Zorgen voor een waardig levenseinde
De meeste mensen denken liever niet aan de dood. Nadenken over de dood schuiven we voor ons uit en we praten er al helemaal niet over.
Een weerspiegeling daarvan zien we in de spreekkamer van artsen. Het geloof in de medische vooruitgang is bijna grenzeloos, ik denk soms ook onder artsen zelf. Toch zal in de spreekkamer niet alleen het gesprek moeten plaatsvinden over een behandeling, maar ook over de keerzijde ervan: niet behandelen en de eindigheid van het leven. Door in onze gedachten en gesprekken ruimte te geven aan de dood geven we onszelf de kans om in de dagen die ons resten bewust afscheid te nemen van onze geliefden en alles wat ons dierbaar is.
Palliatieve zorg start op dat moment, in de spreekkamer van de arts. Palliatieve zorg wordt gegeven aan mensen die ongeneeslijk ziek zijn, bijvoorbeeld omdat zij kanker of dementie hebben. Door de politieke en maatschappelijke focus op de Euthanasiewet is palliatieve zorg te lang onderbelicht gebleven, terwijl hiermee veel kwaliteit van leven bereikt kan worden. Gelukkig veranderde dat in 2014, toen het Nationaal Programma Palliatieve Zorg van start ging. Doel van dit programma is onder meer dat in 2020 de kennis over en kwaliteit van palliatieve zorg zijn verbeterd en dat het regulier onderdeel is van goede zorgverlening.
Passende en palliatieve zorg is ook onderdeel van het manifest Waardig Ouder Worden. Advance care planning, waarbij ouderen hun wensen met betrekking tot zorg naar het levenseinde bespreken, wordt wat ons betreft een belangrijk onderdeel van goede zorg. En palliatieve zorg, waar mogelijk in de thuissituatie, wordt sterker in de zorg verankerd. Dat lijkt zo vanzelfsprekend, maar vanzelf gaat dat helaas niet. Er zijn verschillende zorgwetten en daarmee ook verschillende financieringsvormen, maar een duidelijke ‘betaaltitel’ voor palliatieve zorg ontbreekt. Het hokje waaronder je valt bepaalt hoe de palliatieve zorg geregeld is. Dat moet anders.
Palliatieve zorg doen zorgverleners er niet ‘even bij’. Laten we beginnen met toereikende vergoedingen voor het specialistische werk van verpleegkundigen. Vorige week was ik op werkbezoek bij Kuria, een organisatie die in het hospice of thuis palliatieve zorg verleent aan mensen in hun meest kwetsbare levensfase. Dat vraagt veel liefde, geduld en inlevingsvermogen van de medewerkers, ook in het contact met naasten die afscheid moeten nemen van hun geliefde. Geestelijke zorg is daarbij onmisbaar, want juist in het levenseinde krijgen mensen te maken met existentiële vragen, of je nu wel of niet gelovig bent.
In het publieke debat gaat het vaak over euthanasie. Euthanasie betekent letterlijk ’de goede dood’. Aangemoedigd door de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie wordt actieve levensbeëindiging steeds vaker als goede dood gezien. Soms zelfs als de enige manier voor een goede dood. De zorgverleners die bij Kuria werken laten zien dat het anders kan. Het erkennen van grenzen aan behandelmogelijkheden en goede palliatieve zorg in de laatste levensfase geven ruimte aan het goede sterven. Als christenen zeggen we dan: het leven terugleggen in Gods hand.