Niet bouwen op onze laatste groene plekjes (opinieartikel)
Deze week riep minister Ollongren gemeenten op om meer lef en ambitie te tonen: zij moeten meer woningen aan de stadsrand bouwen. Kort gezegd: bouwen in het groen. Want de woningnood is hoog, het tekort aan huizen loopt op tot 200.000 en dus is het niet eens de vráág of er huizen gebouwd moeten worden.
Deze week riep minister Ollongren gemeenten op om meer lef en ambitie te tonen: zij moeten meer woningen aan de stadsrand bouwen. Kort gezegd: bouwen in het groen. Want de woningnood is hoog, het tekort aan huizen loopt op tot 200.000 en dus is het niet eens de vráág of er huizen gebouwd moeten worden.Maar de vraag is wel: waar dan? Mijn antwoord: minister, u heeft gelijk: lef en creativiteit zijn nodig. Maar dan wel lef en creativiteit om zoveel als mogelijk ín de stad te bouwen, in plaats van daarbuiten. Offer groen niet gemakzuchtig op aan groei. Breidt niet uit, breidt ín.
Wie de kaarten bekijkt van het Groene Hart, ziet hoe er in enkele decennia nog maar een snipper van is overgebleven. Gelukkig zegt nu niemand dat het de bedoeling om die laatste postzegel vol te bouwen. Maar door de deur open te zetten naar bouwen in het groen, aan de randen van dorp of stad, halen we wel de druk weg om vooral te bouwen bínnen steden en dorpen. Terwijl die druk wel heel hard nodig is. Want, het moet gezegd: binnenstedelijk bouwen is inderdaad niet altijd makkelijk. Procedures duren langer en de kosten zijn hoger, omdat eventuele sloop en bouwrijp maken van de grond hoog zijn. Het groen: dat is veel makkelijker. Ontwikkelaars kijken met gretige ogen naar het groen buiten de stad. Heel simpel: daar is een snel rendement zo goed als zeker.
Na een aantal mindere jaren gun ik de Nederlandse bouwers al het goede, door te bouwen in en aan de stad. Flink gaan bouwen in het groen is daarentegen een flinke stap in de verkeerde richting. Zeker vanwege de schoonheid die het Nederlandse landschap in zich heeft. Zeker vanwege de meerwaarde die het heeft om ook de stad úit te kunnen gaan, het groen in. Het groen is me teveel waard om op te geven aan een ongebreidelde groei van de stad. Maar er is meer: behalve tégen bouwen in het groen, ben ik ook vóór bouwen in de stad. In een stad is er een betere bereikbaarheid van horeca, winkels en bedrijven. Is er minder autogebruik ten gunste van openbaar vervoer, fiets en voetganger. Is er meer draagvlak voor collectieve voorzieningen zoals energiecoöperaties.
Dus zeg ik ook: de stad is me teveel waard om uit te laten lopen in het groen. Als de nood hoog is, wordt de roep om in het groen te bouwen groter. Minister Ollongren roept in een tijd van grote vraag naar woningen op tot lef en dat is zeker nodig. Bouwen in het groen, dat is geen kunst, binnenstedelijk bouwen wel. Provincies en gemeenten laten zien dat het kan. Die inzet wil ik steunen.
Carla Dik-Faber is genomineerd voor 'Groenste Politicus 2017'! Klik hier om op haar te stemmen.