Laat orgaandonatie vrijwillig zijn (artikel ND)
Orgaandonatie heeft te maken met rentmeesterschap over ons eigen lichaam. Het past niet dat een ander daarover beschikt.
Dinsdag bespreekt de Eerste Kamer de initiatiefwet van Pia Dijkstra (D66) over een nieuw systeem van donorregistratie. Nu is iemand donor als hij of zij expliciet toestemming geeft om zijn of haar organen uit te nemen na overlijden. Mensen kunnen zich daarvoor aanmelden. Er zijn in Nederland echter te weinig organen beschikbaar voor transplantatie en er overlijden mensen op de wachtlijst.
Dat is een nare en onwenselijke situatie. Daarom stelt D66 voor te komen tot een Actief Donorregistratiesysteem (ADR). Iedere Nederlander van boven de achttien wordt daarin opgenomen. Reageert iemand niet op schriftelijke oproepen om zich te laten registreren dan wordt aangenomen dat hij of zij ‘geen bezwaar’ heeft tegen orgaandonatie. In dat geval is er dus geen expliciete toestemming gegeven, maar kunnen toch organen worden uitgenomen.
Er is nog veel te verbeteren aan bewustwording, communicatie en gesprek.
De laatste tijd hebben sommige christenen beweerd dat het een daad van naastenliefde is om dit Actief Donorregistratiesysteem te steunen. Zij menen dat christelijke partijen voor de wet moeten stemmen.
door elkaar lopen
Ik denk dat in deze redenering dingen door elkaar lopen. Instemmen met orgaandonatie als nobele daad van naastenliefde is iets anders dan instemmen met een beslissysteem waarin mensen gedwongen worden zich te registreren. Het Actief Donorregistratiesysteem gaat zelfs nog verder: kies je niet, dan wordt er voor je gekozen.
Orgaandonatie moet vrijwillig blijven om te zijn wat het is: een gift, genomen uit je eigen lichaam. De overheid moet dit respecteren en geen mensen als ‘geenbezwaar’-donor laten registreren die er zelf nooit iets over hebben gezegd. Er is niet voor niets een grondrecht over de onaantastbaarheid van het lichaam.
Onder christenen wordt orgaandonatie over het algemeen voorzichtig positief bejegend. De Bijbel spreekt over het geven van je leven voor een ander. Orgaandonatie kan een daad van naastenliefde zijn. Een zuiver voorbeeld is het verhaal in deze krant van Henk Venebrugge die een nier kreeg van Hanneke van de Brink (ND 25 januari).
Het is mooi als mensen kunnen toegroeien naar zo’n keuze. Dit is doneren ‘bij leven’. Dit voorbeeld raakt echter niet de discussie over het Actief Donorregistratiesysteem. Donorregistratie gebeurt met het oog op donatie na overlijden. Dat kan ook gebeuren uit naastenliefde, maar die liefde wordt dan al wat afstandelijker. Er is geen persoonlijke relatie met de ontvanger en het gebeurt dat organen uiteindelijk niet gebruikt worden, omdat ze ongeschikt blijken. Niet is uit te sluiten dat ze worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.
geestelijke druk
Het is nogal kras te zeggen dat het huidige systeem ‘onbijbels’ is en dat ‘Gods wet’ ons verplicht tot orgaandonatie (Fokko Wieringa ND 24 januari). Die bewering ben ik in de christelijke ethiek nooit tegengekomen. Hiermee wordt een geestelijke druk op gelovigen en gemeenten gelegd die er niet moet zijn. In de christelijke ethiek is juist steeds veel aandacht geweest voor rentmeesterschap over ons eigen lichaam. Wij bestaan maar niet uit een ziel en wat vergankelijk vlees. Ons lichaam, dat zijn wijzelf. Wie wil doneren moet dat weloverwogen en met een goed motief doen. Er zijn ook mensen die dat niet willen. Soms heeft dat te maken met de specifieke situatie van sterven die ermee gepaard kan gaan, bijvoorbeeld in het geval van hersendood terwijl het hart nog klopt. Het respect voor ieders gevoelen, verantwoordelijkheid en afweging is daarom essentieel.
Bij deze benadering past niet een beslissysteem waarbij wordt aangenomen dat mensen hun organen ter beschikking stellen wanneer ze niet op brieven reageren. Dan beschikken anderen over hun organen, nota bene met goedkeuring van de overheid. Gevreesd wordt dat laaggeletterden en sociaal kwetsbaren, mensen die geen overheidsinformatie tot zich nemen, zomaar in deze situatie kunnen belanden. Dit moeten we niet willen.
De voorstanders van het Actief Donorregistratiesysteem zeggen dat dit systeem de enige manier is om het aantal donoren te vergroten. Deskundigen zijn het daarover niet eens. Er is nog veel te verbeteren aan bewustwording, communicatie en het gesprek over orgaandonatie. Wie dit gesprek alleen in medisch-technische termen voert, krijgt mensen met al hun gevoelens en gedachten rond dit onderwerp niet over de streep.
Orgaandonatie gaat over existentiële keuzes die letterlijk kwetsbaar maken. Daarover moet het gesprek gaan, in families en gezinnen, waar men dit van elkaar mag weten. In ziekenhuizen kan de begeleiding en bejegening van families verbeterd worden. Tenslotte zou het ook goed zijn als kerken dit onderwerp agenderen. Laten we dus alles eraan doen mensen te helpen die een orgaan nodig hebben, maar het is werkelijk het beste als orgaandonatie een gift blijft waar iemand vrijwillig toe besluit.