Bijdrage Joël Voordewind aan het plenaire debat over de informele Europese Top in Salzburg 20/9
Bijdrage Joël Voordewind aan een plenair debat met minister-president Rutte
Kamerstuknr. 21501-20
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Er staan belangrijke punten op de agenda van de komende top, die eigenlijk een voortzetting is van de Raad van eind juni. Ik noem de regionale ontschepingsplatforms en gecontroleerde centra als het gaat om migratie. We zien vol verwachting de concretere voorstellen en de vervolgstappen tegemoet. Misschien weet de minister-president inmiddels al meer en kan hij alvast een schot voor de boeg geven. Weet hij nu precies het verschil tussen die gecontroleerde centra en de bestaande hotspots? Ik hoor de minister-president nu al nee zeggen, dus hij wacht dan ook de situatie af, maar misschien kan hij er dan wel naar vragen. De hotspots werken niet goed, maar wat is dan het verschil met de gecontroleerde centra die nu als nieuw idee worden gepresenteerd? Gaat het op deze informele top dan ook over de actuele situatie? Collega Van Ojik en anderen hebben het er al over gehad. We zijn als commissie op Lesbos geweest en hebben gezien hoe schokkend, mensonterend en beschamend de situatie daar is. Nu weet ik net als de heer Van Ojik dat het antwoord altijd is dat de Europese Unie veel geld heeft gegeven aan Griekenland, miljarden zelfs, maar feit is dat de situatie daar nog steeds niet verbetert. Wanneer komt dan die grote druk van Europa op Griekenland om samen met hen te kijken hoe we die situatie kunnen verbeteren? We kunnen mensen naar de maan sturen maar we kunnen niet mensen fatsoenlijk opvangen op ons eigen continent. Als wij in Iran zijn, worden we aangesproken op deze mensenrechtenschendingen als wij daar zelf de mensenrechtenschendingen aan de kaak stellen. Dit moet toch een keer anders. De winter is op komst. Ik hoop dat de minister-president die schrijnende situatie daar aan de kaak gaat stellen.
Voorzitter. Dan de regionale ontschepingsplatforms, een ingewikkelde term voor eigenlijk Afrikadeals, waar het al heel lang om gaat vanuit Brussel richting Afrika. Welke landen hebben zich aangemeld om deze mensen op te vangen en daar de selectie te gaan doen? Het zijn steeds dezelfde vragen. We weten over Tunesië, waar de heer Van Ojik is geweest. Die willen niet. We weten dat Algerije mensen de woestijn in stuurt. Over Libië hoeven we al helemaal niet te praten. Welke concrete landen staan er nu op stapel om die regionale ontschepingsplatforms te organiseren? Het is goed dat er plannen worden gemaakt. UNHCR en IOM maken plannen, maar er moeten wel landen zijn die bereid zijn om die mensen daar op te vangen en te selecteren.
Het is goed om te lezen — de inzet van het kabinet onderstreept dat ook — dat als er mensen moeten worden opgevangen, de mensenrechten gerespecteerd moeten worden. We gaan geen mensen terugsturen naar onveilige landen. Daar is het kabinet heel erg duidelijk over, ook in lijn met het regeerakkoord. Dus daar is mijn fractie ontzettend blij mee.
Dan de brexit. De leden van de Raad zullen het er weer over hebben. Hoe ziet de minister-president de voortgang van de brexitonderhandelingen? We horen van de mogelijkheden en de kansen op een no deal, wat echt heel schadelijk zou zijn voor Nederland dat zo afhankelijk is van zijn handel met Engeland. Dat moeten we te allen tijde voorkomen. Wordt er wat hem betreft voldoende gedaan door de onderhandelaar? Ik hoor graag zijn input op dat punt.
Dan nog iets over de plannen van de commissie-Juncker, waarbij ik nog even terugkom op de migratiestromen. Wat gaan de 10.000 Frontex-medewerkers nu voor verschil maken? Als we lezen dat er weer zoveel mensen zijn omgekomen op de Middellandse Zee, is mijn vraag hoe deze medewerkers gaan voorkomen dat mensen de oversteek gaan maken. Zijn we niet te veel bezig met de achterkant en moeten we niet veel meer aan de voorkant gaan werken? Als we het dan hebben over Lesbos en de andere hotspots: waarom sturen we als Nederland en andere landen niet meer IND-specialisten als het stokt op die doorstroomsnelheid? Hoe kunnen we samen met Griekenland zorgen dat die doorstroming sneller gaat dan dat?
