij kinderen. In andere, wat rijkere, gemeenten werkt het armoedebeleid al goed en zijn er voldoende middelen. Daar kwam het extra geld soms terecht in de algemene pot. De staatssecretaris heeft toegezegd in het najaar te komen met een evaluatie van de regeling. De ChristenUnie wil nu al een aantal suggesties mee te geven aan de staatssecretaris voor een beter functionerend en waardevol kinderarmoedebeleid.
De verantwoordelijkheid voor het armoedebeleid ligt bij de gemeenten. Dat is goed, want de lokale overheid weet het beste wat lokaal nodig is. Het betekent ook dat het in iedere gemeente weer een beetje anders geregeld is. De landelijke trend is dat er de laatste jaren veel in natura wordt uitgereikt, dus geoormerkt voor specifieke uitgaven, zodat de hulp ook daadwerkelijk de kinderen bereikt. Keerzijde daarvan is het gebrek aan keuzevrijheid en suboptimale uitgaven. Als je een tegoed krijgt van 100 euro voor sportschoenen, dan koop je dus sportschoenen van 100 euro. Maar wat als je al sportschoenen hebt, of je kunt die van je grote broer overnemen omdat hij eruit is gegroeid?
Drie concrete regels voor een beter kinderarmoedebeleid
De ChristenUnie pleit voor drie simpele handvatten voor een beter kinderarmoedebeleid op gemeentelijk niveau:
- Meer flexibiliteit
- Meer eigen regie
- Meer communicatie
1. Meer flex, minder schotten
Vrijwel overal heb je specifieke regelingen en pasjes. En telkens als de overheid weer extra geld ter beschikking stelt, leidt dat tot een grotere kerstboom met nog meer regelingen. De ChristenUnie pleit voor minder schotten en meer flexibiliteit. Leuk zo’n seniorenbon voor de pedicure, maar wat als je prima voeten hebt? Dan zou je hetzelfde tegoed vast op een andere manier beter kunnen gebruiken.
Wat als je het tegoed voor schoolspullen vorig jaar niet hebt gebruikt, maar dit jaar wil je oudste vmbo techniek gaan doen? Kon je nu dat tegoed voor schoolspullen maar inzetten voor die materialen. Maar het tegoed was alleen vorig jaar geldig. De ChristenUnie wil dat regelingen en pasjes flexibeler kunnen worden ingezet, zowel qua bestemming als in de tijd.
2. Meer keuze, meer eigen regie: juist ook kunnen besteden bij sociaal ondernemers, reparatieshops en kringloopwinkels
Heel fijn dat je met je tegoedpas een nieuwe fiets kunt kopen voor je kind. Heel mooi natuurlijk. Maar een nieuwe fiets wordt in het fietsenhok op school al snel gesloopt. Veel liever koop je een tweedehands fiets die je laat opknappen. Maar ja, je kunt de bon alleen maar inwisselen bij die ene fietsenzaak. Het aantal en soort winkels waar mensen terecht kunnen zou fors uitgebreid kunnen worden. De ChristenUnie wil dat in dat aanbod ook kringloopwinkels worden opgenomen, repair shops, en sociale ondernemers die zich richten op arbeidsintegratie en leerwerktrajecten. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Is de staatssecretaris bereid om gemeenten hiertoe aan te moedigen en te onderzoeken welke regels in de weg staan om dit mogelijk te maken?
3. Betere communicatie en hulp bij besteding
Mensen in de armoede zien door al die toeslagen en regelingen vaak door de bomen het bos niet meer. En hulpverleners soms zelfs ook niet! Wanneer er meer vrijheid in besteding nodig is, is ook begeleiding nodig om te helpen bij het maken van de juiste keuzes, maar ook om ervoor te zorgen dat mensen niet hoeven terug te betalen. De begeleiding en communicatie vanuit de gemeente moet voldoende op orde en in evenwicht zijn. Dan bedoel ik zowel aan de zachte, begeleidende kant, als aan de harde, handhavende kant.