De inwoners van Terneuzen ervaren dagelijks veel overlast van de 3.000 buitenlandse cannabis-toeristen die elke dag naar de stad komen om in coffeeshops softdrugs te kopen. Ze veroorzaken veel overlast met parkeren, wildplassen en intimidatie van bewoners. André Rouvoet heeft het college van Terneuzen opgeroepen om de overlast aan te pakken. “Ik ben een tegenstander van gedogen en in ieder geval kent ook gedogen zijn grenzen. Die hebben we in Den Haag afgesproken en er lijkt mij in Terneuzen alle reden om de grenzen van het gedoogbeleid ook strikt in acht te nemen.”

De campagnebus van de ChristenUnie reed vandaag rond in Zeeland. Tijdens een werkbezoek in Terneuzen sprak André Rouvoet in een ‘rondetafelgesprek’ met een wethouder, raadsleden, een vertegenwoordiger van de coffeeshops en ‘kritische burgers’ van Terneuzen, die zich er zorgen over maken dat hun kinderen opgroeien in een stad waar veel in drugs wordt gehandeld.

Het gedoogbeleid heeft zijn grenzen, vindt André Rouvoet. “De ChristenUnie is al niet voor gedogen, omdat je daarmee een illegale situatie normaliseert, maar laten we in ieder geval de grénzen van het gedoogbeleid in acht nemen. Er mag geen reclame voor coffeeshops of drugs worden gemaakt, er mogen geen hard drugs worden verkocht, er mag niet aan jongeren worden verkocht, er mag slechts een beperkte hoeveelheid per persoon worden verkocht én de verkoop van cannabis mag geen overlast geven. “Als ik dit hoor, heeft het college van Terneuzen alle reden om op te treden.”

Meer dan 90 procent van de cannabis-consumenten komt uit België en Frankrijk. En volgens Rouvoet was het nooit de bedoeling dat coffeeshops cannabis aan buitenlanders zouden verkopen.

Rouvoet erkent overigens dat de gemeente Terneuzen zich wel heeft ingespannen om het drugsprobleem in de stad aan te pakken. Eind jaren negentig werd op zeker 70 plaatsen in de stad softdrugs verkocht, nu gebeurt dat nog maar bij twee grote coffeeshops. Maar volgens de bewoners wordt de overlast nu weer erger en vraagt opnieuw om forse ingrepen.