Tot slot, voorzitter. In de lijn van het kabinet vinden we dat uitbreiding van het mandaat van het EOM niet aan de orde kan zijn. Gezamenlijke bestrijding van het terrorisme, ja zeker, en afstemming is hard nodig, maar er zijn mogelijkheden via Eurojust en Europol. Die zijn effectief, laten we die nou vooral eerst benutten.
Tot zover, voorzitter.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
De heer Voordewind heeft maar vier minuten spreektijd, dus hij had geen tijd meer om iets over Hongarije te zeggen. Bovendien staat het niet op de agenda zoals wij net hebben gezegd. Ik wil hem toch iets vragen. Zijn fractie in het Europees Parlement heeft zich onthouden van stemming. Het is goed, ook voor de discussie die wij hier net hadden, om ook van de heer Voordewind te horen waar de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie staat in deze kwestie.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het mag duidelijk zijn dat wij grote zorgen hebben over Hongarije. Grote delen van het rapport onderschrijven wij ook, als het gaat om het niet willen opnemen van vluchtelingen — die burden sharing is ontzettend belangrijk — als het gaat om de positie van de Roma, als het gaat om de onderwijsvrijheid die onder druk staat en als het gaat om de rol van de media die eigenlijk zodanig ingeperkt worden dat het echt uit de klauwen loopt. Die conclusies en die zorgen onderschrijven wij allemaal. Tegelijkertijd heeft onze vertegenwoordiger Peter van Dalen in het Europees Parlement ook nog een oproep gedaan aan het Europees Parlement om met dit rapport in de hand naar Hongarije te gaan en te zeggen: deze, deze en deze situaties moeten nu echt veranderen, u krijgt daar nog zes maanden voor en als dat echt niet gebeurt … En wij weten, voorzitter, dat eerdere dreigingen van het Europees Parlement resultaat hebben gehad. Er zijn wetten gewijzigd op aandringen van het Europees Parlement. De Central European University is uiteindelijk niet gesloten onder druk van het Europees Parlement. Onze inzet is om Hongarije nog een halfjaar te geven, concreet te maken wat er in die tijd moet gebeuren en ervoor te zorgen dat wel veranderingen plaatsvinden in plaats van nu de deur dicht te gooien en daarmee ook de dialoog.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Ojik.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het overgrote deel van het Europees Parlement maakt de juiste afweging dat die discussie met Hongarije al heel lang loopt. Die is niet van het laatste halfjaar, die discussie loopt zeker al vier of vijf jaar. Juist in het kader van een artikel 7-procedure zou de druk op Hongarije kunnen worden vergroot, zoals dit nu met Polen ook gebeurt. Het is niet zo, wat de heer Bisschop ook een beetje suggereerde, dat je de deur dichtgooit. De deur gaat niet dicht. De druk wordt opgevoerd via zo'n procedure. De dialoog met Polen over wat daar allemaal fout gaat, is nu bij wijze van spreken intensiever dan die ooit geweest is. Dat zou met Hongarije ook zo zijn. Uiteindelijk heeft de ChristenUnie een andere afweging gemaakt. Dus over zes maanden wel, als er geen vooruitgang is?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wij hebben gezien dat druk op en onderhandelingen met Hongarije tot resultaten kunnen leiden. Wij hebben dat gezien in de verschillende wetten die zijn teruggenomen. Wij hebben er in tegenstelling tot de fractie van GroenLinks nog vertrouwen in dat er meer rek in de zaak zit, dat met dit rapport in de hand, met serieuze aantijgingen richting de democratie en de rechtsstaat, en met al die argumenten Hongarije verder onder druk gezet zou kunnen worden. Dat is misschien een andere afweging dan die van de GroenLinksfractie. Maar wij zien nu de reactie van Hongarije. Wij zien de weerstand en dat coalities worden gesmeed om straks in de Raad een veto uit te spreken. De vraag is of dit dan de goede stap is geweest. Onze inschatting was: had het nog een halfjaar gegeven, had met Hongarije nog een volgende, laatste mijl gegaan. Dan hadden wij misschien meer bereikt dan dat nu Hongarije de kont tegen de krib gooit.