Een slim, slecht idee
Met slimme regelgeving kun je innovatie in het bedrijfsleven stimuleren. Dat doe je door als overheid eisen te stellen aan producten of productiewijzen. Regelgeving kan slim zijn en toch slecht worden uitgevoerd. De aanlandplicht in de kottervisserij is nou precies zo'n slim, slecht idee.
Carla Dik-Faber en Eppo Bruins, natuur-woordvoerder respectievelijk visserij-woordvoerder van de ChristenUnie spraken in Harlingen met vissers en natuurorganisaties om een gezamenlijke toekomst uit te stippelen voor de Noordzee-kottervisserij.
Boomkorvisserij is een visserijmethode waarbij met een viskotter twee sleepnetten over de zeebodem worden getrokken. Deze vorm van visserij wordt vooral beoefend door Nederlanders en Belgen en de vangst bestaat vooral uit platvis. De voornaamste vissoorten die ermee gevangen worden zijn schol, tong, schar en tarbot. Vissers kopen voor de soort die ze willen vangen een quotum. Meer mogen ze niet vangen.
Als visser koop je quotum in voor de vis die je wilt vangen. Maar je hebt ook bijvangst: soorten die je niet wilt vangen of vissen die nog jong zijn of te klein. De ongewenste vis gooi je terug in zee. Een deel overleeft, een deel ook niet. Dat is de reden van die indrukwekkende zwerm meeuwen die achter een kotter aan zweeft. Die meeuwen lusten wel een lekker visje.
Vanaf 2019 moet alle vis die gevangen wordt, aan land gebracht worden. Dat heet de aanlandplicht. Ook bijvangst die je niet wilde vangen moet aan land en sterft. Ook wanneer je voor die ongewenste soort je quotum al bereikt hebt. Het resultaat is dat alle vis aan land komt, ook jonge vis die je het liefst zou teruggooien zodat er een kans is op overleven. Die extra vis mag je in de meeste gevallen niet verkopen, maar wordt bijvoorbeeld doorgedraaid tot diervoeder met weinig marktwaarde.
Deze regel is bedacht in Brussel en onder druk van natuurorganisaties tot stand gekomen. Maar waarom zouden natuurorganisaties 100% sterfte van gevangen vis willen? Daar zit die innovatiegedachte achter waarmee ik dit verhaal begon: als je vissers verplicht alle vis aan te landen, dan geeft dat een financiële prikkel. Hun ruimen zitten namelijk vol met ongewenste vis die niets waard is. Zij zullen dus vanzelf gaan innoveren om minder bijvangst te krijgen. En als iedereen zich beperkt tot het quotum van zijn soort, krijg je een gezonde zee.
En hier gaat de redenering mank: 'vanzelf gaan innoveren'.
De kottervisserij bestaat uit familiebedrijven. Eenmansbedrijven of MKB-ers met hooguit een paar man personeel. Een innovatie kost tonnen aan investering. Of een innovatie leidt tot minder bijvangst of een hogere overlevingskans is vooraf volstrekt onzeker. Je zult het eerst moeten uitproberen en meten. En als MKB-er kun je je niet het risico veroorloven dat je tonnen investeert in een innovatie die niet het gewenste resultaat heeft. Philips kan dat, ASML kan dat, DSM kan dat, maar niet de schipper van de UK87 of een van de andere schippers van de Nederlandse kottervloot.
Sectorale innovatie is nodig en dat kan alleen wanneer de overheid structureel investeert in een gericht onderzoeksprogramma. Grote innovaties komen bijna altijd tot stand vanuit fundamenteel onderzoek dat door de overheid wordt gefinancierd. Het onderzoek dat op dit moment wordt gedaan, richt zich vooral op de ecologie van de zee. Maar waar is het technologische en sociale onderzoek dat nodig is om te komen tot nieuwe, effectievere vangstmethoden en tot nieuwe markten? Het is er niet!
Op dit moment hebben we geen idee hoeveel vissen overleven als je ze direct teruggooit, welke vangstmethode leidt tot hogere of lagere overlevingskans. En bovendien mag innovatie helemaal niet van Brussel: Iedere vorm van een net of omvang van een maas is vastgelegd in het Europees Gemeenschappelijk Visserij Beleid. Als je iets nieuws probeert krijg je een boete omdat je je niet aan de regels houdt. Dus moet je ontheffing vragen en ga je telkens weer door een enorme administratieve rompslomp.
Kortom: slimme regelgeving is goed om innovatie te stimuleren. Maar dat werkt niet in een sector van eenmansbedrijven die bovendien niet vrijuit mogen experimenteren. Als je innovatie wilt stimuleren, moet je de ruimte geven om te innoveren. Door onderzoek te stimuleren, nieuwe innovaties toe te staan. En door regelgeving in goed gezamenlijk overleg in realistisch tempo strakker te stellen.
De aanlandplicht leidt tot meer dode vis, kotters die failliet gaan, zonen van vissers die geen toekomst meer zien op de zee en daarmee tot een sombere toekomst voor een trotse, typisch Nederlandse sector.
Overheid: Stop deze aanlandplicht. Stimuleer innovatie. Alleen dan kom je gezamenlijk, natuurorganisaties én vissers, tot een duurzame visserijsector.
Een historisch moment: Floris van Hest, directeur van Stichting De Noordzee, en Hendrik Kramer, schipper van de innovatieve Urkse kotter MDV-1 'Immanuel', schudden elkaar de hand.