Door
Eppo Bruins op
11 oktober 2016 om 23:22
Afgelopen dinsdag stemde onze fractie in de Tweede Kamer tegen het wetsvoorstel Lerarenregister van Sander Dekker.
Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat vanaf 2018 iedere leraar zich verplicht moet inschrijven in het lerarenregister. Na verloop van tijd (vanaf 2026) kunnen dan nader te bepalen sancties volgen voor leraren die niet aan de (dan geldende) eisen voldoen. De Raad van State had om diverse redenen forse kritiek op dit wetsvoorstel en adviseerde het ministerie zelfs om het wetsvoorstel niet voor te leggen aan de Tweede Kamer.
De ChristenUnie is voorstander van een Lerarenregister dat gedragen wordt door de beroepsgroep. Het Lerarenregister is een middel, en geen doel. Het doel van het register is om kwalitatief goede docenten voor de klas te hebben staan. Schoolbesturen en leerkrachten willen dit doel graag samen bereiken. Het komt daarbij aan op leiderschap in het onderwijs: de ontwikkeling en toerusting van je medewerkers is een hoofdtaak van iedere schooldirecteur en ieder schoolbestuur.
Het Lerarenregister kan alleen werken als het een sluitstuk is van een proces van kwaliteitsverbetering. Een proces dat nu nog volop in ontwikkeling is. De ChristenUnie fractie moet helaas constateren dat de randvoorwaarden op dit moment onvoldoende op orde zijn. Leraren worden geacht bij te scholen, maar het ontbreekt aan tijd, geld en ruimte voor scholen en docenten. Schoolbesturen zien bovendien een enorm lerarentekort op zich af komen. Ook is het de vraag wat dit register betekent voor de hobbels die ontstaan voor de zij-instroom van meesters en voor het aantrekken van vakmensen uit de praktijk voor technische (V)MBO-opleidingen.
De ChristenUnie fractie denkt dat het Lerarenregister alleen een succes kan worden binnen een breder kader van ontwikkeling van docenten. Het van bovenaf wettelijk vastleggen van dit instrument, inclusief de mogelijkheid van het opleggen van sancties, is prematuur en treedt op nog onbestemde wijze in de relatie tussen werkgever en werknemer.